Bosaanplant (foto maar 1 keer gebruiken)

Aanplant ruim een miljoen loofbomen en struiken draagt bij aan duurzaam bosherstel

Bosgroepen
19-JAN-2021 - Bossen op arme zandgronden staan zwaar onder druk, onder andere door een verzuurde, slecht functionerende bodem. Ook hitte en droogte eisen hun tol. Bomen hebben het zwaar en verjonging krijgt weinig kans. Dit bosecosysteem kan duidelijk onvoldoende meebewegen met de nieuwe omstandigheden. De natuur kan dat niet meer alleen oplossen. Daarom helpen we de bossen op weg met bosherstelmaatregelen.

Dat kan op allerlei manieren. Eén van de herstelmaatregelen is het aanplanten van belangrijke loofsoorten die nu niet of nauwelijks meer aanwezig zijn in de bossen, maar die hier oorspronkelijk wel thuishoren.

“We krijgen regelmatig de vraag waarom we ingrijpen en of de bossen zelf niet voor voldoende verjonging kunnen zorgen”, vertelt Martijn Griek. Als projectmedewerker bij Bosgroep Zuid Nederland is hij nauw betrokken bij tal van bosaanplantprojecten. “Maar van de soorten die zo hard nodig zijn om bij te dragen aan het beoogde bosherstel, zijn simpelweg geen of onvoldoende zaadbomen meer aanwezig in het bos. Zeker in de opstanden waar sprake is van monoculturen, zoals de vele dennenbossen in ons land. Bosaanplant is dus heel belangrijk. Bovendien laat de bodemsituatie een urgentie zien die we niet kunnen negeren. Vandaar dat we de missende en waardevolle soorten inbrengen door ze bij te planten”, legt Martijn uit.

Via bodemherstel naar bosherstel

Het gaat daarbij vooral om bomen en struiken met een ‘rijk strooisel’. Met hun bladeren dragen ze bij aan het herstel van de bosbodem, door deze voedzamer en gezonder te maken en de mineralenbalans te helpen herstellen. Dit is onmisbaar voor de ontwikkeling van een gezond, gevarieerd en weerbaar bos met kansen voor de biodiversiteit. Enkele voorbeelden van rijkstrooiselsoorten zijn de hazelaar, linde, veldesdoorn en haagbeuk.

Hier is de impact van boom- en struiksoorten op de bodem goed te zien. De foto is genomen in dezelfde opstand, op korte afstand van elkaar. Op de linkerfoto de bodem onder verzurende soorten met een dikke laag onverteerd strooisel. Nutriënten kunnen hier niet makkelijk in het systeem komen. Op de rechterfoto de bodem onder rijkstrooiselsoorten met een goed verteerd strooisel, waarbij we direct de minerale bodem zien. Hier zijn bacteriën en diertjes veel beter in staat om hun werk te doen en de nutriënten in het systeem te verwerken. De bodem is duidelijk rijker en de mineralen zijn daardoor veel beter beschikbaar voor de vegetatie

Werken aan een stabiel bosklimaat en veerkracht

“Bij de bosaanplant kiezen we voor slimme plantmethodes, meestal ‘onder scherm’. Dat betekent dat je werkt onder het kronendak van bestaande bomen”, licht Martijn toe. “Er zijn soorten die het daar uitstekend kunnen doen. De verminderde lichtinval is voor hen geen probleem, waardoor ze op die groeiplek veel potentie hebben om uit te groeien tot waardevolle bomen en struiken. Er ontstaat zo een gelaagde structuur van bomen en struiken van verschillende leeftijden, die de impact van hitte en de zon kunnen dempen. Dat draagt bij aan een stabieler bosklimaat. Ook neemt de biodiversiteit in een opstand toe, doordat de verschillende soorten allemaal hun eigen waardevolle eigenschappen hebben. Het bosecosysteem krijgt zo meer veerkracht en de balans komt terug”, legt Martijn uit.

De winterlinde en veldesdoorn zijn voorbeelden van waardevolle rijkstrooiselsoorten, die bovendien ook onder scherm goed tot ontwikkeling kunnen komen

Waardevolle projecten maken bosherstel mogelijk

Dat maakt bosaanplant een belangrijke bosherstelmaatregel, die we veelal realiseren binnen de uiteenlopende projecten die we samen met onze leden, natuurpartners en andere betrokkenen uitvoeren. Een mooi voorbeeld zijn de POP3-projecten* in Brabant, die nu de laatste realisatiefase in gaan.

POP3: werken aan integraal herstel, kwaliteit en biodiversiteit
Bosaanplant is een van de maatregelen van het integrale POP3-maatregelenpakket, waarmee we inzetten op duurzaam herstel, kwaliteit en biodiversiteit in de projectgebieden Kempen Midden, Oirschotse Heide, Regte Heide, Strabrechtse Heide en Maashorst en omgeving. En dat herstel is hard nodig, want een groot deel van de Brabantse bossen en natuur is aangetast door stikstofdepositie uit onder andere industrie, verkeer en de agrarische sector. De gevolgen zijn groot. Bodem, grond- en oppervlaktewater verzuren en belangrijke voedingstoffen spoelen sneller weg. Bomen en planten hebben het daardoor moeilijk of verdwijnen, en de voortplantings- en voedselmogelijkheden voor dieren nemen af. Via de POP3-projecten bieden we een helpende hand. Dat doorbreekt de neerwaartse spiraal en maakt de bos- en natuurgebieden rijker en veerkrachtiger. Een mooi neveneffect is dat we met de aanplant ook bijdragen aan een hogere koolstofvastlegging. In dit laatste plantseizoen van de Brabantse POP3-projecten planten we zo’n 300.000 loofboompjes en struiken. In voorgaande jaren waren dat er ook al honderdduizenden!

Ruim een miljoen nieuwe boompjes en struiken

De bosaanplant die de Bosgroepen samen realiseren, is nog vele malen groter dan dat. Bosgroepenbreed gaat het dan in de afgelopen twee plantseizoenen alleen al om ruim een miljoen bomen en struiken! We blijven ook in de jaren die komen op verschillende plekken inzetten op een gerichte verjonging met waardevolle soorten.

Bijdragen aan een optimale start
Daarbij bekijken en testen we continu wat er nodig is om de aanplant een zo goed mogelijke start te geven. De veranderende omstandigheden vragen immers steeds nadrukkelijker om creatieve oplossingen om de aanplant te laten slagen. Op de droogte hebben we geen invloed, maar we kunnen wel inzetten op het kiezen van de meest geschikte plantmethode voor een specifieke soort, het geven van een nutriëntengift bij het aanplanten en het verbeteren van de bodem en hydrologie.

Wildschade is ook iets dat steeds bepalender wordt bij het aanslaan van nieuwe aanplant. Om de verjonging een optimale kans van slagen te geven, is het door de grote wilddruk van groot belang om wildbescherming toe te passen. Anders komt de verjonging alsnog niet goed op gang. Dat kan door de aanplant te voorzien van bijvoorbeeld wildrasters, wildkokers of bamboestokjes. Afhankelijk van het gebied en de specifieke wilddruk, kiezen we de meest geschikte methode. We monitoren vervolgens hoe het gaat en wat er eventueel nog nodig is aan vervolgbeheer.

Zo werken we samen met onze leden, natuurpartners en andere betrokkenen doelgericht aan het herstel en de ontwikkeling van onze bossen op arme zandgronden en daarmee aan het bos van de toekomst.

De wilddruk in de bossen is zo groot dat wildbescherming steeds belangrijker wordt. Het beschermen van de nieuwe aanplant in die eerste cruciale fase kan op verschillende manieren. Hier is dat gedaan met wildkokers. Na een aantal jaar zijn de boompjes en struiken sterk en groot genoeg en kunnen de kokers weer weg

Tekst: Bosgroepen
Foto's: IBN; PxHere; Bosgroepen

* POP3 is onderdeel van het EU-plattelandsontwikkelingsprogramma dat gericht is op het herstellen van de biodiversiteit en het verhogen van de weerbaarheid van bos en natuur. POP3 is mede mogelijk gemaakt door de provincie Noord-Brabant en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling 'Europa investeert in zijn platteland'