De grote slurp van een sluipwesp op een strekspin.

De grote slurp van een spinnenparasitoïd

EIS Kenniscentrum Insecten
22-JUL-2013 - Overal in niet te droog terrein zijn strekspinnen nu volwassen en hangen ze in of bij hun web. Maar niet alle strekspinnen hebben zich in het voorjaar kunnen ontwikkelen. Sommigen zijn ten prooi gevallen aan een parasitoïd. Het gaat om een sluipwesp die zich langzaam voedt met de spin, tot de verpopping naar een volwassen wesp. De spin wordt zo gemanipuleerd dat ze een perfect aangepast web maakt voor de sluipwesp om in te verpoppen.

Bericht uitgegeven door EIS-Nederland [land] op [publicatiedatum]

Overal in niet te droog terrein zijn strekspinnen nu volwassen en hangen ze in of bij hun web. Maar niet alle strekspinnen hebben zich in het voorjaar kunnen ontwikkelen. Sommigen zijn ten prooi gevallen aan een parasitoïd. Het gaat om een sluipwesp die zich langzaam voedt met de spin, tot de verpopping naar een volwassen wesp. De spin wordt zo gemanipuleerd dat ze een perfect aangepast web maakt voor de sluipwesp om in te verpoppen.

Unieke details van de ontwikkeling en gedrag van een vrouwtje van de sluipwesp Acrodactyla quadrisculpta en haar gastvrouw, de schaduwstrekspin (Tetragnatha montana), zijn nu in beeld gebracht.

Vrouwtje van de sluipwesp Acrodactyla quadrisculpta (foto: Dick Belgers)

De sluipwesp valt een jonge spin in de zomer of in het najaar in haar web aan en verdooft haar voor korte tijd met haar angel. Hierna lijmt ze een ei vast op het achterlijf van de spin, meestal net achter het kopborststuk zodat de spin het ei en later de larve niet kan verwijderen met haar poten. De spin komt bij en gedraagt zich in de volgende weken normaal. Ze bouwt ogenschijnlijk normale webben en vangt prooien. Gedurende deze periode komt het ei van de wesp uit waarna de larve, nog steeds op het achterlijf van de spin, langzaam groeit. De wespenlarve voedt zich met lichaamsvloeistoffen van de spin, ze bijt daarvoor kleine gaatjes in het achterlijf. De winter wordt in relatieve rust doorgebracht.

Larve van de sluipwesp Acrodactyla quadrisculpta op het achterlijf van een schaduwstrekspin (foto: Dick Belgers)

In de lente van het volgend jaar, als de larve bijna volgroeid is, zet de wesp de spin aan tot niet-normaal gedrag, mogelijk door de injectie van bepaalde stoffen in de spin. Een voorbeeld van niet-normaal gedrag is het bouwen van een web met alleen enkele sterke radiale lijnen of het samenvoegen van enkele draden tot één draad naast het daadwerkelijke web, of het aanbrengen van extra draden in het web. Het doel van de aanpassingen door de spin (en indirect door de wespenlarve) aan het web is waarschijnlijk een grotere overlevingskans van de wespenlarve in haar cocon.

Wanneer de spin eenmaal is begonnen met het aanleggen van een gemanipuleerd web is zij ten dode opgeschreven. Als de wespenlarve een bepaalde grootte heeft gekregen zet ze de ‘grote slurp’ in. In een tijdbestek van enkele uren zuigt de larve de gehele spin leeg, waarna er alleen nog maar een leeg ‘omhulsel’ overblijft.

De grote slurp van een sluipwesp op een strekspin (foto: Dick Belgers)

Hierna begint de larve, hangende in het web van de waardspin, met het spinnen van haar cocon. Het web is sterk genoeg om de cocon te dragen, en de kans op predatie is zo hoog in de lucht klein. Na enkele weken komt de volwassen sluipwesp uit de cocon tevoorschijn.

Larve van de sluipwesp hangende aan één enkele dikke spinnendraad, gebruik makend van haar gepaarde rugbulten met weerhaken (foto: Dick Belgers)

Cocon, perkamentachtig en vierkant in doorsnede, van de sluipwesp Acrodactyla quadrisculpta (foto: Dick Belgers)

Als de nieuwe sluipwesp een vrouwtje is, gaat zij op zoek naar een partner en direct daarna naar nieuw gastvrouwen voor haar eieren, zodat de lugubere levenscyclus weer van voor af aan begint.

Tekst: Dick Belgers & Jinze Noordijk, EIS-Nederland
Bron: Belgers J.D.M., C.J. Zwakhals & P.J. van Helsdingen, 2013. De bijzondere levensloop van de sluipwesp Acrodactyla quadrisculpta op de schaduwstrekspin Tetragnatha montana (Hymenoptera: Ichneumonidae, Araneae: Tetragnathidae). – Nederlandse Faunistische Mededelingen 39: 1-6.
Foto’s: Dick Belgers