Bevervraat aan wilg

Beverkalender oktober: aanleggen voedselvoorraad

Zoogdiervereniging
12-OKT-2012 - Vanaf oktober breekt voor sommige bevers in Nederland een extra drukke periode aan. Een deel van de bevers legt vanaf nu namelijk een voedselvoorraad aan, andere bevers proberen in de winter zelf hun voedsel te verzamelen. Als de winter niet te streng is, lukt dit meestal wel.

Bericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging [land] op [publicatiedatum]

Vanaf oktober breekt voor sommige bevers in Nederland een extra drukke periode aan. Een deel van de bevers legt vanaf nu namelijk een voedselvoorraad aan, andere bevers proberen in de winter zelf hun voedsel te verzamelen. Als de winter niet te streng is, lukt dit meestal wel.

Bevers houden geen winterslaap en als het water bevriest met een dikke ijslaag kunnen ze niet meer onder het ijs vandaan op de oever komen waar hun voedsel staat. Om dit op te lossen knagen ze voor de winter grote hoeveelheden takken af, transporteren ze naar een burcht of hol en steken ze onder water in de modder. Zo ontstaat een enorme stapel takken die deels boven water uit steekt. Als het water is bevroren duiken ze vanuit burcht of hol onder het ijs, knagen een tak uit de voorraad en nemen deze mee naar binnen om van de bast en twijgen te eten.

Bevervraat aan wilg (foto: Vilmar Dijkstra)
In noordelijke landen met strengere winters leggen bevers altijd een voedselvoorraad aan. In Nederland is dat heel wisselend. Soms wordt er een voedselvoorraad aangelegd, maar meestal niet. Hoe de bevers de beslissing nemen om al dan niet een voedselvoorraad aan te leggen is onduidelijk.

Als bevers een voedselvoorraad aanleggen dan doen ze dat voor de burcht of het hol waar ze een groot deel van de winter gaan doorbrengen. In een beverterritorium gebruiken bevers meerdere dagrustplaatsen (burchten en holen, en bij temperaturen boven -5 graden Celsius ook legers). Het aantal holen en burchten in een territorium kan variëren van één tot meer dan tien. Zolang het water niet bevriest, gebruikt de beverfamilie de verschillende dagrustplaatsen door elkaar, waarbij de dieren niet altijd allemaal bij elkaar liggen. Als het water wel bevriest kruipt een beverfamilie meer bij elkaar. Dat gebeurt in territoria waar de bevers een voedselvoorraad hebben aangelegd natuurlijk in die burcht of dat hol waar de voedselvoorraad is opgebouwd.

Als in Nederland het water bevriest en de bevers geen voedselvoorraad hebben aangelegd, dan weten ze zich meestal nog wel te redden. IJs tot enkele centimeters dik stoten ze met hun dikke schedel kapot. Zo kun je midden in een plas wakjes vinden waarbij de ijsschotsjes een beetje rechtop staan. Ook drukken ze zich aan de oever gewoon door het ijs naar boven. Op die wijze kunnen ze langdurig wakken openhouden. Daar profiteren soorten als otter en ijsvogel overigens ook van. Als het te streng vriest dan komen de otters er niet meer doorheen. De enige uitweg is dan een gat knagen in de burcht of proberen het hol naar boven uit te graven en te knagen. Een burcht openknagen lukt nog wel in Nederland.

Vanwege het ontbreken van beren (die burchten openbreken om bevers op te eten) en de zachte winters zijn de Nederlandse beverdaken dun. In landen met beren of met strenge winters zijn daken erg dik en stevig. Daar komen bevers niet zo maar doorheen en bij extreem strenge winters komt het voor dat bevers niet bij hun voedselvoorraad kunnen komen (uitgang helemaal dichtgevroren) en evenmin door het dak kunnen knagen (te dik en bevroren). Als de vorst dan te lang aanhoudt kan de hele beverfamilie verhongeren. Gelukkig komt dat niet zo vaak voor.

Tekst en foto: Vilmar Dijkstra, Zoogdiervereniging