'Meldpunt' eendjes voeren: waterkwaliteit in het gedrang

Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)
7-FEB-2018 - Eendjes voeren lijkt misschien onschuldig. Maar algen smullen mee, en wat voor effect heeft dat op de kwaliteit van onze stadswateren? "Om daar iets zinnigs over te zeggen, moet je eerst weten wat er allemaal in het water terechtkomt", zegt onderzoeker Sven Teurlincx van het Nederlands Instituut voor Ecologie. Wie helpt mee om dat in kaart te brengen?

Sven Teurlincx op de Duikvaker beurs"Het gaat niet om een boterhammetje hier en daar", zegt Sven Teurlincx. Uit steekproeven blijkt dat er bij sommige vijvers wel zo'n acht kilo brood op een dag in het water belandt. Dat is een hele bolderkar vol! De gevolgen laten zich raden: troebel water met zoveel algen 'dat je ermee kunt vingerverven'. En is het een vijver met een fonteintje? Dan adem je die algen nog in ook.

Toen Teurlincx afgelopen weekend aan het publiek op de Duikvaker beurs in Houten vroeg wie zelf wel eens eendjes voert, zei bijna iedereen 'nee'. Maar tegelijk vond bijna iedereen wel dat het een probleem was. Dus er zit een discrepantie tussen wat we zeggen dat we zelf doen, en wat we denken dat het effect is. Hoe kom je er dan toch achter hoeveel er nu werkelijk wordt gevoerd?

Boterhammen turven

"De hele dag naast één vijver gaan zitten en meten heeft weinig zin", zegt Teurlincx. Daarom is hij een 'citizen science' project gestart: mensen kunnen op hun PC of telefoon een formulier invullen als ze ergens iemand eendjes zien voeren. Op die manier moet een zo breed mogelijk beeld ontstaan. Maar is dat niet een beetje ongemakkelijk: turven met een smartphone in je hand? "Als ik bij een vijver ben, staan er toch altijd mensen op hun telefoon te kijken", reageert Teurlincx nuchter. "Het gaat ons erom dat we weten wat er in het water terechtkomt. Als daar zou uitkomen dat het niets uitmaakt voor de waterkwaliteit, vind ik dat ook prima. Dat zou zelfs heel fijn zijn, want dan hoeft er niets te veranderen."

Eendenwelzijn

Teurlincx wil dus niemand zijn hobby afpakken, benadrukt hij. Sterker nog: op een aantal plaatsen in Nederland staan nu al bordjes met 'verboden eenden te voeren'. Die staan daar o.a. vanwege het negatieve effect dat het voeren op het welzijn van de eenden zelf kan hebben: brood is geen natuurlijk voedsel, het is te eenzijdig waardoor ze voedingsstoffen missen, en er zit zout in, wat echt ongezond voor ze is.

Maar die bordjes staan er ook omdat waterbeheerders zich al langer zorgen maken over de gevolgen voor de waterkwaliteit. Die zorgen zijn deels gebaseerd op aannames. Met zijn project wil Teurlincx allereerst kijken of die terecht zijn: het is vooralsnog niet gezegd dat op plaatsen waar veel gevoerd wordt de waterkwaliteit ook per se slecht is, of dat bij vijvers met slechte waterkwaliteit voeren de enige oorzaak is. "En komt eruit dat voeren inderdaad de grote schuldige is, dan wordt het juist makkelijker om aan mensen uit te leggen waarom die verbodsbordjes er staan", denkt hij.

Gezelligheidsvoerders

"Want", zegt Teurlincx, "het probleem met eendjes voeren is eerder dat mensen zich niet bewust zijn van de gevolgen dan dat ze expres iets doen dat schadelijk is." Hoewel de vraag wie nu eigenlijk de grootste eendjesvoerders zijn, hem wel bezighoudt. "Dat zijn niet zoals je misschien zou denken opa's en oma's met hun kleinkinderen! Je ziet wel eens dat er een auto stopt en dat iemand dan zo een hele zak brood in het water kiepert."

Een gezellige hobby kun je dat natuurlijk niet meer noemen: eerder een vorm van dumpen. Teurlincx heeft dan ook alle vertrouwen dat wat er ook uit zijn onderzoek komt, er altijd wel een oplossing te bedenken valt waarbij de echte 'gezelligheidsvoerders' toch aan hun trekken komen. Een vaste middag in de week bijvoorbeeld, waarop iedereen één boterham in de vijver kan gooien.

Eén ding is alvast zeker: troebel en vies water in onze vijvers, daar zit niemand op te wachten. Die stadswateren zijn van ons allemaal. Daarom zijn ze juist zo belangrijk!

Klik hier om ook mee te doen met het eendenonderzoek van Sven Teurlincx.

Tekst: NIOO-KNAW
Foto's: Wikimedia; NIOO-KNAW