weidebeekjuffer - primair

Achteruitgang insecten geldt niet voor libellen

De Vlinderstichting
18-DEC-2017 - Er is recent veel aandacht voor de achteruitgang van insecten. Mede door een studie in Duitsland waar een afname van 75% in 27 jaar werd geconstateerd. Er zijn in Nederland maar twee insectengroepen waarvoor we een goed beeld van de aantalsveranderingen hebben over een langere periode, dagvlinders en libellen. De dagvlinders gaan sterk achteruit, maar de libellen doen het helemaal niet zo slecht.

De azuurwaterjuffer is een van de meest algemeen voorkomende libellen in ons landDankzij de Landelijke Meetnetten hebben we goed in beeld hoe het gaat met dagvlinders en libellen. Dagvlinders zijn sterk in aantal achteruit gegaan (zie bijvoorbeeld: Achteruitgang vlinders in hoorzitting Tweede Kamer), vergelijkbaar met de resultaten uit de Duitse studie. Maar libellen lijken het helemaal niet zo slecht te doen. Sinds het begin van het meetnet is het aantal libellen zelfs toegenomen, al is het recent weer wat afgevlakt. Als je kijkt naar het totaal aantal libellen spelen de zeldzaamheden een heel kleine rol. Het zijn juist de zeer talrijke soorten die het beeld bepalen. Van de 65.262 libellen die in 2016 op de algemene routes geteld zijn, behoorde meer dan de helft tot de talrijkste vier soorten: azuurwaterjuffer, lantaarntje, watersnuffel en viervlek. De trend bij de libellen lijkt in tegenspraak met wat we zien in de Duitse studie en bij dagvlinders, maar dit is wel goed te verklaren.

De som van de Time totals per jaar als index. Dit is een maat voor het totaal aantal libellen dat op alle routes aanwezig was

De weidebeekjuffer (vrouwtje) leeft in stromend water en heeft sterk geprofiteerd van de verbetering van de waterkwaliteit. De laatste tien jaar neemt deze soort echter weer in aantal afHet voorkomen van libellen wordt voornamelijk bepaald door het waterhabitat. In de tweede helft van de vorige eeuw was veel oppervlaktewater in Nederland sterk vervuild. Veel sloten en weteringen waren bedekt met groene drab en stonken. De waterkwaliteit is door rioolwaterzuivering en strengere regelgeving sterk verbeterd. Ook natuurherstelprojecten hebben veel verbeterd. Libellen hebben hier duidelijk van geprofiteerd, op veel plaatsen waar het vroeger stonk, groeit nu vegetatie en vliegen weer weidebeekjuffers en een aantal soorten zijn weer in Nederland teruggekomen. Zeker niet alle problemen zijn opgelost, maar ze staan er een stuk beter voor. De achteruitgang van insecten is dus niet aan libellen voorbijgegaan, ze waren gewoon eerder. Voor veel andere insecten, zoals dagvlinders, is de achteruitgang nog niet gestopt. Maar als we die trend in het water om kunnen buigen, moet dat op het land ook lukken als we ons daarvoor inzetten. Dan kunnen we overal weer van zowel vlinders als libellen genieten.

Uiteraard willen we de ontwikkeling van libellen in Nederland blijven volgen. Voor het Libellenmeetnet zijn we afhankelijk van vrijwilligers. Bent u geïnteresseerd om hieraan bij te dragen en een libellenroute te tellen, dan kunt u altijd contact met ons opnemen. De Landelijke Meetnetten Vlinders en Libellen zijn projecten van De Vlinderstichting en het CBS, in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring, in opdracht van het ministerie van EZ.

Tekst: Roy van Grunsven, De Vlinderstichting
Foto’s: Jaap Bouwman (leadfoto: mannetje weidebeekjuffer); Kars Veling