Hout in het bos

Wintermaanden: zaag- en snoeiwerk voor dunning en veiligheid

Bosgroepen
18-JAN-2022 - In de winter, buiten het broedseizoen, vinden er veel zaagwerkzaamheden plaats in het bos. Meestal gaat het om dunning, om de variatie en biodiversiteit in een bos te vergroten. Of om het verwijderen van takken of dode bomen langs paden en wegen, met het oog op de veiligheid. Beheerder Dennis Lindenbergh vertelt over het waarom, hoe en de bestemming van het hout.

Waarom dunnen?

Dennis Lindenbergh, beheerder bij Bosgroep Midden Nederland, legt uit: “Bij bosdunning verwijderen we bepaalde bomen om andere gewenste bomen (toekomstbomen) de ruimte te geven. Dunning is er vaak op gericht om de variatie en biodiversiteit in het bos te vergroten. Door in te zetten op bepaalde soorten en te zorgen voor menging kunnen we een diverser bos krijgen dat ook beter bestand is tegen klimaatverandering, plagen en ziektes. Daarnaast zijn met name voor particuliere boseigenaren de opbrengsten uit selectieve houtoogst noodzakelijk voor het beheer en onderhoud van hun bos. Dit zijn bossen die steeds veelvuldiger gebruikt worden voor recreatie, wat ook weer meer onderhoud en verantwoordelijkheid vergt. Voor de houtoogst stellen we mooie rechte stammen vrij. Stammen die later geoogst kunnen worden voor kwaliteitshout. Landgoedeigenaren willen ook investeren in klimaatslim bosbeheer, door aanplant van specifieke soorten en soms ook door wildbeschermingsmaatregelen, zoals het gebruik van rasters. Deze kosten kunnen deels worden gedekt door de houtinkomsten.
Voor recreatiedoeleinden kijken we ook naar oude statige bomen en bijvoorbeeld grillige, markante bomen. Door te zorgen dat ze voldoende groeiruimte hebben, kunnen we ze behouden voor toekomstige generaties. Met een dunning kunnen we het bos dus sturen in de ontwikkeling naar bijvoorbeeld meer variatie, meer biodiversiteit of meer opbrengst.”

Dennis Lindenbergh bij gemarkeerde bomen die zijn geweken voor de realisatie van een brandgang. Een brandgang heeft een vertragende werking op een eventuele brand

Door de droogte van een aantal jaren geleden en daaraan gerelateerde ziektes en insectenplagen vinden we ook nog steeds veel dode bomen in het bos. Dit is met name het geval bij bossen met monoculturen van fijnspar, en in mindere mate lariks.
Dennis: “Afhankelijk van de wensen van de eigenaar kunnen we verschillende kanten op. Doorgaans willen we deze locaties gebruiken om verjonging te realiseren. Daarvoor verwijderen we wel groepsgewijs aangetaste of dode bomen, waarna we vrijwel altijd andere bomen, een menging van soorten, aanplanten. Individuele dode bomen verwijderen we op plekken waar ze gevaar kunnen opleveren. Op andere plekken, bijvoorbeeld midden in het bos, blijven individuele dode bomen ook vaak staan of liggen. In het dode hout kunnen insecten, vogels zoals spechten, en andere dieren schuilen.”

Waarom snoeien?

Met het oog op het onderhoud van bomen vindt er ook veel snoeiwerk plaats in de wintermaanden. Dennis vertelt: “Sommige bomen, zoals wilgen, hebben baat bij snoeien. Zonder regelmatige snoei worden takken van snelgroeiende bomen als de wilg te zwaar, waardoor de boom kan inscheuren of omvallen. In het bos zijn de bomen die een snoeibeurt krijgen meestal bomen die gevaarlijke situaties opleveren langs wegen en paden.”

Gebleste bomen in het bos: blauwe stip (toekomstboom) blijft staan, de boom met de oranje ring gaat

Blessen

Voorafgaand aan het zaagwerk in de winter gaan bosbeheerders het bos in om te blessen. Daarmee markeren ze de stammen van bepaalde bomen om aan te geven welke boom zal wijken. Toekomstbomen krijgen soms ook een aparte markering. Dennis: “Het blessen gebeurt op basis van onze vakkennis in combinatie met de wensen van de eigenaar. Vaak is dit vastgelegd in een bosbeheerplan. Maatregelen zijn vaak gericht op het versterken van de aanwezige natuurwaarden van een bos. In bossen waar bijvoorbeeld Douglas groeit voor houtbouw en andere toepassingen, kijkt men welke bomen dat jaar geoogst kunnen worden om zo de blijvende bomen, van hogere kwaliteit, de ruimte te geven om nog harder te groeien. Ook dat gebeurt heel secuur.”

De ene velling is de andere niet: Handmatig zagen met de kettingzaag (links) (Bron: Renzo Hop) en werken vanaf de weg met een harvester (rechts)

Vakmanschap en veiligheid

Dennis: “Het zaag- en snoeiwerk dient altijd door professionals te gebeuren. Er komt veel bij kijken wat betreft veiligheid bij de uitvoering. Niet alleen qua beschermende kleding en apparatuur; ook de omgeving moeten we vaak afzetten. De bodem moeten we zoveel mogelijk beschermen tegen bodemverdichting. Dit kan door gebruik te maken van speciaal materiaal, en door zware machines te beperken tot de vooraf aangegeven dunningspaden. De ene velling is de ander niet; afhankelijk van de omgeving en het aantal bomen wordt gebruikgemaakt van handmatige velling, een harvester of ander specialistisch materiaal. Er zijn, in speciale gevallen, zelfs nog paarden werkzaam in het bos die boomstammen verslepen.
Bomen waar bijvoorbeeld vleermuizen in bivakkeren moet je bij het blessen al ontzien, maar ook bij de uitvoer is het belangrijk om dit in de gaten te blijven houden. Als beheerder kun je nooit altijd overal aanwezig zijn. Om de werkzaamheden toch naar wens te laten verlopen, leggen we de uitvoering uitsluitend neer bij vakkundige mensen, zogenaamde ERBO aannemers. Het maken van afspraken en het houden van korte lijntjes is daarbij een must.”

Waar gaat het hout heen?

Er zijn nogal wat misverstanden over de bestemming van hout. Tak- en tophout dat overblijft na snoeien of vellen, blijft als regel liggen in het bos en is zeer belangrijk voor de nutriënten in de bosbodem. Wat betreft de stammen is het voor omstanders vaak niet duidelijk waar de stapels hout heen gaan. De AVIH heeft daarom recent, samen met Staatsbosbeheer, een kaartje met QR-code ontwikkeld waarop staat waar het geoogste hout naartoe gaat. Het is bijvoorbeeld voor gebruik in houtbouw, dat een stuk duurzamer is dan beton, voor meubels, pallets, karton, hekken en tuinhuisjes. Slechts een klein deel van het hout uit het Nederlandse bos gaat als brandhout weg. Bij de leden van de Bosgroepen gaat nauwelijks hout richting biomassa; het betreft dan vrijwel uitsluitend hout uit omvormingsbeheer naar open en lage vegetatie, zoals heide.  
Dennis: “De mooiste en meest bijzondere stammen gaan jaarlijks onder de hamer tijdens de Nederlandse Rondhoutveiling. Daar krijgen ze een duurzame eindbestemming, zoals houten meubels, masten en kunstvoorwerpen. Of ze worden gebruikt voor de renovatie van bijvoorbeeld monumenten en vloeren. Dat hout gaat weer generaties lang mee in de nieuwe vorm.”

Tekst: Bosgroepen
Foto's: Bosgroepen; Renzo Hop