Brug bij Alkmaar

Nieuwe onderzoeksmethode voor zomerpopulatie meervleermuis

Zoogdiervereniging
11-OKT-2016 - In opdracht van de provincie Noord-Holland heeft de Zoogdiervereniging een pilot uitgevoerd om een nieuwe methode te ontwikkelen waarmee ze het gebruik van de omgeving van bruggen door meervleermuizen in kaart kunnen brengen. De eerste resultaten zijn veelbelovend.

Aanleiding van de vraag van de provincie Noord-Holland vormt de noodzaak tot het weten hoe de (bruggen en) watergangen worden gebruikt door met name meervleermuis. Dat is van belang voor als er werkzaamheden aan bruggen en waterwegen plaatsvinden en bepaald moet worden of de flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet (vanaf 2017 nieuwe wet Natuurbescherming) in het geding zijn. In plaats van bij elke brug, telkens opnieuw onderzoek te doen, zou een methode die de benodigde informatie min of meer automatisch verzameld veel effectiever zijn. Tegelijkertijd is bekeken of een dergelijke methode ook kan worden gebruikt voor de monitoring van de populatie van meervleermuizen.  De populatietrend voor meervleermuizen wordt in Nederland bepaald aan de hand van wintertellingen. Voor het vaststellen van trends binnen de zomerpopulatie is nog geen methode voorhanden. Een mogelijke manier om hier meer zicht op te krijgen is het bepalen van aantallen over water passerende meervleermuizen. Watergangen zijn belangrijke vliegroutes voor deze dieren en worden veel gebruikt als jachtgebieden.

Brug bij Alkmaar

Om te onderzoeken of de aanwezigheid en het aantal vleermuizen op een vliegroute automatisch te bepalen is, zijn Batloggers (automatische batdetectoren) aan bruggen gehangen. Gedurende de kraamtijd en na de kraamtijd hebben de Batloggers minimaal twee nachten bij vier bruggen de echolocatie van passerende vleermuizen opgenomen. Door patronen te analyseren in de echolocatiepulsen van de vleermuizen kon ook worden bepaald in welke richting de dieren vlogen.

Batlogger aan brug

De resultaten van deze automatische tellingen zijn vergeleken met standaardtellingen door waarnemers. Na analyse blijkt dat de resultaten van beide methoden overeen komen. Aan- of afwezigheid van meervleermuizen werd feilloos aangetoond en omdat de Batloggers minimaal twee gehele nachten waarnamen, is de trefkans op meervleermuis groter dan wanneer waarnemers (standaard) twee uur rond zonsondergang onderzoek doen.

Tellingen door waarnemers

De eerste resultaten van het onderzoek zijn veelbelovend. De resultaten zijn ook bruikbaar voor de onderbouwing van ontheffingen voor de flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet (vanaf 2017 nieuwe wet Natuurbescherming). En wanneer men meer zicht heeft op de gebruikspatronen van de watergangen door meervleermuizen, kan die informatie benut worden om aan bruggen te werken zonder de dieren schade te berokkenen. Ook laten de eerste resultaten zien dat het gebruik van de methode kan leiden tot het (her-)ontdekken van verblijfplaatsen van meervleermuizen.

De monitoringsmethode moet nog wel verder getest en doorontwikkeld worden. Grootschaligere toepassing van de monitoringsmethode lijkt noodzakelijk om harde conclusies te kunnen trekken.

Voor meer informatie kunt u per mail contact opnemen met projectleider Marcel Schillemans van de Zoogdiervereniging.

Tekst: Zoogdiervereniging
Foto's: Rob Koelman; Marcel Schillemans