Kramsvogel
Foto: Arjan Boele, Sovon Vogelonderzoek Nederland

Indrukwekkende stroom kramsvogels

Sovon Vogelonderzoek Nederland
15-NOV-2013 - De kramsvogel behoort tot de talrijkste trekvogels in het najaar. De jaarlijks waargenomen aantallen wisselen echter sterk. Dit najaar ging het om een zeldzaam talrijk optreden. Het werd in het hele land opgemerkt, met de nadruk op de Hollands-Zeeuwse kust.

Bericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland [land] op [publicatiedatum]

De kramsvogel behoort tot de talrijkste trekvogels in het najaar. De jaarlijks waargenomen aantallen wisselen echter sterk. Dit najaar ging het om een zeldzaam talrijk optreden. Het werd in het hele land opgemerkt, met de nadruk op de Hollands-Zeeuwse kust.

Kramsvogels verlaten hun broedgebieden in Noord- en Noordoost-Europa in verschillende golven. De eerste doet ons land in oktober en november aan, maar kan tot diep in de winter worden gevolgd door nieuwe golven. De aantallen kunnen van jaar op jaar opmerkelijk verschillen. Zo liepen de dagmaxima op de Nederlandse trektelposten in de najaren van 2008 tot en met 2012 uiteen van 12.000 tot bijna 32.000 exemplaren.

Kramsvogel (foto: Arjan Boele)

Bijzonder najaar
Het najaar van 2013 deed deze aantallen verbleken. Daar zag het aanvankelijk niet naar uit, want in oktober waren kramsvogels nogal schaars. Op 5 november was er een voorproefje met onder andere 42.000 trekkers langs Bergen (NH). Hierna volgden twee dagen met uitzinnige trek, vooral langs de Hollands-Zeeuwse kust. Een gevolg van stuwing langs de kustlijn bij tegenwinden.

Op 8 november ging het om aantallen tot 78.000 kramsvogels op De Vulkaan in Den Haag, op 11 november noteerden tellers op verschillende kustlocaties tot 60.000 exemplaren. In het binnenland bleven de aantallen zoals altijd veel lager. Maar de 1.500 tot 6.000 kramsvogels die hier op allerlei locaties op 9 november passeerden, verbrijzelden wel vele oude telpostrecords.

Met dit massale optreden nestelt het najaar van 2013 zich ferm in de top-tien van beste najaren ‘ooit’, voor zover althans bekend uit de database van trektellen.nl. Het record van 2 november 1998, 80.000 in Den Haag, werd net niet gehaald.

Het hoe en waarom van het talrijke optreden is onbekend. Eerdere influxen leken samen te hangen met onrustig weer boven de Noordzee en West-Europa. Daardoor zouden kramsvogels deels van Noorwegen naar Nederland vliegen, in plaats van naar Groot-Brittannië. Radarbeelden kunnen misschien verduidelijken of deze theorie steekhoudend is.

De stroom voorbij?
Inmiddels is de grote stroom gaan liggen, zo lijkt het. Een koude-inval kan echter tot diep in de winter weer kramsvogels op de wieken brengen, zoals we uit sneeuwrijke winters weten. Tijdens de meest recente grote vorstrush, op 31 januari 2010, passeerden tienduizenden kramsvogels de tellers die de kou trotseerden.

Wat er in de winter bij ons aan kramsvogels blijft hangen, wisselt al net zo zeer als tijdens de trekmaanden. Systematische tellingen eind december voor het Punt-Transect-Tellingenproject van Sovon geven aan dat de aantallen een factor tien per winter kunnen verschillen. De pieken en dalen in het wintervoorkomen zijn soms wel, soms ook niet direct in verband te brengen met de weersomstandigheden bij ons en verder noordelijk.

Tekst: Fred Hustings, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Arjan Boele