Voorbeeldexoten LIFE Resilias

LIFE Resilias voorkomt dominantie van invasieve exoten, door de veerkracht van bos en natuur te versterken

Bosgroepen, Stichting Bargerveen
16-MRT-2021 - In onze bossen en natuurterreinen komen verschillende uitheemse planten- en diersoorten voor, ook wel exoten genoemd. Ongeveer 10% daarvan gedraagt zich invasief en verspreidt zich ten koste van lokale inheemse soorten. Dat kan een serieuze bedreiging zijn voor de biodiversiteit en daarmee het functioneren van het ecosysteem. LIFE Resilias laat zien hoe je dominantie van exoten kunt doorbreken.

Uitheemse dieren en planten zijn (on)bewust geïntroduceerd en komen hier van nature niet voor. Vaak zijn deze invasieve exoten lastig te bestrijden en bemoeilijken ze het behalen van natuurdoelen. Ook maakt het bestrijden van de plaagsoorten beheer complexer en duurder. Het project LIFE Resilias zet met een ‘systeemgerichte aanpak’ in op het effectief en efficiënt beheersbaar maken van invasieve exoten. Dit gebeurt door de veerkracht en diversiteit van het hele ecosysteem te versterken.

Focus op duurzaam beheer

Het Europese beleid ten aanzien van invasieve exoten kent drie strategieën:

  • preventie
  • opsporen en eliminatie
  • beheer

De focus van LIFE Resilias ligt op een nieuwe innovatieve strategie, namelijk het duurzame beheer van de ecosystemen waarin invasieve exoten aanwezig zijn.

“Het unieke van dit project is dat het de nadruk legt op het goed functioneren van de bestaande ecosystemen, in plaats van op het voortdurend bestrijden van de exoten”, legt Bart Nyssen uit. Als senior expertmedewerker bosecologie bij projectpartner Bosgroep Zuid Nederland is hij al vanaf het prille begin betrokken bij het project. “Mooi meegenomen is dat we daarmee ook aan de preventie van vestiging van nieuwe exoten werken”, benadrukt Bart.

De Japanse duizendknoop maakt gretig gebruik van het beschikbare licht en breidt zich hier snel uit

Bestrijden loont doorgaans niet, beheren wel

“We weten inmiddels dat bestrijden in veel gevallen niet alleen enorm tijdrovend is en heel veel geld kost, maar ook dat het op de lange termijn geen oplossing is om de wijdverspreide exoten onder de duim te krijgen”, vervolgt Bart zijn verhaal. “Ze volledig wegkrijgen blijkt doorgaans niet haalbaar, zeker niet zonder ook het ecosysteem zelf aan te pakken via een zorgvuldig beheer. Steeds opnieuw moeten er acties uitgevoerd worden. Het is effectiever om te kijken hoe je bos en natuur dusdanig kunt beheren dat de exoot de inheemse flora en fauna niet bedreigt. De exoot krijgt daarmee als het ware een eigen plek in het ecosysteem, maar zonder dat hij forse schade toebrengt aan het systeem en de biodiversiteit. Naarmate het ecosysteem sterker en veerkrachtiger wordt, krijgt de invasieve exoot steeds minder de kans om zich schadelijk te manifesteren."

Een ecosysteemaanpak die breed inzetbaar is

De voorbeeldexoten in LIFE Resilias“We hanteren daarmee in LIFE Resilias een benadering die voor veel beheerders nog relatief nieuw of onbekend is", vult Janneke van de Loop aan. Als senior ecoloog en projectleider bij projectpartner Stichting Bargerveen is ze gespecialiseerd in systeemgericht natuurherstel. “We noemen dat de ecosysteemaanpak. In dit project werken we met een viertal voorbeeldexoten in verschillende habitats: Aziatische duizendknopen in beekdalen en graslanden, Amerikaanse vogelkers in bossen en watercrassula en zonnebaars in wetlands. De werkwijze is niet in alle ecosystemen toe te passen, maar veel ecosystemen die bedreigd worden door een invasieve exoot lenen zich uitstekend voor deze aanpak. Het principe blijft hetzelfde, alleen de habitat of exoot verandert”, legt Janneke uit.

“In de wetenschappelijke wereld wordt de ecosysteemaanpak ‘Ecosystem Resilience Approach (ERA)’ genoemd. Door op zoek te gaan naar de zwakke plekken van de invasieve exoot, kan je op deze zwaktes inspelen en het ecosysteem zodanig versterken dat de omstandigheden dusdanig zijn dat de exoot niet kan domineren. Bijvoorbeeld door inheemse soorten in te brengen die de concurrentie met de exoot aangaan. De inheemse soorten nemen iets weg wat de exoot nodig heeft om dominant te worden, zoals voldoende licht of ruimte om snel te kunnen groeien en verspreiden”, licht Janneke toe.

Natuurlijker en effectiever

“Deze aanpak is mogelijk niet alleen effectiever, maar ook natuurlijker", vult Bart aan. "Er is bijvoorbeeld geen gif nodig en ook de inzet van machines en menskracht is op termijn tot een minimum te beperken. We helpen de natuur simpelweg op gang en dat maakt de ecosystemen meer divers en veerkrachtiger. Daardoor zijn de systemen sterk genoeg om een dominantie van de invasieve exoot te verhinderen. De verhoogde veerkracht verkleint ook de kans dat ecosystemen in de toekomst in de problemen komen door nieuwe invasieve soorten.”

Een wetland waarbij watercrassula volledig domineert

Toepassen, ervaren, monitoren en kennis delen

Het demonstreren van de ecosysteemaanpak, de voordelen van deze benadering, hoe je deze methode in kunt zetten, wat dat betekent voor het beheer en de doorvertaling naar beleid zijn belangrijke onderdelen van LIFE Resilias. Daar gaat het projectteam de komende zeven jaar gericht mee aan de slag. Dit doen we samen met beheerders, eigenaren, beleidsontwikkelaars en andere belanghebbenden. Op deze manier zetten we op duurzame wijze en met een breed inzetbare methode in op het effectief en efficiënt vergroten van de veerkracht van ecosystemen. Zo zorgen we dat ze in de toekomst naar verwachting zelf krachtig genoeg zullen zijn om dominantie van andere invasieve exoten tegen te gaan.

Meer informatie over LIFE Resilias is te vinden op de projectwebsite resilias.eu.

Project LIFE Resilias is mede mogelijk dankzij de Europese Unie en heeft financiering ontvangen vanuit het LIFE-programma.
Daarnaast hebben Rijkswaterstaat en de provincies Noord-Brabant en Utrecht zich als sponsoren verbonden aan het project.

Tekst: Bosgroep Zuid Nederland en Stichting Bargerveen
Foto's: Pixabay (leadfoto: Japanse duizendknoop); Stéphane Delplanque (leadfoto: watercrassula); Gmihail at Serbian Wikimedia (leadfoto: Amerikaanse vogelkers); Paul van Hoof (leadfoto: zonnebaars); Aikwok; Bosgroep Zuid Nederland; Stichting Bargerveen