wilde bij

Veranderende patronen in voorkomen van bestuivers

De Vlinderstichting
28-APR-2016 - Insecten zoals bijen, zweefvliegen en vlinders zijn belangrijk voor bestuiving van wilde planten en landbouwgewassen. Daarom is het belangrijk te begrijpen hoe bestuivende insecten worden beïnvloed door klimaatverandering en landgebruik. Recent onderzoek laat zien hoe veranderingen in verspreiding van bestuivers gedurende de laatste 60 jaar samenhangen met hun specifieke eigenschappen.

Bont zandoogje met stuifmeel van paardenbloemBestuivers worden beïnvloed door klimaat en landgebruik. Veel bestuivende insecten, vooral zeldzame en bedreigde soorten, zijn de afgelopen decennia steeds verder achteruit gegaan, vooral door intensivering en schaalvergroting in landgebruik. Daarentegen hebben wijd verbreide soorten hun areaal vaak verder uitgebreid; vooral bij zweefvliegen is dit het geval. Dit kan worden verklaard door klimaatopwarming enerzijds en veranderingen in het landschap anderzijds. Het onderzoek laat voor zowel bijen, zweefvliegen als dagvlinders een noordwaartse uitbreiding binnen Nederland zien. In sommige gevallen is ook een verandering oost- of westwaarts te zien. Zo is bij dagvlinders over het geheel sprake van een oostwaartse verschuiving, vermoedelijk vanwege verstedelijking en het verdwijnen van bloemrijke graslanden in West-Nederland.

Verschillen tussen soorten

De onderzoekers vonden dat de veranderingen in verspreiding afhangen van de eigenschappen van de soorten, zoals voedsel- en habitatbenutting, lichaamsgrootte en vliegtijd. ‘Soorten bijen en vlinders die gedijen in het cultuurlandschap hebben zich de laatste 60 jaar veel sterker uitgebreid dan soorten die aangewezen zijn op natuurgebieden’, zegt eerste auteur Jesús Aguirre-Gutiérrez van Naturalis. Voor dagvlinders werd ook duidelijk dat de stikstofwaarde van hun voedselplanten bepalend was voor de grootte van hun noordwaartse verschuiving. ‘Nederland behoort tot de landen met de hoogste stikstofneerslag ter wereld’, licht mede-auteur Michiel Wallis de Vries van De Vlinderstichting en Wageningen University toe. ‘Dat heeft grote gevolgen voor de plantengroei en blijkt nu dus ook door te werken op het voorkomen van de vlinders.’

Ook hommels, zoals deze weidehommel, zijn belangrijke bestuivers

Gevolgen voor bestuiving?

Veel landbouwgewassen en wilde planten zijn afhankelijk van bestuiving door insecten. Veranderingen in voorkomen van bestuivende insecten kunnen bepalend zijn voor zaadzetting en vruchtvorming van planten. ‘Hoewel we de veranderingen in verspreiding van bestuivers nu beter kunnen begrijpen in relatie tot veranderingen in landgebruik en klimaatverandering, weten we nog weinig over de gevolgen voor de plantensoorten die van deze bestuivers afhankelijk zijn’, zegt Daniel Kissling van de Universiteit van Amsterdam. ‘Dit vergt nader onderzoek, maar deze studie brengt ons een flinke stap verder om toekomstige veranderingen in bestuivers en daarvan afhankelijke soorten te kunnen voorspellen.’ 

Het onderzoek verscheen zojuist in Scientific Reports en komt voort uit een samenwerking tussen onderzoekers van Naturalis Biodiversity Center, de Universiteit van Amsterdam, University of Brasilia, De Vlinderstichting, Wageningen UR en het Helmholtz Centre for Environmental Research – UFZ.

Tekst: Michiel Wallis de Vries, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling (leadfoto: wilde bij)