Passer domesticus. Huismus, man

Nederlandse huismus genetisch veranderd na achteruitgang

Sovon Vogelonderzoek Nederland
1-JUL-2016 - Onderzoekers hebben het DNA vergeleken van Nederlandse huismussen die in musea zijn bewaard met in het wild levende huismussen. Hieruit komt naar voren dat sinds de jaren tachtig, toen de huismus hard achteruit ging, de wilde populatie genetisch is opgesplitst.

Sovon werkte mee aan het onderzoek, geleid door de universiteit van Gent, waarvan in juni een artikel is geplaatst in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Heredity.

De Huismus ging in Nederland de afgelopen decennia sterk in aantal achteruit. Rond 2002 was nog maar de helft van de broedpopulatie uit 1980 aanwezig. De laatste jaren stabiliseren de aantallen. Onderzoekers wilden weten of deze achteruitgang heeft geleid tot genetische veranderingen, bijvoorbeeld door isolatie van lokale populaties. Ze haalden DNA uit veren van mussen die in verschillende Nederlandse musea zijn bewaard en vergeleken dat met het DNA van nu levende mussen. De huismussen werden door Sovon-medewerkers gevangen op dezelfde zeven locaties als waar de ‘museummussen’ destijds leefden (Amsterdam, Leiden, Voorschoten, Zoetermeer, Twello, Wilp en Berg-en-Terblijt).

Genetisch opgesplitst

HuismusDe mussen van vroeger vertoonden onderling weinig genetische verschillen, wat erop duidt dat het één grote populatie was met veel uitwisseling van genen tussen lokale populaties. De nu levende mussen bleken echter wel genetische verschillen te vertonen. Binnen de zeven onderzochte gebieden konden de onderzoekers duidelijk twee groepen onderscheiden. De mussen van de locaties in Oost-Nederland wijken genetisch af van de mussen uit het Westen van Nederland.

Minder uitwisseling genen

Deze verandering geeft aan dat de grote achteruitgang van de mussen genetische gevolgen heeft gehad. De lagere aantallen en mogelijk zelfs het plaatselijk verdwijnen van mussenpopulaties hebben er voor gezorgd dat er minder uitwisseling van genetisch materiaal tussen lokale populaties is opgetreden. De genetische verschillen zijn overigens heel klein en niet zichtbaar in bijvoorbeeld het uiterlijk van de vogel.

De onderzoekers vonden geen genetische verarming, dat tot een lagere overlevingskans kan leiden door bijvoorbeeld inteelt. Op de lange termijn kan dit wel ontstaan als populaties te klein worden en daadwerkelijk van elkaar geïsoleerd raken. Het is niet de verwachting dat de huismus snel in deze situatie zal raken. De aantallen zijn nog voldoende groot en er lijkt zelfs een licht herstel op te treden.

Broedvogeltrend Huismus

Belang genetisch onderzoek

Vogelbescherming Nederland financierde een deel van het onderzoek. De studie laat zien dat een analyse van (oud) genetisch materiaal en de veranderingen daarvan door de tijd goede indicatoren kunnen leveren voor populatieveranderingen. Dit kan van belang zijn omdat uit het verre verleden vaak weinig of geen harde telgegevens bekend zijn.

Hier kunt u het complete artikel lezen.

Tekst: Laurien Holtjer, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto's: Mark Zekhuis, Saxifraga; Martin Hierck
Grafiek: Sovon Vogelonderzoek Nederland