Wilde narcis

Voorjaarsflora in het Geuldal

ARK Rewilding Nederland
3-APR-2016 - De lente is begonnen, het Geuldal ontwaakt. De voorjaarsflora, met velden vol daslook en bosanemoon, is hier elk jaar weer verbluffend. Dat het Geuldal in Zuid-Limburg een paradijs is voor voorjaarsbloemen weten veel mensen. Maar wie kent het Waalse deel van 'La vallée de la Gueule'?

Wie nu gaat wandelen in het Geuldal in Zuid-Limburg ontdekt prachtige bossen vol met bloeiende bosanemonen en andere voorjaarsbloemen. Wie de Geul echter volgt tot over de grens, komt in een ander verrassend rijk gebied.

Tussen Sippenaeken en Plombières, even over de grens, begint dit festijn al. Maar het absolute hoogtepunt ligt nog iets verder stroomopwaarts, richting Kelmis of La Calamine. In een zijdal van de Geul, het Hohnbachtal. De Geul en haar zijbeken vormen een belangrijke transportroute voor bijzondere planten.

Voorjaarsflora langs de Geul

Van Sippenaken naar Plombières

De Geuloevers tussen Sippenaeken en Plombieres staan momenteel niet alleen aan het begin van een nieuw groeiseizoen, maar ook aan het begin van een nieuwe natuurontwikkeling. ARK Natuurontwikkeling heeft hier samen met de Waalse natuurorganisatie Natagora een project opgezet dat mogelijk wordt gemaakt door de Nationale Postcode Loterij. Het streven is om losse snippers natuur aan elkaar te rijgen door tussenliggende gebiedjes aan te kopen en om te zetten in natuur. Deze gebieden kunnen zo beschermd worden tegen zware bemesting, drainage en ontstruiking. Na aankoop van de eerste percelen zijn vorig jaar kilometers prikkeldraad en drainagepijpen verwijderd. In het kersverse natuurgebied graast aan weerszijden gedurende het hele jaar een kleine kudde runderen.

Vingerhelmbloem op de oever van de Geul

Terwijl vogels de hele winter hebben kunnen happen van de vliegjes op de pure rundermest, konden hazelwormen tijdens de allereerste lentestralen al zonnen op de broeierige hopen mest. Het is een eerste kleine verandering ten opzichte van een jaar geleden, maar het is wel het begin van een ecosysteem dat alsmaar completer wordt.

Naar Kelmis

Wie de Geul verder stroomopwaarts volgt kan bij het plaatsje Kelmis (of La Calamine) rechts het dal van het zijriviertje de Hohn in. Het Hohnbachtal is een sprookje. Dit sprookje begint ieder jaar in maart als de eerste wilde narcissen de hellingen geel kleuren. Wie er nu een wandeling maakt ziet er nog steeds narcissen, maar ook hellingen vol met de witte bosanemonen en massaal gele anemonen. Langs de Geul bloeien bosgeelster, dotterbloemen, peperboompje, vingerhelmbloem en de parasiet bleke schubwortel.

Wilde narcis bij Kelmis

Geul als verbinding

Zaadjes, bolletjes en wortelstokjes kunnen tijdens winterse hoogwaters over grote afstanden verplaatst worden. De rijke groeiplaatsen stroomopwaarts zijn dan ook een belangrijke bron van bijzondere planten voor stroomafwaarts gelegen natuurgebieden. En niet alleen planten gebruiken het Geuldal als doorgaande verbinding, ook vogels en zelfs zoogdieren zoals de zeldzame wilde kat. Het Geuldal als catwalk voor Europese topnatuur.

Geuldal bij Sippenaken

Zelf zien

Wie het Geuldal tussen Sippenaken en Plombières zelf wil bekijken kan mee met een excursie op 1 mei. Aanmelden kan via de website van ARK.

Wie op eigen houtje het Geuldal wil ontdekken is van harte welkom in het nieuwe, vrij toegankelijke natuurgebied langs de Geul tussen Sippenaken en Plombières. Het Hohnbachtal bij Kelmis is vrij toegankelijk op wegen en paden. Voor wie de hele Geul wil volgen is er de Via Gulia. Een wandeling van de bron van de Geul in het heuvelland tot de monding in de Grensmaas.

Tekst: Hettie Meertens en Twan Teunissen, ARK Natuurontwikkeling
Foto’s: Twan Teunissen, ARK Natuurontwikkeling