Onderzoek WWF: minder wilde dieren gegeten door COVID-19

WWF Nederland
29-MEI-2021 - Overdracht van ziekten van dieren op mensen wordt gezien als het grootste risico voor toekomstige pandemieën, blijkt uit nieuw onderzoek van WWF. Bijna dertig procent van de ondervraagden zegt minder wilde dieren te zijn gaan eten door COVID-19 of daar helemaal mee gestopt zijn. De enquête toont ook aan dat er overweldigend draagvlak bestaat voor maatregelen tegen de grondoorzaken van pandemieën.

Bij gelegenheid van de jaarlijkse vergadering van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) deze week, publiceert WWF de resultaten van een onderzoek onder inwoners van China, Myanmar, Vietnam, Thailand en de VS over hoe zij aankijken tegen de oorzaken van de COVID-19-pandemie, het verband met de natuur en wat dat betekent voor hun gedrag.

Het rapport 'COVID-19: One Year Later: Public Perceptions about Pandemics and their Links to Nature' is geschreven door GlobeScan in opdracht van WWF en onderzoekt hoe COVID-19 mensenlevens, percepties en houding ten opzichte van natuur en het voorkomen van nieuwe pandemieën heeft veranderd. Het onderzoek bouwt voort op dat van een jaar geleden.

Een van de bevindingen van het nieuwe onderzoek is dat er, na ruim een jaar COVID-19, een sterk besef bestaat dat interactie tussen mens en dier kan leiden tot ernstige uitbraken van ziekten, en dat dit vaak verband houdt met ontbossing en handel in wilde dieren. 46 procent van alle deelnemers ziet de overdracht van ziekten van dieren op mensen als de meest waarschijnlijke oorzaak van toekomstige pandemieën.

Minder wilde dieren op tafel

In China consumeert 28 procent van de ondervraagden minder of helemaal geen wilde dieren meer vanwege COVID-19. In Thailand is dat aantal bijna verdubbeld (van 21 procent in 2020 naar 41 procent in 2021) en in Vietnam is het stabiel gebleven (van 41 procent in 2020 naar 39 procent in 2021). Er is echter ook een harde kern van 9 procent van de deelnemers in alle vijf landen die zegt in de toekomst producten van wilde dieren te zullen blijven kopen.

Groot draagvlak voor aanpak onderliggende oorzaken

Recent onderzoek van de WHO wijst wilde dieren aan als een waarschijnlijke bron van de pandemie. De weg waarlangs het virus zich geeft kunnen verspreiden is hoogstwaarschijnlijk de handel in risicovolle wilde dieren voor voedsel, als huisdier of als luxe-item.

De meerderheid van de ondervraagden is van mening dat het voorkómen van toekomstige pandemieën begint met het aanpakken van de onderliggende oorzaken, waaronder de handel in risicovolle wilde dieren en ontbossing. Meer dan vier op de vijf ondervraagden steunt overheidsmaatregelen om deze bedreigingen aan te pakken. Vooral in China (91 procent) en Vietnam (84 procent) wordt het sluiten van wildlifemarkten gezien als de belangrijkste maatregel om nieuwe pandemieën te voorkomen.

Stoppen van ontbossing helpt bij het reguleren van ziekten

Relatie met natuur herstellen

Marco Lambertini, directeur-generaal van WWF-International: “De enige manier om pandemieën te voorkomen, is te stoppen met destructieve menselijke activiteiten die het verlies van natuur veroorzaken - zoals ontbossing, niet-duurzame handel in wilde dieren en planten en risicovolle consumptie van wilde dieren - in plaats van te reageren op uitbraken nádat ze zich hebben voorgedaan. Het voorkómen van pandemieën kost naar schatting honderd keer minder dan het reageren op pandemieën. De coronapandemie heeft overduidelijk gemaakt dat investeren in een gezonde planeet en natuur de enige manier is om te voorkomen dat we in de toekomst opnieuw zo'n vreselijke sociale en economische prijs moeten betalen. Wetenschappers zijn er heel duidelijk over: als we onze relatie met de natuur niet opnieuw in evenwicht brengen, is het niet de vraag óf een volgende pandemie zal toeslaan, maar wanneer."

One Health: de gezondheid van mensen, dieren en natuur zijn gekoppeld

De belangrijkste oorzaken van zoönose-uitbraken (door dieren op mensen overgebrachte ziekten) zijn onder meer het fokken van wilde dieren, ontbossing door veranderingen in landgebruik en de handel in wilde dieren met een hoog risico (waaronder schubdieren, civetkatten, vogels, vleermuizen en knaagdieren). Zij kunnen allemaal de verspreiding van ziekten zoals COVID-19, SARS, MERS en ebola mogelijk en makkelijker maken, doordat ze wilde dieren dichter bij mensen en huisdieren brengen.

WWF roept overheden bij de vergadering van de WHO deze week op, om ter voorkoming van toekomstige pandemieën een ​​One Health-benadering te integreren in alle relevante beleidsvelden en de belangrijkste oorzaken van uitbraken van zoönotische ziekten aan te pakken. Stoppen van ontbossing en sluiten van risicovolle markten voor wilde dieren en planten, bijvoorbeeld, zal helpen bij het herstel van populaties wilde dieren en de lokale en mondiale biodiversiteit behouden die van nature helpt bij het reguleren van ziekten, en tegelijk bijdragen aan een duurzame manier gebruik van onze natuurlijke hulpbronnen.

Tekst: Wereld Natuur Fonds
Foto's: Brent Stirton, Getty Images; Tesso Nilo Zulfahmi