Damhert

Hoeveel damherten kunnen overleven op de Haringvreter?

Wageningen University
6-SEP-2017 - In het Veerse Meer, tussen Walcheren en Noord-Beveland, ligt een klein eiland: de Haringvreter. Het eiland is zo’n 90 hectare groot; sinds de jaren ’80 leeft hier een groep damherten. Een particulier heeft ze er ooit losgelaten. Sinds 2000 neemt hun aantal toe: van een stuk of 15 tot zo’n 275 dieren. Met een jaarlijkse aanwas van 26 procent lijkt het plafond nog niet bereikt.

De damherten zwemmen in toenemende mate naar de overkant, naar Noord-Beveland, waar ze schade aanrichten aan de landbouw. Het ministerie van Economische Zaken bepaalde in 2015 dat de damherten onder de bescherming van de Flora- en Faunawet vallen. Staatsbosbeheer (de beheerder van het gebied) en de provincie Zeeland wilden daarom weten of er op de Haringvreter een levensvatbare populatie damherten mogelijk is. In dat geval zou kunnen worden besloten de dieren te ‘legaliseren’. Zo niet, dan zou het een nulstandsgebied moeten worden waarbij de dieren zouden worden verwijderd.

Biedt de Haringvreter genoeg ruimte?

In opdracht van de provincie Zeeland en Staatsbosbeheer deed Loek Kuiters met Daisy de Vries en Dennis Lammertsma onderzoek. De centrale vraag was of de Haringvreter voldoende ruimte en voedsel biedt voor een levensvatbare populatie damherten, aan welke populatie-omvang gedacht moet worden, en wat de gevolgen zouden zijn voor de natuurwaarden van het gebied. Volgens de onderzoekers is een minimale voorjaarsstand van veertig tot vijftig damherten noodzakelijk om de kans op uitsterven als gevolg van demografische toevalsprocessen beperkt te houden, en om de huidige genetische variatie (die al gering is) in stand te houden. Op basis van het natuurlijke voedselaanbod zal een aantal van 24 damherten onder alle omstandigheden zonder problemen van voedseltekort kunnen overleven. Als de huidige seizoensbeweiding met runderen en paarden in het gebied zal worden gestaakt, is het voedselaanbod voldoende voor tachtig dieren.

Hard bewijs lastig

Voor de Haringvreter zijn beheerdoelstellingen vastgesteld. Hierbij gaat het om de instandhouding van de zilte overstromingsgraslanden, de vochtige hooilanden en het haagbeuken- en essenbos. Ook zitten er veel broedvogels. De onderzoekers achten het waarschijnlijk dat die kwaliteiten in het gedrang komen, maar hard bewijs daarvoor ontbreekt. “Het is momenteel nog niet mogelijk om een onderbouwing te leveren voor een streefaantal dat enerzijds voldoet aan de randvoorwaarden voor een levensvatbare populatie (minimaal veertig tot vijftig dieren) en anderzijds de huidige natuurwaarden niet aantast.”

Monitoringsprogramma nodig

De onderzoekers raden daarom aan om op korte termijn een monitoringprogramma te starten, waarbij moet worden gekeken naar de soortendiversiteit van het gebied en de ontwikkelingen daarin, in vergelijking met naburige terreinen met lage aantallen damherten (de Goudplaat en de Schotsman). Ook de conditie van de damherten zou moeten worden gemonitord, onder meer door sectie op valwild.

Tekst: Wageningen University & Research
Foto: Hans Dekker, Saxifraga