Struisvarenbuisje
Wolsmaria
N.J.Dam

Zoek eens naar het struisvarenbuisje

Nederlandse Mycologische Vereniging
18-SEP-2009 - Begin september werd er een struisvarenbuisje gevonden in het kleine pinetum van landgoed Schovenhorst bij Putten. Dit is de derde locatie waar deze bijzondere paddenstoel in Nederland is aangetroffen. Alle vindplaatsen tot nu toe stammen uit parkachtige gebieden, waar struisvarens de kans krijgen om oud te worden.

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging op vrijdag 18 september 2009

Begin september werd er een struisvarenbuisje gevonden in het kleine pinetum van landgoed Schovenhorst bij Putten. Dit is de derde locatie waar deze bijzondere paddenstoel in Nederland is aangetroffen. Alle vindplaatsen tot nu toe stammen uit parkachtige gebieden, waar struisvarens de kans krijgen om oud te worden.

Het struisvarenbuisje is minuscuul: een buisje van ongeveer een halve centimeter lang en nog geen millimeter dik. Tot voor kort was het paddenstoeltje in ons land slechts van twee vindplaatsen bekend: de voormalige hortus van de Radboud Universiteit in Nijmegen, en langs de vijver van de binnentuin van landgoed Gunterstein bij Breukelen. Begin september kwam daar een derde vindplaats bij: het kleine pinetum van landgoed Schovenhorst bij Putten. Dit zijn allemaal vindplaatsen in parkachtige gebieden, waar struisvarens de kans krijgen om oud te worden.

Het struisvarenbuisje is een paddenstoel die op het eerste gezicht absoluut niet op een paddenstoel lijkt. Gelukkig helpt zijn Nederlandse naam je meer op weg: een buisje dat op struisvarens groeit. Het is oranjebruin van kleur, met een beetje wit rondom de opening aan de onderzijde. Heel anders dus dan een vliegenzwam of een boleet. Eigenlijk is het net alsof je naar één individueel buisje van een boleet aan het kijken bent. Als je echter met een microscoop de detailstructuur van het struisvarenbuisje bekijkt, blijkt het in alle opzichten om een normale paddenstoel te gaan.

Het struisvarenbuisje heeft een heel specifiek substraat: afgestorven bladscheden aan de stoelen van al wat oudere struisvarens. Het begint daarop te groeien als een ondiep kommetje; naarmate het langgerekter wordt gaat het buisje zich echter verticaal oriënteren, met een kleine opening aan de onderzijde. De sporen worden binnenin gevormd en vallen door die opening naar buiten, waarna ze door de wind meegenomen en verspreid worden.

Struisvarens zijn in Nederland niet inheems. Je kunt je dus afvragen of ook het struisvarenbuisje niet als exoot beschouwd moet worden. Daarover verschillen de geleerden van mening. Zelf beschouw ik het struisvarenbuisje als inheems, aangezien het evenals de varen van nature ook in enkele naburige landen voorkomt. Als wij die varens maar hier naar toe brengen, dan komt het bijbehorende buisje vanzelf wel.

Het lijkt er op dat het struisvarenbuisje in Nederland erg zeldzaam is; toch zie je in tuinen regelmatig struisvarens staan. Zou het misschien zo zijn dat die zeldzaamheid maar schijn is? En dat feitelijk alleen hun geringe formaat de zwammetjes tot een onontdekt bestaan veroordeelt? Zoek ook eens naar struisvarenbuisjes op oude struisvarens in je tuin. Misschien vind je wel de vierde vindplaats in Nederland!

Tekst en foto's: N.J. Dam, Nederlandse Mycologische Vereniging