Grote muggenorchis, grote zorgen

Werkgroep Europese Orchideeën
18-SEP-2015 - In 2015 zijn de WEO en Science4Nature gestart met een onderzoek naar de Grote muggenorchis. De voorlopige resultaten laten zien aan dat het slechter gaat met de Muggenorchis dan gedacht. Op verschillende plaatsen is de Grote muggenorchis uitgestorven of uitstervend. Alleen op Vlieland, Terschelling en in Zuid-Limburg zijn nog individuenrijke populaties over.

Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën en Science4Nature [land] op [publicatiedatum]

In 2015 zijn de WEO en Science4Nature gestart met een onderzoek naar de Grote muggenorchis. De voorlopige resultaten laten zien aan dat het slechter gaat met de Muggenorchis dan gedacht. Op verschillende plaatsen is de Grote muggenorchis uitgestorven of uitstervend. Alleen op Schiermonnikoog, Vlieland en in Zuid-Limburg zijn nog individuenrijke populaties over.

Doel van het onderzoek
De Grote muggenorchis kwam in Nederland oorspronkelijk voor in kalkgraslanden (Zuid-Limburg), vochtige hooilanden en schraalgraslanden in Midden- en Oost-Nederland en natte duinvalleien langs de gehele Nederlandse kust. In Nederland zijn alle schraallandpopulaties reeds uitgestorven. Uit buitenlands onderzoek is gebleken dat er binnen de Grote muggenorchis (Gymnadenia conopsea s.l.) zogeheten “verborgen soorten” en chromosoomrassen voorkomen. Dit zou betekenen dat beide ondersoorten, Grote muggenorchis (G. conopsea subsp. conopsea) en Dichtbloemige muggenorchis (G. conopsea subsp. densiflora) waarschijnlijk verschillende soorten zijn. In Nederland is weinig tot niks bekend over de genetische structuur van de Muggenorchis. Met het onderzoek proberen we te achterhalen welke soort, ondersoort of variëteit waar voorkomt en of de populaties verschillen in ecologie.

Grote muggenorchis (foto: Mark Meijrink)

Voorlopige resultaten Grote muggenorchisonderzoek
Voor een antwoord zijn alle inheemse populaties van de Grote muggenorchis bezocht: De Gelderse Vallei, Zuid-Limburg (diverse populaties), Bergen (NH), Texel, Vlieland, Terschelling, Schiermonnikoog en Lauwersmeer. Voor het DNA-onderzoek is bladmateriaal verzameld en zijn verschillende kenmerken gemeten om inzicht te krijgen in de levensvatbaarheid.

Verschillende populaties bleken uitgestorven of uitstervend:

  • De Gelderse Vallei, uitgestorven (de laatste waarneming betrof 1 plant in 2011)
  • Texel, uitstervend (de laatste waarneming betrof 1 bloeiende plant in 2014)
  • Terschelling, uitstervend (dit jaar slechts 1 bloeiend exemplaar)
  • Duinen nabij Bergen (NH), uitstervend (de laatste waarneming betrof 1 of 2 planten enkele jaren geleden)

Alleen op Vlieland, Schiermonnikoog en in Zuid-Limburg werden individuenrijke populaties aangetroffen. In het Lauwersmeergebied werden dit jaar voor het eerst 3 planten aangetroffen.

Waarom is het belangrijk dat populaties worden behouden?
In een ideale situatie is er sprake van een metapopulatiestructuur. Dit betekent dat er meerdere populaties aanwezig zijn die onderling verbonden zijn via uitwisseling van zaden en/ of stuifmeel, een soort van risicospreiding. Mocht een populatie lokaal uitsterven door een catastrofe dan is herkolonisatie vanuit de overgebleven populaties mogelijk. Met uitzondering van Schiermonnikoog, Vlieland en Zuid-Limburg zijn er geen individuenrijke populaties met Grote muggenorchis meer aanwezig in Nederland. Dit maakt de reeds bestaande populaties kwetsbaar voor catastrofes of onbedoelde ‘foutjes’.

Daarnaast hebben karakteristieke plantensoorten van voedselarme ecosystemen, zoals de Grote muggenorchis, het moeilijk door de zogenaamde VER-thema’s (verdroging, verzuring, vermesting en versnippering). Doordat het habitat verslechtert wordt ook de populatie aangetast.

Populaties reageren meestal langzaam op snelle veranderingen van het milieu en komen dan in een negatieve spiraal terecht, ook wel een extinctiespiraal genoemd. Wanneer een populatie lokaal uitsterft, verdwijnt ook een stukje genetische diversiteit. Iets wat voor herintroductie of versterking van bestaande populaties essentieel is. Een deel van deze genetische diversiteit bestaat uit het feit dat planten zich (genetisch) hebben aangepast aan lokale omstandigheden. Dit gaat niet alleen op voor planten, maar geldt ook voor dieren, zoals bijvoorbeeld de Veenbesparelmoervlinder. Om de Grote muggenorchis te kunnen beschermen is naast (populatie)ecologisch onderzoek ook genetisch onderzoek noodzakelijk. Pas dan weten we welke Muggenorchissen in Nederland voorkomen en voorkwamen. Kortom: wie woont waar?

Met het uitsterven van de schraallandpopulaties in Midden en Oost-Nederland is wellicht al een belangrijk deel van de genetische diversiteit binnen de soort verloren. Nu blijkt dat er van de duinpopulaties bar weinig over is verdwijnt er mogelijk nog meer diversiteit. Laten we ervoor zorgen dat we goed weten welke Muggenorchissen we hadden en nog steeds hebben. Dat is de beste uitgangssituatie voor het herstel van een misschien voor ons land nieuwe Muggenorchis.

Tekst: Mark Meijrink, WEO, Sheila Luijten, Science4Nature en Gerard Oostermeijer, IBED/Science4Nature
Foto: Mark Meijrink, WEO