zegenvissen in de Delta

Zeebaars in Utrecht

Stichting RAVON
24-OKT-2018 - Wie aan de provincie Utrecht denkt, denkt niet meteen aan zeevissen. Toch werden deze tijdens het RAVON-vissenweekend aangetroffen in de Lek. Zeebaars, harder en bot werden op verschillende plekken waargenomen. Waarschijnlijk houdt dit verband met de lage rivierafvoeren van afgelopen zomer.

Het jaarlijkse RAVON-vissenweekend stond in 2018 in het teken van de Visatlas Utrecht. Door ruim veertig enthousiaste vrijwilligers werden daarom witte gebieden in de provincie Utrecht onderzocht. Met schepnetten en de zaklamp in plassen, kanalen en in sloten. In de rivieren werd gevist met een klein sleepnet. In de de Lek werden tegen de verwachting in juveniele zeebaarsjes gevangen en werd ook de zeldzame sneep aangetroffen.

Eén van de waargenomen zeebaarsjes

Zeebaars, bot en harder

Volwassen zeebaarzen leven in kustgebieden. Hun broed groeit op in zeearmen en estuaria zoals de Westerschelde, de Voordelta en de Waddenzee. De jonge dieren zijn goed bestand tegen de lagere zoutgehalten die in riviermondingen aanwezig zijn. Naast zeebaarsjes werden ook bot en juveniele harders herhaaldelijk in het sleepnet aangetroffen. Deze soorten zijn net als de zeebaars goed bestand tegen zoet water. Botten kunnen in de Rijn zelfs tot ver in Duitsland worden aangetroffen. 

Sneep gesnapt

Opmerkelijker was de vangst van een subadulte sneep. Deze karperachtige, herkenbaar aan zijn vlezige neus, leeft van algen die met de onderstandige bek van stenen geschraapt worden. Halverwege de vorige eeuw verdween de soort door watervervuiling en habitatdegradatie uit het Nederlandse deel van de Rijn. Tegenwoordig wordt de sneep weer steeds vaker aangetroffen.

De sneep van formaat

Droge zomer

Het gedeelte van de Lek waar de vissen werden waargenomen, staat via de Nieuwe Waterweg, het Scheur en de Nieuwe Maas in open verbinding met de Noordzee. Hierdoor heeft het getij, tot het stuwcomplex Hagestein bij Vianen, invloed op de rivier. Dit betekent echter niet dat het water ook tot de stuw zout of brak is. Het zoete water dat via de Lek wordt afgevoerd zorgt voor een tegendruk. Hierdoor verschuift de zoet-zoutovergang bij opkomend tij verder landinwaarts of bij afgaand tij juist richting zee. Door de droogte van afgelopen zomer was er maandenlang weinig rivierafvoer waardoor het Noordzeegetij verder landinwaarts kon doordringen. De zoutwatersoorten met een hoge zoetwatertolerantie werden hierdoor waarschijnlijk relatief ver bovenstrooms aangetroffen.

Tekst: Fabian Smith & Jan Krananbarg, RAVON
Foto's: Fabian Smith