Duizendblad in droog grasveld

Mediterranisering van Nederlandse flora

FLORON
23-AUG-2022 - De zomers worden warmer en droger. Langere perioden met hittegolven en droogte worden het nieuwe normaal. Als gevolg van de vele weersextremen van de afgelopen jaren zien we een mediterranisering van onze flora. Er zijn winnaars zoals spectaculaire orchideeën en de Grote klaproos maar ook verliezers zoals de zeldzame wolfsklauwen en de algemene Beuk. Lees verder voor meer winnaars en verliezers.

Zomers met tropisch hete dagen, warme plaknachten en wekenlang geen regen, al dan niet afgewisseld met extreem veel neerslag in korte tijd. Je kunt er maar beter aan wennen, want volgens klimaatwetenschappers is de kans groot dat we hier steeds vaker mee te maken krijgen. We krijgen meer en meer een mediterraan klimaat en dit leidt onder andere tot gele bermen, dijken en grasvelden, opgedroogde watergangen en poelen en bomen die in augustus hun blad al verliezen. Dit vraagt om aanpassingen van onze Nederlandse flora; dit kan leiden tot gaten in de begroeiing, met planten die zich wel kunnen wapenen tegen hitte en grote variatie in neerslag als overwinnaars. Ecologen en andere professionals in het natuurbeheer en -beleid zijn zoekende hoe met de gevolgen van droogte om te gaan.

Winnaars in mediterraan Nederland

De één z’n dood, is de ander z’n brood. Daar waar het gras in bermen en graslanden uitdroogt en afsterft, komt plek voor kruiden die beter bestand zijn tegen extremere omstandigheden. De meeste grassen hebben maar korte wortels en leggen het loodje als zij te lang geen water krijgen. Vooral éénjarige kruiden profiteerden van de afgenomen grasbedekking, denk hierbij aan soorten als Paarse dovenetel, Grote klaproos en Zachte en Kleine Ooievaarsbek. Ook tweejarige soorten zoals Gewoon jakobskruiskruid, Peen en Rode klaver profiteren van de vrijgekomen plekken. Ten opzichte van overblijvende soorten hebben één- en tweejarige soorten het voordeel dat zij gemiddeld twintig dagen eerder bloeien dan overblijvende planten. Dat betekent dat zij hun kwetsbare bloeitijd al hebben gehad, en vaak al zaad hebben gezet, voordat de ergste hitte en droogte hun tol beginnen te eisen. Jakobskruiskruid en Peen hebben daarnaast het voordeel van een lange penwortel waarmee ze langer toegang hebben tot water uit de grond. Ook zogenaamde C4-planten doen het opvallend goed in Nederland.

Bijenorchis weet zijn weg in Nederland steeds beter te vinden

Willen planten overleven in mediterraan Nederland, dan zijn zij gebaat bij aanpassingen welke we ook veel zien bij planten die rondom de Middellandse Zee groeien. Denk hierbij aan beharing op de plant, of bladen met een vet bladoppervlak. Hierdoor kunnen planten zuiniger met water omgaan. Daarnaast gaat het om planten die een zomerrust aanhouden; ze doorstaan de droogte en warmte als zaad, bol of wortelstok.

In Nederland vinden steeds meer van oorsprong zuidelijke plantensoorten een plekje in de stad en de natuur. Dit zijn niet alleen bescheiden ogende planten zoals Kransmuur en Klein fakkelgras, maar ook meer spectaculaire orchideeën als Bijenorchis en Bokkenorchis.

Wij reislustige Nederlanders zijn goed in het per ongeluk helpen verspreiden van zuidelijke soorten. Na onze vakantie blijven ongemerkt allerlei zaden aan onze tent, caravan, auto en kleding hangen. Gaan we in Nederland naar een volgende camping (pdf; 0,1 MB), of worden de automatten bij de voordeur uitgeklopt, dan vinden die zaden een goede Hollandse bodem en een steeds geschikter klimaat. Soorten als Vroeg beemdgras en Naaldzaadbloem worden op steeds meer campings aangetroffen.

Deze beuk heeft door de hittestress een deel van zijn bladeren laten vallen, zeker twee maanden te vroeg

En de verliezers?

Planten van vochtige en natte bodems en sloten, beken en rivieren hebben veelal sterk te lijden onder langdurige droogte, zeker als dat gepaard gaat met een sterke daling van het (grond)waterpeil. Tot op zekere hoogte kunnen zij doorschuiven langs de verschillende gradiënten (van hoog en droog naar laag en vochtig tot nat). Maar ook hier zitten grenzen aan, zeker als een watergang op een gegeven moment echt helemaal droog staat.

Zelfs op van nature drogere plaatsen zijn effecten te constateren. Naast grassen kwijnen ook veel andere bloemrijke kruiden weg die niet gebouwd zijn op langdurige hitte en droogte. Zij produceren minder nectar en leggen het uiteindelijk af. Dit heeft weer gevolgen voor allerlei insectensoorten, die minder nectar tot hun beschikking hebben en hierdoor mogelijk ook verzwakken of sterven. Dit is zeker het geval in bermen en graslanden waar de meer warmte- en droogteproof planten hun plek nog niet hebben gevonden.

Ook in droog bos en hei zijn effecten waarneembaar, bijvoorbeeld Beuk en Struikhei hebben het zichtbaar moeilijk. Door heel Nederland laten Beuken met te veel droogtestress hun bladeren vallen en ook veel heidegebieden zien er weinig florisant uit. Na de droge jaren van 2018, 2019, 2020 en 2022 zijn er tussen de bloeiende Struikhei steeds meer bruine en afgestorven struikjes te zien.  

De aanhoudende zomerdroogte van 2018 bleek desastreus voor Stekende wolfsklauw en andere wolfsklauwen. In 2019 gingen Drentse en Gelderse floristen de bekende groeiplaatsen in hun provincies langs. Over de dramatische resultaten van deze inventarisaties schreven zij een natuurbericht en artikel in het tijdschrift PLANTEN (pdf; 0,4 MB). Bekijk ook de uitzending van de NOS van 8 augustus 2022 over de gevolgen van de droogte voor de natuur.

Wat kunnen we verwachten?

De mediterranisering van Nederland zal verder doorzetten. Langere perioden van hitte en droogte leiden tot meer open bodems in de zomer en maken ruimte voor mediterrane soorten. De gaten die met het eventueel verdwijnen van planten uit ecosystemen vallen, kunnen effecten hebben op andere afhankelijke soorten (bijvoorbeeld dieren en paddenstoelen). Er wordt al veel discussie gevoerd of we deze gaten actief moeten opvullen met bijvoorbeeld planten uit zuidelijker regionen, of dat we de natuur zijn beloop moeten laten hebben.

Tekst: Leonie Tijsma & Baudewijn Odé, FLORON
Foto's: Leonie Tijsma (leadfoto: Peen in droog grasveld); Theo Muusse, Staatsbosbeheer