Nachtelijke spanning

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]

Er zijn meer dan 2000 soorten nachtvlinders in ons land en toch zie je deze maar weinig. Zoals de naam al doet vermoeden vliegen de meeste nachtvlinders pas na zonsondergang. Toch zijn er manieren om ze te zien te krijgen.

Je kunt nachtvlinders lokken door te stropen of smeren. Dat is letterlijk stroop tegen een boom of ander object plakken en na een uurtje kijken welke soorten er op zitten te drinken. In een vorig natuurbericht is al een strooprecept gegeven. De zoete stroop is aantrekkelijk als brandstof voor nachtvlinders. Het beste werkt dit in voorjaar, najaar en winter, als er niet veel bloeiende planten zijn, want die worden natuurlijk ook als nectarbron gebruikt.

Je kunt ook overdag goed je ogen de kost geven, want er zijn zeker zo’n honderd soorten die je overdag actief kunt zien. Sommige zitten in rust, maar vliegen wel weg als ze verstoord worden, maar er zijn er ook die gewoon, net als een dagvlinder rondvliegen. Ze drinken nectar uit bloemen en zijn bezig met de voortplanting. De gamma-uil is zo’n dagactieve nachtvlinder en vanaf half mei zijn ze te zien, hoewel vooral in augustus en september hoge aantallen aanwezig zijn. De kolibrievlinder, die inderdaad net als een kolibrie voor bloemen stilstaat en daar de nectar uit zuigt met de lange roltong, is veel schaarser, maar ook deze wordt de afgelopen tien jaar jaarlijks gemeld uit tuinen en andere bloemrijke plekken.

Een andere manier om nachtvlinders te zien te krijgen is door ze aan te lokken met licht. Dat klinkt tegenstrijdig, want nachtvlinders hebben een hekel aan licht en zitten overdag, als het licht is, juist verscholen. Er is nog geen eenduidige verklaring voor het aanlokkende effect van licht. Er is een theorie dat nachtvlinders zich op maan en sterren oriënteren en dat de lamp als vervangende maan dienst doet. Een andere gaat ervan uit dat de vlinders door het felle licht gedesoriënteerd raken. Hoe dan ook: veel nachtvlinders komen af op licht en gaan dan stil in rust zitten op het laken dat achter de lichtbron gespannen is. Dan zijn ze prima op naam te brengen. Het lokken van nachtvlinders is een spannend gebeuren. Je weet nooit wat er plotseling op het laken verschijnt. Naast nachtvlinders kun je er ook zomaar sprinkhanen, meikevers en zelfs waterkevers op krijgen, en allerlei andere insecten. De kleuren van sommige nachtvlinders spreken erg tot de verbeelding. Wilt u zelf eens nachtvlinderen, dan kunt u deze zomer terecht op een van de natuurcampings die meedoen aan de nachtvlinderestafette. Op meer dan dertig plaatsen gaat Kees Boele, samen met de campinggasten, op zoek naar nachtvlinders.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting