Overjarige zeepaddenstoel bovenkant

Zeepaddenstoel alias 'zeldzame Blauwgezoomde Cassiopea'

Stichting ANEMOON
17-JUL-2016 - Op het Nederlandse strand spoelen seizoensgebonden van vier soorten schijfkwallen veel exemplaren aan: Oorkwal, Blauwe haarkwal, Kompaskwal en Zeepaddenstoel. De laatste zien we normaliter pas begin augustus verschijnen. Toch werden de afgelopen maanden ook al Zeepaddenstoelen waargenomen. Meerdere daarvan hadden een afwijkende vorm: van reuzen tot een gestreepte vorm die in de media terecht kwam.

Dat kwallen mooi en interessant zijn, zullen strandbezoekende badgasten niet snel beamen. Zij denken aan kwallenbeten en -steken en zien overal op het strand aangespoelde geleiachtige puddingen, vaak verdroogd, met vliegen, stinkend in de zon. Daar lig je niet graag naast tijdens een dagje zomerpret.

In hun element onder water zijn kwallen echter prachtige, sierlijke, mysterieuze verschijningen. Gracieus bewegen ze zich met golvende bewegingen door de waterkolom. Die bewegingen maken ze overigens vooral om allerlei kleine, in het zeewater aanwezige diertjes (plankton) naar hun vangarmen te stuwen. Daar wordt de prooi bestookt door minieme giftige pijltjes die door de netelcellen van de kwal worden afgeschoten. Het zo verdoofde voedsel eindigt uiteindelijk in de kwallenmaag.

Zwemmende zeepaddenstoel

Kwallen worden geboren uit zeer kleine poliepjes, op de bodem vastzittende 'boompjes', van slechts enkele millimeters. Direct onder de bovenaan zittende tentakelkransjes van de poliepen wordt de 'stam' steeds strakker afgesnoerd, een proces genaamd strobilatie, tot ze loslaten en vrij in het water terechtkomen. Die afgesnoerde delen groeien uit tot grote (schijf)kwallen die met de stroming worden meegevoerd en vaak in groten getale in zee of nabij de kust kunnen voorkomen. Met uitzondering van de Oorkwal weten we overigens nog maar heel weinig over de exacte groeiplaats van de poliepjes en dus over de geboorteplaats van de schijfkwallen die op onze stranden aanspoelen.

In de meeste gevallen leven kwallen hoogstens een jaar. Aangezien strobilatie alleen in een bepaald seizoen optreedt, wat per soort afhankelijk is van een bepaalde temperatuur, verschijnen de soorten sterk seizoensgebonden langs onze kust. De aantallen volgen bij elke kwal een mooie curve.

Seizoenspatroon van aangespoelde Zeepaddenstoelen (uitgedrukt in Gemiddelde Abundantie) op de stranden van Noord- en Zuid-Holland, berekend over de periode 1990-2015. Afhankelijk van wintertemperaturen en de locatie kunnen de opkomst en de piek van jaar tot jaar verschillen

Zeepaddenstoelen

De Zeepaddenstoel Rhizostoma octopus (Linnaeus, 1758) is gewoonlijk blauw of blauwgrijs, soms neigend naar oranjeachtig bruin. Onder water hebben ze een helmvormige bovenkant met daaronder hangend acht bloemkoolvormige vangarmen. In tegenstelling tot de andere drie veel voorkomende kwalsoorten hebben ze geen tentakels aan de rand van de “helm” en steken ze niet. Het geheel lijkt inderdaad sterk op een paddenstoel. Gemiddeld bereiken ze een doorsnede van 25 centimeter, maar ze kunnen soms veel groter worden. In vergelijking met de andere kwallensoorten is de Zeepaddenstoel stevig; op het strand zien ze er uit als een pudding die net uit het omgekeerde bakje is gekomen.

Meerdere wetenschappers geven aan dat de Zeepaddenstoel bestaat uit een groep van drie sterk verwante soorten Rhizostoma pulmo, Rhizostoma luteum en Rhizostoma octopus. De eerste leeft vooral in de Middellandse zee, de tweede vooral rond de kusten van Portugal en de westkust van Afrika en de derde leeft ten noorden van Portugal. Wetenschappers die dit onderscheid maken, geven aan dat in Het Kanaal en de Noordzee alleen Rhizostoma octopus wordt aangetroffen.

Zeepaddenstoelen spoelen veel aan op onze stranden, vooral veel in augustus, september en oktober, maar kunnen ook in juli en november worden ze aangetroffen. Een heel enkele keer blijkt het aanspoelen echter af te wijken van dit normale seizoenspatroon.

Overjarige Zeepaddenstoel zaait verwarring

Soms, als de wintertemperaturen hoog blijven, kunnen Zeepaddenstoelen de winter overleven. Hierdoor kunnen, de laatste jaren regelmatig in het voorjaar, grote overjarige Zeepaddenstoelen aanspoelen, tot bijna een meter in doorsnede. Met als gevolg waarnemingen van 'enorme kwallen' in de media. Niet alleen omdat zulke overjarige kwallen veel groter zijn dan normaal en in het verkeerde seizoen aanspoelen, maar ook omdat sommige exemplaren er anders uitzien en de vangarmen vaak een andere (afgesleten) vorm hebben, is het niet vreemd dat ze soms voor een andere kwallensoort worden aangezien. Recent nog haalde een in vorm sterk afwijkend, gestreept exemplaar dat in juni op Ameland werd aangetroffen het nieuws als 'bijzonder zeldzame kwal'. Na zorgvuldig onderzoek bleek het toch om een overjarige Zeepaddenstoel te gaan. Niet alleen de kwal, maar ook de in het persbericht genoemde Nederlandse naam 'Blauwgezoomde Cassiopea' is overigens nogal mysterieus.

Onderkant van de overjarige Zeepaddenstoel aangespoeld in juni 2016 op Ameland

Identiteit 'Blauwgezoomde Cassiopea'

Wie oude Nederlandse natuurboeken bekijkt, zoals de 'Natuurlijke historie van Nederland' uit 1859 door J.A. Herklots, maar ook vroegere drukken van het zeer bekende 'Wat vind ik aan het strand' van Dr. W.J. Prud’homme van Reine (o.a. uit 1950), treft daarin onder deze naam een afbeelding en beschrijving aan van een gestreepte kwal. Deze zou "zeer zeldzaam" ook bij ons voorkomen. Maar is dat wel zo? Het antwoord is zowel nee als ja. Het kwallengeslacht Cassiopea komt voor in tropische kuststreken, onder meer in ondiepe mangrovebossen. Volwassen exemplaren leven vaak in grote aantallen ondersteboven op de zeebodem, vandaar de Engelse naam upside-down jellyfish. Van deze 'onderstebovenkwallen' leven zeker geen soorten in de Noordzee. Ergo: geen Blauwgezoomde Cassiopea in Nederland! Of toch...? Om er achter te komen hoe een Cassiopea-soort in een van de meest gebruikte gidsen over de Flora en Fauna van de Nederlandse kust terecht is gekomen, een gids die ook door de Amelander waarnemers is gebruikt bij het op naam brengen van het afwijkende exemplaar, moeten we ver terug in de tijd. In 1758 publiceerde William Borlase zijn 'National History of Cornwall' en vermeldde daarin een 'Urtica Marina octepalis octo faucibus et variis appendicibus ventralibus distincta'. In 1777, beschrijft Pennant deze soort als Medusa lunulata. Latere auteurs beschouwen die naam als synoniem van Cassiopea borlasea. Weer later wordt die naam synoniem gesteld aan Rhizostoma octopus: de Zeepaddenstoel!
Alles samenvattend blijkt de 'gewone' Nederlandse Zeepaddenstoel voor ongewone verwarring te kunnen zorgen, zowel wat betreft vorm en seizoenspatroon, als met betrekking tot "zeer zeldzame" synonieme wetenschappelijke en Nederlandse namen.

Toelichting Bannerfoto: Bovenkant van de overjarige Zeepaddenstoel aangespoeld op Ameland (Bron:  Petra de Jong)


Tekst: Adriaan Gmelig Meyling en Rykel de Bruyne, beiden Stichting ANEMOON; Petra de Jong, Strand Monitoring Project, Strandwacht Ameland; Dennis de Leeuw, Strandvondsten.nl
Foto’s: Jeannette Nobel en Petra de Jong, beiden Strand Monitoring Project, Strandwacht Ameland; Conny Keultjes, Monitoringproject Onderwater Oever