Ecologisch belang fenologie

Planten en dieren zijn onderdeel van een complex systeem van veelal ingewikkelde interacties:

  1. Interacties die tussen individuen van eenzelfde soort plaats vinden zoals voortplanting.
  2. Interacties tussen individuen van verschillende soorten zoals bestuiving of concurrentie om voedselbronnen.
  3. Interactie tussen individuen en allerlei omgevingsfactoren zoals weer, water en bodem.

Planten en dieren zijn voortdurend bezig om het tijdstip waarop ze actief zijn af te stemmen met hun omgeving. Ze proberen kans op overleving en voortplanting zo groot mogelijk te maken. In de loop van de evolutie blijken relatief constante processen zoals het verloop van de temperatuur gedurende het jaar of de veranderingen in daglengte voor veel soorten een houvast te zijn. Vogels gaan pas eieren leggen als de lengte van de dagen in het voorjaar toeneemt en de bladeren van bomen beginnen te verkleuren zodra de temperatuur onder een bepaalde waarde zakt en de daglengte afneemt. Aangezien het weer variabel is hebben planten en dieren ‘geleerd’ hoe ze op deze variatie in kunnen spelen.

Koolmees op jacht naar eikenprocessierupsen Koolmees op jacht naar eikenprocessierupsen (Bron: Silvia Hellingman)

Bij een verandering van het klimaat passen soorten zich op een andere manier aan waardoor de bestaande interacties mogelijk niet meer werken. We zien bijvoorbeeld dat rupsen beduidend eerder actief worden bij een temperatuurstijging in het voorjaar terwijl vogels hun eilegdatum minder sterk vervroegen bij een stijging van de temperatuur. Deze ‘mismatch’ kan consequenties hebben voor de voedselbeschikbaarheid voor jonge vogels en daarmee het voortplantingssucces beïnvloeden. De aanname is dat hoe sneller het klimaat verandert, hoe groter het probleem van mismatches zal zijn. Het is echter vrijwel onbekend hoe de interacties tussen soorten gaan veranderen door fenologische veranderingen.