Gewone dwergvleermuis boven tuinvijver

Dwergvleermuis blijft 'huis, tuin en keukenvleermuis' in tweede vleermuistuintelling

Zoogdiervereniging
5-SEP-2019 - In het weekend van 24 en 25 augustus vond de nazomerse vleermuistuintelling van 2019 plaats. Het was de tweede vleermuistuintelling ooit in Nederland, en werd georganiseerd door de Jaarrond Tuintelling en de Zoogdiervereniging. Zo’n 300 tuineigenaren deden mee en telden in totaal ruim 2600 vleermuizen: flink wat meer dan de 1907 vleermuizen bij de eerste tuintelling in mei 2019.

Dat tuinen ook in de nazomer belangrijk zijn voor vleermuizen blijkt uit deze tweede tuintelling: in een ruime meerderheid (85 procent) van de deelnemende tuinen werden vleermuizen gezien. Bij de vleermuistuintelling in het voorjaar was dat 87 procent. Dwergvleermuizen werden in verreweg de meeste tuinen gezien, op enige afstand gevolgd door laatvliegers of rosse vleermuizen. Het aantal tuinen waarin watervleermuizen of grootoorvleermuizen werden waargenomen bleef relatief laag. Logisch, want watervleermuizen en grootoorvleermuizen worden pas laat in de schemering actief en zijn daardoor niet makkelijk te zien. Daarnaast hebben lang niet alle tuinen een voor watervleermuizen geschikte tuinvijver.

Onderstaande tabellen geven de top vijf van het aantal tuinen waarin vleermuizen zijn gezien, en de top vijf van de meest getelde vleermuizen. Omdat het verschil tussen sommige soorten in de schemering best moeilijk te zien is, hebben we 'dwergvleermuis onbekend', gewone dwergvleermuis, kleine dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis samengenomen onder 'dwergvleermuizen'. Op basis van zijn voorkomen zal de gewone dwergvleermuis daarin een grote meerderheid hebben. Ook de duidelijk grotere, maar ook op zicht lastig te onderscheiden laatvlieger en rosse vleermuis hebben we in de resultaten samengenomen.

Top vijf van het aantal tuinen waarin een vleermuissoort is gezien

Top vijf van de aantallen getelde vleermuizen

Meer vleermuizen of meer activiteit?

Wat opvalt is dat het aantal keer dat een bepaalde soort vleermuis in een tuin is waargenomen, veel sterker is veranderd dan het aantal tuinen waarin die soort is gezien. Dwergvleermuizen, 'vleermuis onbekend' en grootoorvleermuizen zijn in augustus meer waargenomen dan in mei. Laatvliegers / rosse vleermuizen en watervleermuizen zijn daarentegen minder waargenomen. Het is moeilijk te zeggen of het aantal individuen in de tuinen is veranderd, of dat de keren dat in de buurt aanwezige vleermuizen over de tuin vliegen (de activiteit) is veranderd. We gaan kijken of we de telmethode voor de vleermuistuintelling volgend jaar kunnen aanpassen om daar achter te komen.

De tuin als vleermuisterritorium

Vaststaat dat vleermuizen in de nazomer (augustus) ander gedrag vertonen dan in het voorjaar (mei) en dat dit gedrag invloed kan hebben op de telresultaten. Mannetjes van gewone dwergvleermuizen zijn bijvoorbeeld in de nazomer veel drukker met het verdedigen van een paarverblijfplaats en een eigen territorium dan in mei. Hierdoor kun je in de nazomer vaker zien dat dwergvleermuizen elkaar achternazitten en in de lucht lijken te dueleren. Onderstaand filmpje laat dat gedrag mooi zien.
Tuinen en woningen met geschikte ruimten voor een paarverblijfplaats - zoals een toegankelijke spouw, boeibord of een vleermuiskast - en met planten die in het najaar veel insecten aantrekken, zullen in de nazomer vaker een vleermuisterritorium zijn dan tuinen die dat niet hebben.

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren.
Territoriaal gedrag van gewone dwergvleermuizen (Bron: Erik Korsten)

Bij laatvliegers, die ook vaak in de buurt van tuinen hun verblijfplaatsen hebben, speelt een dergelijk territoriumgedrag niet, en zij kunnen makkelijker ook (ver) buiten steden en dorpen op insecten gaan jagen. De vooral boombewonende rosse vleermuizen, waarvan de mannetjes voornamelijk paarplaatsen en territoria in bossen en parken innemen, jagen vaak zo hoog dat ze lastig te zien zijn.
Of, en hoe deze verschillende gedragingen een rol spelen in het voorkomen en de activiteit van vleermuizen in tuinen weten we nog niet. Daarvoor moeten we in tuinen blijven tellen en de resultaten vergelijken met data uit andere meetprogramma’s voor vleermuizen.

Daarom en vanwege de enthousiaste deelname van zoveel tuintellers gaan we volgend jaar gewoon door met de vleermuizentuintellingen op Tuintelling.nl. Samen laten we zien hoe belangrijk groene tuinen en een duurzame leefomgeving zijn voor vleermuizen en andere tuindieren!

Oproep: Vleermuizen op video!

Naast data leveren de tuintellingen ook mooie waarnemingen en filmpjes op. Zo krijgen we soms filmpjes van vleermuizen in een tuin, toevallig gefilmd door een bewakingscamera. Een mooi voorbeeld daarvan is dit filmpje met twee in de tuin rondvliegende grootoorvleermuizen.

We vragen ons af of bewakingscamera’s vaker vleermuizen in tuinen filmen. Heb je zo’n camera of heb je een wildcamera in je tuin? Kijk dan de opnamen eens na op voorbijvliegende vleermuizen! De meeste kans maak je in de eerste twee uur na zonsondergang en in het eerste uur voor zonsopkomst. Heb je zo’n filmpje? Stuur dan een mail naar info@zoogdiervereniging.nl met als onderwerp 'Vleermuis op video'. Je krijgt dan van ons een instructie voor het uploaden van de video.

NB: de in dit bericht weergeven cijfers van de tuintelling wijken een klein beetje af van de eerder gepubliceerde cijfers van mei 2019 en van de totaalcijfers (mei en augustus samen) op de website van Jaarrond Tuintelling. Dit komt doordat voor deze vergelijking alleen de op 25-26 mei en 24-25 augustus doorgegeven tellingen zijn gebruikt, en resultaten van tellingen een dag eerder of later zijn weg gelaten.

Tekst: Erik Korsten, Zoogdiervereniging
Leadfoto: René Janssen (gewone dwergvleermuis boven tuinvijver)
Filmpjes: Erik Korsten en Tuintelling.nl / YouTube
Figuren: Zoogdiervereniging / Jaarrond Tuintelling