Smelleken

Nog tot eind mei te zien: de kleinste valk van allemaal, het smelleken

Vogelbescherming Nederland
15-MEI-2018 - Het smelleken is de kleinste roofvogel van Europa. Daarom wordt deze superfanatieke jager ook wel dwergvalk genoemd. Hij is niet veel groter dan een merel, maar ondanks zijn lengte heeft hij niet veel moeite andere vogeltjes buit te maken. Het smelleken broedt niet in Nederland, maar is deze maand nog te zien.

Het smelleken is een supersnelle, fanatiek jager. Hij lijkt nog het meest op een mini-sperwer met zijn blauwachtige mantel, maar behoort tot de familie van de valken. Het jagen gaat op dezelfde flitsende manier als sperwers. In een verrassingsvlucht scheren ze laag over de grond om zo een foeragerende waterpieper te verrassen of een zangvogeltje te grijpen. Piepers en vinken vormen het hoofdvoedsel. Maar een lekkere dikke merel of zanglijster versmaden ze ook niet, ook al zijn ze even groot. Heel af en toe grijpt een smelleken zelfs een prooi die flink wat groter is, zoals een tafeleend of houtsnip. Dat het smelleken af en toe een prooi grijpt die even groot, of zelfs groter is, dankt hij aan zijn snelheid, robuuste bouw en kracht.

In de achtervolging

De achtervolging van een prooi kan vrij lang duren. Met zijn korte vleugels maakt het smelleken krachtige en wendbare slagen. De achtervolging duurt zo lang tot de prooi te vermoeid is om nog te ontkomen. Soms misleidt het smelleken ook zijn prooi door op het laatste moment te vliegen als een grote lijster. De prooi denkt dan dat er een grote lijster aangevlogen komt, maar dan blijkt het een smelleken te zijn, een fatale vergissing.

Smelleken

Nu te zien!

Smellekens broeden in Scandinavië en Rusland op heideterreinen en hoogveengebieden. In tegenstelling tot torenvalken en boomvalken broeden ze op de grond of in lage struiken. Het smelleken is in ons land te zien tussen september en eind mei. Tijdens de winter- en voorjaarstrek maak je de grootste kans. In deze tijd van het jaar trekken ook de meeste kleine zangvogels over ons land. Smellekens reizen dus letterlijk hun eten achterna. Tot eind mei zijn ze nog in ons land te zien, vooral langs de Zeeuwse, Hollandse en Groningse kust. De telposten bij Eemshaven, Den Haag, Vlissingen en Breskens lenen zich hier uitstekend voor. Bij een stevige oostenwind kun je daar op één dag tientallen smellekens voorbij zien trekken. Het record daar staat op 300 tot 400 smellekens op één dag! In het binnenland kom je ze minder vaak tegen.

Tekst: Marieke Dijksman, Vogelbescherming Nederland
Foto's: Koos Dansen; Naumann