Tientallen zeer zeldzame Kapjesinktzwammen ontdekt in Amstelveen

Nederlandse Mycologische Vereniging
15-JUL-2015 - Bij toeval werden er tijdens een botanische wandeling in het onvolprezen Dr. Jac. P. Thijssepark in Amstelveen tientallen zeer zeldzame Kapjesinktzwammen ontdekt. Deze zijn slechts bekend van zes andere plekken in Nederland. Ze kwamen tevoorschijn naast een aantal liggende, circa 40 centimeter dikke stammen van de Paardenkastanje. De stammen werden vorig jaar geplaatst om een plek te omsluiten waar grond uit de uitgebaggerde sloten van het park kan worden gestort.

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]

Bij toeval werden er tijdens een botanische wandeling in het onvolprezen Dr. Jac. P. Thijssepark in Amstelveen tientallen zeer zeldzame Kapjesinktzwammen ontdekt. Deze zijn slechts bekend van zes andere plekken in Nederland. Ze kwamen tevoorschijn naast een aantal liggende, circa 40 centimeter dikke stammen van de Paardenkastanje. De stammen werden vorig jaar geplaatst om een plek te omsluiten waar grond uit de uitgebaggerde sloten van het park kan worden gestort.

De Kapjesinktzwam is in Nederland van zes vindplaatsen bekend. De eerste vondst in Nederland dateert van 1996 en staat op naam van de inmiddels overleden inktzwammenspecialist Kees Uljé. Hij trof de Kapjesinktzwam aan op dood loofhout in het park van kasteel Nijenrode bij Breukelen. Na deze eerste vondst werd de Kapjesinktzwam op dit terrein in een reeks van jaren teruggevonden tot 2005. Het gaat de Kapjesinktzwam blijkbaar voor de wind want ze is inmiddels ook bekend van boerderij Raaphorst bij Wassenaar, de Mariapolder aan het Hollands Diep, Boswachterij Staphorst, Biddinghuizen-Het Spijk en Sloterpark en Herdenkingspark Westgaarde in Amsterdam.

Kapjesinktzwam (foto: Martijn Oud)

Levenswijze
De Kapjesinktzwam leeft van verschillende dode loofhoutsoorten. Drie keer werd Iep en twee keer Populier opgegeven als houtsoort waarop hij werd gevonden. De nieuwe vondst in het Dr. Jac. P. Thijssepark vond plaats op het hout van Paardenkastanje.

De middelgrote tot grote Kapjesinktzwam (Coprinopsis strossmayeri) wordt in het veld gemakkelijk herkend vanwege zijn concentrisch gerangschikte schubjes op de hoed en de verschijning in opeengepakte clusters van soms tientallen exemplaren . In een vroeg stadium zijn de inktzwammen nog bedekt met een dik wit vlies (velum). In dit stadium lijken ze wel wat op de algemeen voorkomende Grote kale inktzwam (Coprinus atramentarius). Weldra begint de hoed zich echter te spreiden en breekt het velum op in taaie, geelwitte tot witte plakjes. De plakjes rangschikken zich concentrisch terwijl er in het midden van de hoed meestal een groot stuk velum intact blijft. Hierdoor ontstaat het voor de Kapjesinktzwam kenmerkende hoedpatroon. Dit doet denken aan de bekende Spechtinktzwam waar hij ook verwant aan is (Subsect Alachuani (Sing)).

Kapjesinktzwam (foto: Martijn Oud)

Vaak zitten Kapjesinktzwammen direct op het hout. Als dat niet zo is kunnen de stelen soms diep in de grond steken zoals de exemplaren in het Dr. Jac. P. Thijssepark. Onderaan de stelen zitten roodbruine myceliumstrengen (rhizomorfen) waaruit vervolgens haarfijne myceliumdraden ontspringen die verbonden zijn met de dode houtresten. De rhizomorfen ruiken sterk naar (boetseer)klei en enigszins naar truffels.

Myceliumstrengen (rhizomorfen) met aanzet tot nieuwe vruchtlichamen (foto: Martijn Oud)

Dr. Jac. P. Thijssepark
Het Dr. Jac. P. Thijssepark., genoemd naar de bekende natuurkenner en grondlegger van de Nederlandse natuurbescherming Dr. Jac. P. Thijsse, ligt vlak naast het Amsterdamse Bos en staat bekend om zijn vele, zeer zeldzame, wilde heemplanten. Ook de nabijgelegen parken De Braak en het Dr. Koos Landwehrpark staan hierom bekend. Je kunt er rustig een dag voor uittrekken om je te vergapen aan al die zeldzame heemplanten waaronder soorten die je in de Nederlandse natuur nauwelijks meer tegenkomt. De parken met hun mooie aanleg hebben inmiddels een landelijke reputatie. De vele bezoekers zijn niet alleen afkomstig uit de buurt van de parken maar uit het hele land. De heemplanten staan hier door elkaar langs de vele paden die de parken rijk zijn. Er staan geen naambordjes bij de planten waardoor alleen plantenkenners de plantensoorten kunnen herkennen. De afgelopen jaren werden er meer bijzondere paddenstoelensoorten in het park gevonden, waardoor meer paddenstoelenliefhebbers het park komen bezoeken.

Tekst en foto’s: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging