Grauwe klauwieren op zijn Afrikaans

Stichting Bargerveen
17-DEC-2012 - Terwijl Nederland steeds meer een winterse aanblik krijgt, zijn de Grauwe klauwieren in het warme Afrika aangekomen. Tot nu toe is er weinig bekend over de trek en overwintering van deze soort. Hierin komt verandering door twee nieuwe projecten in het ‘Jaar van de Klauwieren’. Met ‘geolocators’ kan de trekroute en het trekgedrag steeds beter worden bepaald; in Afrika worden de klauwieren dit jaar onderzocht in hun overwinteringsgebieden.

Bericht uitgegeven door Stichting Bargerveen [land] op [publicatiedatum]

Terwijl Nederland steeds meer een winterse aanblik krijgt, zijn de Grauwe klauwieren in het warme Afrika aangekomen. Tot nu toe is er weinig bekend over de trek en overwintering van deze soort. Hierin komt verandering door twee nieuwe projecten in het ‘Jaar van de Klauwieren’. Met ‘geolocators’ kan de trekroute en het trekgedrag steeds beter worden bepaald; in Afrika worden de klauwieren dit jaar onderzocht in hun overwinteringsgebieden. 

Grauwe klauwier (foto: Jorrit Vlot)Onderzoekers van Stichting Bargerveen en twee studenten (van de Radboud Universiteit Nijmegen en de HAS in Den Bosch) onderzoeken drie maanden lang Grauwe klauwieren in Zambia. De klauwieren worden daar vanaf begin november tot half januari gezien. Tot nu toe zijn al meer dan 100 klauwieren gevangen. De vogels worden individueel geringd zodat de onderzoekers ze kunnen blijven volgen en de conditie van spieren, vetopslag en veren (ruipatroon) kunnen bepalen. Het gebied in Zambia ligt vrij noordelijk in het overwinteringgebied en zoals verwacht vindt er veel doortrek plaats. Hoeveel klauwieren in Noord-Zambia blijven overwinteren zal de komende weken blijken.  

Sprinkhaan (foto: Jorrit Vlot)In dezelfde periode bepalen de onderzoekers het voedselaanbod voor klauwieren en andere insectivore vogelsoorten. Vanaf eind november start het regenseizoen wat naar verwachting een forse piek in het insectenaanbod op gaat leveren. In november leverden de vochtige graslanden langs de rivier veel voedsel op, met name sprinkhanen en kevers. Op zeer warme dagen schoven de klauwieren echter op naar het halfgesloten Miombo-bos. De verwachting is dat nu de regens doorzetten de klauwieren zich verplaatsen van de steeds nattere graslanden langs de rivier naar de hogerop gelegen droge graslanden.

De kans dat de onderzoekers een Nederlandse broedvogel tegenkomen is gering. De Nederlandse populatie bestaat uit slechts enkele honderden individuen; een fractie van de paar miljoen dieren die elders in Europa en Azië broeden. Waar ‘onze’ klauwieren precies overwinteren weten we vanaf volgend voorjaar, wanneer er klauwieren terugkeren die een ‘geolocator’ met zich mee dragen. Deze geolocators bepalen met behulp van een lichtsensor de zonsopkomst en zonsondergang. Dit geeft voldoende informatie om een vrij nauwkeurige plaatsbepaling te maken. Het werken met deze lichtgewicht geolocators is pas sinds een paar jaar mogelijk, maar levert direct bijzondere resultaten op. Zo valt in het decembernummer van Science te lezen dat met behulp van deze locators achterhaald is waarom Grauwe Klauwieren en Noordse Nachtegalen in 2011 zo laat terugkeerden uit zuidelijk Afrika. Het probleem bleek de extreme droogte in de Hoorn van Afrika, waardoor ze tijdens de voorjaarstrek veel langer op hun stop-over plek moesten verblijven.

Grauwe klauwier (foto: Jorrit Vlot)Meer over het onderzoek aan Grauwe Klauwieren is te lezen in het laatste nummer van Vogelnieuws, een tijdschrift van Vogelbescherming Nederland (VBN). Het onderzoek in het Jaar van de Klauwieren is mede mogelijk gemaakt door bijdragen van VBN, het Wereldnatuurfonds, het Bettie Wiegmanfonds en een studiebeurs van de Radboud Universiteit Nijmegen.

 

Tekst: Marijn Nijssen, Stichting Bargerveen
Foto's: Jorrit Vlot