Jonge koolmezen

Klimaatverandering steeds zichtbaarder in natuur

De Natuurkalender
1-AUG-2008 - Het KNMI maakt gisteren bekend dat de temperatuur tegenwoordig 1,5°C hoger is dan rond 1950. De stijging is twee keer hoger dan wereldwijd. De gevolgen van deze klimaatverandering worden steeds duidelijker zichtbaar in natuur in onze directe omgeving. Je moet alleen even weten waar je op moet letten.

Bericht uitgegeven door De Natuurkalender op vrijdag 1 augustus 2008.

Het KNMI maakt gisteren bekend dat de temperatuur tegenwoordig 1,5°C hoger is dan rond 1950. De stijging is twee keer hoger dan wereldwijd. De gevolgen van deze klimaatverandering worden steeds duidelijker zichtbaar in natuur in onze directe omgeving. Je moet alleen even weten waar je op moet letten. Hieronder een groot aantal voorbeelden op een rij.

Het KNMI rapport “De toestand van het klimaat in Nederland in 2008” geeft een helder cijfermatig overzicht van hoe bijzonder de weersomstandigheden in de afgelopen jaren zijn geweest. We hebben te maken gehad met een zeer groot aantal weersextremen. Hitte, droogte en overmatige regenval. Alles is voorbij gekomen. De gevolgen van deze extreme weersomstandigheden op de natuur hebben ook regelmatig het nieuws gehaald. We kunnen inmiddels stellen dat de structurele en grootschalige veranderingen in het klimaat ook structurele veranderingen in de natuur veroorzaakt. Het gaat te ver om hier een volledig overzicht te geven maar de voorbeelden die ik hieronder geef laten zien hoeveel er aan het veranderen is in de Nederlandse natuur.

Groeiseizoen een maand langer
Uit mijn promotieonderzoek concludeer ik op basis van 180.000 fenologische waarnemingen dat de lengte van het groeiseizoen in de afgelopen jaren een maand langer is dan voor 1990. Het opsplitsen van het jaar in vier seizoenen van elk drie maanden moeten we misschien maar gaan loslaten. De laatste jaren hebben we vanuit De Natuurkalender regelmatig opvallende verschuivingen in de seizoenen waargenomen. Denk bijvoorbeeld terug aan de extreem warme herfst van 2006 die gevolgd werd door de extreem warme winter 2006/2007. Doordat we tot 15 oktober 2006 te maken hadden met de gemiddelde zomertemperatuur duurde het heel lang voordat de herfst zijn intrede deed. Bomen als linde, berk, eik en beuk hielden hun blad veel langer dan normaal het blad aan de takken en de bladverkleuring kwam zeer laat op gang. De herfst was daarmee weer later dan het recordjaar 2005. Begin december 2006 bleek uit een quickscan van De Natuurkalender dat nog 240 wilde plantensoorten en ruim 200 tuinplanten in bloei stonden. Het was ook zeer uitzonderlijk dat in december 2006 vlinders als de kolibrievlinder, atalanta, gehakkelde aurelia, kleine vuurvlinder en dagpauwoog nog rondvlogen. Er werden jonge eendjes gemeld, zanglijsters lieten alweer van zich horen en kieviten bleven in Nederland hangen. Ook teken gingen in deze winter niet of nauwelijks in winterrust. De hele winter door werden actieve teken aangetroffen in de Nederlandse natuur.

Foto Bosanemoon Arnold van VlietVroege voorjaren
De winter wordt niet alleen aan de voorkant korter maar ook aan de achterkant. Het voorjaar begint steeds eerder. Dit jaar is ook uitzonderlijk vroeg begonnen. De bosanemoon stond bijvoorbeeld bijna een maand vroeger dan normaal in bloei en de bloei duurde ook nog eens twee keer zo lang. In 2007 begon het voorjaar gemiddeld 25 dagen eerder dan 50 jaar geleden. Het voorjaar in 2006 begon daarentegen weer laat aangezien het jaar ‘koud’ begon. Ondanks deze koude start is het jaar toch op het warmste ooit uitgekomen.

Jonge koolmezenVogels in problemen
Een vroeg voorjaar kan voor sommige vogels nadelige gevolgen hebben. In het voorjaar van 2007 kwamen jonge vogeltjes drie weken te laat uit het ei. Door de hoge temperaturen was de ontwikkeling van rupsen veel sneller gegaan. De vogels miste daardoor de rupsenpiek. Trekvogels als de bonte vliegenvanger, de grutto en de koekoek ondervinden hinder van de sterke vervroeging van het voorjaar.

Korter groeiseizoen door droogte
Het actieve groeiseizoen kan door sterkte droogte echter weer korter worden omdat planten en dieren een droge periode niet kunnen overleven of juist weer in ruste gaan. In 2007 hadden we in april bijvoorbeeld te maken met een extreem droge maand. Juli 2006 was ook al extreem warm en droog net als de hele zomer in 2003. De effecten die droogte op de natuur zijn echter complex en zeer divers. Een overzicht is te vinden op de Natuurkalender pagina “Invloed van de hitte en de droogte in Nederland op de natuur” .

Bloeiend alsemambrosia, Foto: Arnold van VlietTwee maanden langer hooikoorts
In oktober 2006 signaleerden we met De Natuurkalender de opkomst van de hooikoortsplant ambrosia. Deze plant die tot nu toe vooral in het zuiden van Europa overlast veroorzaakt lijkt ook in Nederland vaste grond onder de voeten te krijgen. Een warme herfst bevordert de kans dat deze laatbloeiende plant zaden kan produceren. Door de vroegere start van bloei in het voorjaar komen de pollen van hazelaar, els en berk ook steeds eerder in de lucht.

Toename van zuidelijke en warmteminnende planten en dieren
Slanke rolsprietslak, Foto: P.H. BragtDoor het veranderende klimaat worden verbeteren de leefomstandigheden voor planten en dieren die van warme omstandigheden houden maar krijgen koudeminnende soorten het juist lastig. Eigen verschijnen overal in de Nederlandse natuur nieuwe planten en dieren en breiden soorten zich uit als gevolg van de warme jaren. Recente voorbeelden hiervan zijn de goudbrasem, het kortsnuitzeepaardje, de rolsprietslak, de wespenspin, de grote keizerlibel, het veelkleurig aziatisch lieveheersbeestje en de japanse duizendknoop. Bij de soorten die het juist minder goed gaan doen zijn bijvoorbeeld het korhoen, de kemphaan, de turfloopkever en de zilveren maan.

Ziekten en plagen
Het verschijnen van nieuwe planten en dieren kan ook vervelende consequenties hebben. Door de warmte krijgen we ook te maken met andere ziekten en plagen in ons land. Voorbeelden hiervan zijn de bladvlekkenziekte die maïs aantast en tot nu toe vooral in Zuid-Europa en Duitsland problemen veroorzaakte en nu ook in Nederland is opgedoken. Ook de maïswortelboorder, het tomatengeelkrulbladvirus en de blauwtong kunnen in dit lijstje geplaatst worden. Een soort die de laatste jaren sterk van zich doet spreken is de eikenprocessierups. De rups met irritante brandharen heeft inmiddels meer dan de helft van Nederland veroverd en uit onderzoek van De Natuurkalender blijkt dat de kans groot is dat hij rond 2020 in heel Nederland aangetroffen kan worden.

Conclusie
De analyse van de duizenden natuurwaarnemingen laat zien dat er veel in de Nederlandse natuur aan het veranderen is als gevolg van de veranderingen in het klimaat. Een volledig beeld van deze veranderingen en de consequenties voor natuur en de mens ontbreekt echter nog volledig. Met de verwachte klimaatveranderingen in de komende jaren is het belangrijk om onze kennis over de effect op de natuur te vergroten. Ik wil iedereen dan ook oproepen om waarnemingen in de natuur te doen en deze door te geven aan de diverse natuurorganisaties (zie bijvoorbeeld www.natuurkalender.nl, www.telmee.nl en www.waarneming.nl). Ook hebben we meer onderzoekers nodig. Jongeren die nog een keuze moeten maken voor een studie en die geïnteresseerd zijn in klimaatverandering kunnen bij Wageningen Universiteit de nieuwe studie Climate Studies volgen (voor meer informatie: www.mcl.wur.nl).

Tekst: Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen Universiteit

Meer informatie klimaat:

Meer informatie verandering in start en duur groeiseizoen:

Meer informatie areaalverandering planten en dieren:

Meer informatie hooikoortsseizoen: