Zwarte specht laat zich horen

Sovon Vogelonderzoek Nederland
13-FEB-2015 - Het is fris maar rustig weer met soms een zonnetje. Dan beginnen de nodige standvogels aan het broedseizoen te denken. Turkse tortels met takjes in de snavel, miauwende buizerds boven het bos, volop mezenzang en af en toe een roffel. Waaronder die van de zwarte specht.

Bericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland [land] op [publicatiedatum]

Het is fris maar rustig weer met soms een zonnetje. Dan beginnen de nodige standvogels aan het broedseizoen te denken. Turkse tortels met takjes in de snavel, miauwende buizerds boven het bos, volop mezenzang en af en toe een roffel. Waaronder die van de zwarte specht.

Territoriale geluiden
Op mooie dagen maakt deze spectaculaire specht kenbaar waar zijn territorium is. Dat gebeurt met een zwaar mitrailleursalvo, maar vooral ook met verschillende roepgeluiden. Het meest te horen is de ‘regenroep’ (een langgerekt 'kliaaah') en een monotone lach (‘kwie-kwie-kwie’) die minder uitbundig is dan de bekendere lach van de groene specht. Zulke geluiden zijn vaak in de buurt van de toekomstige nestplaats te horen. Voor broedvogeltellers en medewerkers aan de Vogelatlas belangrijke signalen!

Zwarte specht (foto: Harvey van Diek)

Geluiden in de vlucht
De wat krakende vluchtroep ('kri-kri-kri') is, net als de andere roepgeluiden, te horen over honderden meters. Broedvogeltellers hebben niet zo veel aan dit geluid. Zwarte spechten zien er immers niet tegenop om honderden meters te overbruggen, desnoods over open terrein. Vliegende vogels kunnen zich dus op grote afstand van de nestplaats bevinden. Niet voor niets wordt broedvogeltellers aangeraden om de telrichtlijnen van deze soort nauwkeurig na te lezen.

Eerst toename
De zwarte specht broedt inmiddels ongeveer een eeuw in ons land. De eerste decennia breidde de soort zich langzaam uit ondanks tegenwerking: bosbouwers zagen deze grote specht met lede ogen komen en vele exemplaren werden afgeschoten. Toen de vervolging afnam en de bossen met toenemende ouderdom geschikter werden, ging het hard. De soort kende een fikse uitbreiding over Oost- en Zuid-Nederland en vestigde zich in de jaren zeventig ook in de Hollandse duinen.

Daarna afname
Vanaf eind jaren negentig keerde het tij. Inmiddels zijn de duinen weer (zo goed als) verlaten en is de verspreiding in sommige gebieden, waaronder Drenthe, een stuk ijler geworden. De nieuwe Vogelatlas zal de huidige verspreiding gedetailleerd in kaart brengen. Wat de oorzaak is van de, op zijn minst regionale, afname is niet duidelijk. Lokaal kan predatie door haviken meespelen evenals biotoopverlies door het kappen van bos, in het kader van bijvoorbeeld heideherstel. Het broedsucces lijkt bij ons niet het grote probleem, getuige een studie gepubliceerd in het tijdschrift Limosa.

Tekst: Jan Schoppers & Fred Hustings, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Harvey van Diek