Klimopbij

Klimopbij: in zo’n twee decennia het land door

EIS Kenniscentrum Insecten
25-SEP-2018 - De eerste waarneming van de klimopbij stamt uit 1997 uit Maastricht. Lange tijd is hij tot het zuiden beperkt gebleven, met in 2012 uitsluitend nog waarnemingen uit Zeeland en Limburg. In 2016 dook de soort ineens op in Lelystad. Daarna is het hard gegaan en inmiddels zijn er zelfs waarnemingen uit Ferwert, Friesland.

De klimopbij (Colletes hederae) is een zuidelijke soort die lijkt te profiteren van  de warmere zomers van de laatste jaren. Veel waarnemingen stammen uit stedelijke omgevingen, waar het door al het steen en beton vaak warmer is dan in het omringende buitengebied. Bovendien is er vaak klimop te vinden, de waardplant van de klimopbij. Vrouwtjes verzamelen uitsluitend stuifmeel van klimop als voedsel voor de larven, wat het zoeken naar de klimopbij aanzienlijk vereenvoudigt.

Verspreiding klimopbijVrouwtje klimopbij

De laatste paar jaar heeft de klimopbij een enorme spurt gemaakt, waarbij er uit grote delen van Noord-Nederland nog waarnemingen ontbreken. Naar verwachting zal dit de komende jaren wel opgevuld worden. En het wachten is uiteraard op de eerste waarneming van de Waddeneilanden. Hier is het evenwel goed opletten, want ook de schorzijdebij komt hier voor, een soort die zeer moeilijk van de klimopbij te onderscheiden is. Hetzelfde geldt voor de heizijdebij. Gelukkig hebben ze alle drie een specifieke waardplant: de schorzijdebij verzamelt stuifmeel van zulte en de heizijdebij van struikheide. Kortom, let vooral op zijdebijen op bloeiende klimop.

Honingbijen kunnen soms massaal aanwezig zijn op klimop, deze zijn echter makkelijk te onderscheiden doordat ze niet van die duidelijke bandjes op de achterlijfssegmenten hebben, terwijl de klimopbij hele duidelijke en vrij brede banden heeft op het achterlijf.

 Een muur met klimop, zoals er zoveel te vinden zijn in stedelijke omgevingen

Tekst & foto's: John Smit, EIS Kenniscentrum Insecten