Pimpernellen voor blauwtjes

De Vlinderstichting
20-SEP-2010 - Bij Posterholt zijn zaterdag 500 grote pimpernellen aangeplant. Deze plant is de enige voedselplant voor het zeldzame donker pimpernelblauwtje. Met deze actie wordt het leefgebied, op de enige vindplaats van deze vlinder in Nederland, versterkt.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting op [publicatiedatum]

Bij Posterholt zijn zaterdag 500 grote pimpernellen aangeplant. Deze plant is de enige voedselplant voor het zeldzame donker pimpernelblauwtje. Met deze actie wordt het leefgebied, op de enige vindplaats van deze vlinder in Nederland, versterkt.

Kinderen en ouderen planten gezamenlijk pimpernellen (foto: Kars Veling)Het donker pimpernelblauwtje was verdwenen uit Nederland. In 2002 vestigde deze Europees beschermde soort zich weer in de omgeving van Posterholt in het Roerdal. De vlinder heeft zich hier tot nu toe goed gehandhaafd. Door de Dienst Landelijk Gebied (DLG) is in samenwerking met De Vlinderstichting een beschermingsplan gemaakt. Een van de doelen in dit plan is om de enige waardplant van het donker pimpernelblauwtje, de grote pimpernel, uit te breiden. Afgelopen zaterdag plantten leerlingen van basisschool de draaiende wieken uit Posterholt, medewerkers van DLG en De Vlinderstichting, vlinderliefhebbers uit de omgeving en uit het nabijgelegen Duitsland, en omwonenden 500 grote pimpernellen in de rand van een graslandperceel vlakbij de huidige vliegplaats. Deze actie was onderdeel van de festiviteiten rond het 75-jarig bestaan van DLG.

500 planten gingen de grond in (foto: Kars Veling)

Een van de 500 grote pimpernellen (foto: Kars Veling)Het donker pimpernelblauwtje is een zeer zeldzame vlinder in Nederland, die alleen nog in het Roerdal voorkomt. Het is een echte specialist. Het donker pimpernelblauwtje is altijd dicht bij zijn waardplant, de grote pimpernel, te vinden. Alleen op deze plant worden de eitjes afgezet, en het is de enige nectarbron voor de vlinder. Bijna drie weken lang leeft het rupsje van de zaden op de plant. Dan verlaat de rups de plant en laat zich door werksters van de gewone steekmier of de moerassteekmier meenemen naar het mierennest. Daar blijft de rups tien maanden. Na de winter verpopt de rups in het mierennest en in juli kruipt de vlinder uit de pop en verlaat het mierennest onder de grond. Op de plekken waar de planten zijn neergezet is natuurlijk eerst gekeken of ook de juiste mierensoorten aanwezig zijn. Hopelijk breidt het donker pimpernelblauwtje zich door deze actie verder uit.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting