Larve vermiljoenkever

Succesvolle monitoringsmethode voor vermiljoenkever

EIS Kenniscentrum Insecten
4-APR-2016 - Voor de strikt beschermde vermiljoenkever is de afgelopen jaren gezocht naar een monitoringsmethode waarbij zijn leefgebied (schors van recent gestorven bomen) zo min mogelijk beschadigd hoeft te worden. Met succes.

De vermiljoenkever brengt bijna zijn hele leven, zowel als larve als als volwassen kever, door verscholen achter schors. De kever staat op de Habitatrichtlijn, waardoor hij en de dode bomen waar hij in leeft strikt beschermd zijn.  

Uitgelegde stammen om vermiljoenkevers te lokken

Opname op deze richtlijn betekent ook dat hij gemonitord moet worden om vast te stellen of de populatie in ons land in stand blijft. Nederland moet hierover rapporteren aan de Europese Unie. Om de kever aan te tonen moest vaak de schors verwijderd worden van bomen die recent dood waren gegaan. Hiermee werd dus tegelijk habitat beschadigd; het specifieke leefgebied achter de schors kan namelijk snel uitdrogen als er stukken schors worden weggehaald. In een pilot is nu een methode uitgeprobeerd én geschikt bevonden om de monitoring uit te voeren zonder habitat te vernietigen.

Drie jaar geleden is een populierenstam uitgelegd binnen een vermiljoenkeverpopulatie om te kijken of hiermee de soort aangetoond kan worden. Er hoeft dan namelijk geen gebiedseigen schors meer beschadigd te worden als onderzocht moet worden of de kever nog in het gebied voorkomt. De methode werkte en heeft eileggende vrouwtjes gelokt. Na twee seizoenen werden onder een klein gedeelte van de schors van deze uitgelegde stam al enkele vermiljoenkeverlarven gevonden.

Larven onder een uitgelegde stam

Door deze methode hoefde er geen schors van, veelal staande, dode bomen uit het gebied zelf weggehaald te worden. Bovendien liggen de uitgelegde stammen op de bosbodem, ze drogen daarom bij het weghalen van stukken schors veel minder uit dan het geval is bij staande bomen. De uitgelegde stammen zijn daarom niet alleen een mooie manier om de kever te monitoren, maar dienen tegelijkertijd ook als extra leefgebied. In veel Nederlandse bossen is het aandeel dood hout helaas nog niet zo groot als wenselijk zou zijn voor de vele dieren die er afhankelijk van zijn.

Deze pilot werd uitgevoerd in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring. De methode van ‘lokstammen’ wordt door ons verder onderzocht en zal ook worden ingezet om de Habitatrichtlijnkever in de volgende rapportageperiode van de Europese Unie aan te tonen.

Tekst: Jinze Noordijk & Ed Colijn, EIS Kenniscentrum Insecten
Foto’s: Jinze Noordijk, EIS Kenniscentrum Insecten (leadfoto: larve van de strikt beschermde vermiljoenkever)