Muurnavel (Umbilicus rupestris) in Arnhem

Grote groeiplaats Muurnavel in Gelderland ontdekt

Plantenatlas Wageningen e.o.
13-FEB-2016 - Recent is in Arnhem de zeer zeldzame Muurnavel ontdekt. Deze plant komt oorspronkelijk niet in Nederland voor, maar verwildert waarschijnlijk vanuit tuinen en kan zich dankzij de zachte en vochtige winters van de laatste jaren handhaven. De soort wordt sinds 2003 op een aantal plekken in Nederland verwilderd gevonden. De vondst is de eerste voor de provincie Gelderland.

Op 2 februari bezochten Benno te Linde, Louis-Jan van den Berg en Erik Simons de Arnhemse wijk Alteveer in het kader van de 'Plantenatlas van Wageningen en omstreken' en de nieuwe editie van de 'Flora-Atlas van Oost-Gelderland'. Door op een vierkante kilometer alle aangetroffen plantensoorten aan te strepen en dit consequent te doen bij alle 'kilometerhokken' in het atlasgebied, krijg je een goed beeld van de verspreiding van plantensoorten.

Dankzij het milde winterweer is dat ook in februari prima te doen; er zijn nog steeds en alweer verrassend veel soorten te ontdekken, in de Arnhemse wijk Alteveer kwamen we uit op ruim 230 soorten. De wijk blijkt bijzonder rijk aan wintergroene 'muurplanten', die al dan niet op muren groeien. Op enkele muurtjes groeien grote populaties Muurvaren (Asplenium ruta-muraria). Ook Mannetjesvaren (Dryopteris filix-mas) en Tongvaren (Asplenium scolopendrium) zijn er op muren en in putten gevonden. Smalle en Brede stekelvaren (Dryopteris carthusianorum resp. Dryopteris dilatata) groeien op grond in door beuken beschaduwde wegbermen. Bijzonder was de vondst van Stijve naaldvaren (Polystichum aculeatum) op een muurtje, een nieuwe vondst voor dit hok en de omgeving. Deze soort lijkt in heel Nederland toe te nemen, mogelijk als gevolg van zachte winters. Onder liguster- en berberisheggetjes groeit op minimaal 10 plekken Gewone eikvaren (Polypodium vulgare). Muurleeuwenbek (Cymballaria muralis) en Gele helmbloem (Pseudofumaria lutea) groeien zowel op muren als op de grond onder heggen.

Stijve naaldvaren (Polystichum aculeatum) op een tuinmuurtje in Arnhem Stijve naaldvaren in detail

Opmars

Maar de klapper van de dag was toch Muurnavel (Umbilicus rupestris). Deze Atlantisch-Mediterrane soort komt vooral voor in Groot-Brittannië en Zuidwest-Europa en bevindt zich in Nederland buiten haar natuurlijke areaal. Ze is hier dan ook te beschouwen als een nieuwkomer. De soort werd in 2003 voor het eerst verwilderd aangetroffen in Amsterdam. Sindsdien is ze op meerdere plaatsen in Amsterdam gevonden (onder andere bij Stenen Hoofd en Entrepotdok, die laatste locatie met meer dan honderd exemplaren), maar ook in Zuid-Limburg (de Pietersberg bij Maastricht met circa 20 exemplaren en in de omgeving Valkenburg enkele exemplaren), Utrecht (in 2015 enkele exemplaren in Nieuwegein) en in Zuidwest-Brabant (enkele exemplaren in Roosendaal en Etten-Leur). De planten zijn vrijwel zeker niet op een natuurlijke manier in Nederland terecht gekomen, maar ontsnapt uit tuinen of aangevoerd met bijvoorbeeld stenen. De milde en vochtige winters van de afgelopen jaren zijn voor deze vorstgevoelige soort ideaal. De opmars van Muurnavel loopt gelijk op met die van veel soorten varens en enkele andere soorten met een Mediterraan-Atlantische verspreiding.

Muurnavel (Umbilicus rupestris) met uitgebloeide bloemen in Arnhem Muurnavel (Umbilicus rupestris) in Arnhem

Groeiplaats in Arnhem

De vondst in Arnhem is de eerste vondst voor Gelderland. Hij staat hier met honderden exemplaren over 125 meter. Daarmee is dit meteen één van de grootste groeiplaatsen van het land. Gezien de grootte vermoeden we dat de populatie al behoorlijk oud is, zij is dus jaren lang over het hoofd gezien. In een nabij gelegen rotstuin groeit de soort tussen de stenen, volgens de huidige bewoners is de soort daar door de vorige bewoners minimaal tien jaar geleden aangeplant. Hoogstwaarschijnlijk is hij in het verleden dan ook uit deze tuin ontsnapt. De populatie lijkt zich goed te kunnen handhaven en uit te breiden: op twee plaatsen is de soort aan de overkant van de straat gevonden, ook zijn massaal jonge kiemplantjes aangetroffen.

Wereldwijde verspreiding van MuurnavelDe meeste groeiplaatsen in Nederland zijn (kade)muren, maar hier in Arnhem groeit de plant op volle grond, in de schaduw onder heggen (Liguster, Laurierkers, Berberis) op humeuze, maar zure zandgrond. Opvallend is het grote aantal (epifytische) mossen en korstmossen in en onder de (Liguster)heggen, die kunnen duiden op een vochtig microklimaat. Dat komt overeen met het voorkomen in de rest van Europa, waar de soort groeit op vochtige en/of beschaduwde muren en rotsen en op stenige wallen. Schaduw, vochtigheid en beschutting tegen vorst zijn factoren die al deze standplaatsen gemeen hebben.

Herkenning

De plant is gemakkelijk herkenbaar. De ronde, wintergroene, licht gekartelde bladeren doen erg aan Waternavel (Hydrocotyle vulgaris) denken, maar het blad is veel vleziger, zoals een vetplant behorende tot de Crassulaceae betaamt. De bloeiwijze is karakteristiek: een aar met vele cremewitte buisvormige bloempjes, die soms wat rood kunnen kleuren.

In Europa komen volgens de Flora Europaea 6 soorten Umbilicus voor. Muurnavel (Umbilicus rupestris), de tot nu toe in Nederland aangetroffen soort, is vrij gemakkelijk te herkennen aan de naar beneden hangende bloemen met een kroonbuis die duidelijk langer is dan de kroonlobben.

Tekst: Erik Simons, Plantenatlas Wageningen e.o., FLORON District 9 & 22 - Gelderland-Midden; Benno te Linde en Louis-Jan van den Berg, Atlas van de Flora van Oost-Gelderland
Foto’s: Louis-Jan van den Berg; Erik Simons; GBIF