Stadsnatuur - primair

Volop kansen voor vlinders in stad en dorp

De Vlinderstichting
7-JAN-2019 - Als in inrichting en beheer van het stedelijk gebied gezorgd wordt voor variatie en natuurlijk, inheems groen, dan kunnen veel vlinders en andere diersoorten hier prima leefgebied vinden. Dit is des te belangrijker omdat in het intensief gebruikte landbouwgebied weinig leefmogelijkheden meer zijn.

Veel mensen waarderen natuurlijk stedelijk groenDe roep om meer groen in de stad wordt steeds luider, zeker nu we weten dat dit op allerlei terreinen positief werkt. Het is goed voor de gezondheid van de inwoners, verzacht de negatieve impact van klimaatverandering, vangt fijnstof af en is goed voor de biodiversiteit. Deze staat in ons intensief gebruikte land sterk onder druk. De achteruitgang van insecten, die vorig jaar uitgebreid in het nieuws was, is hiervan een goed voorbeeld. Maar er liggen, juist ook in het stedelijk gebied, veel kansen om het groen zo in te richten en te beheren, dat het prima leefgebied wordt voor allerlei soorten planten en dieren. Voor vlinders is dit heel duidelijk. De graslandvlinders bijvoorbeeld, die vroeger overal in het buitengebied veel voorkwamen, blijken het nu in natuurlijk stedelijk groen heel goed doen. De aanpassingen hoeven niet veel geld te kosten, het is vooral een kwestie van alert zijn op de kansen die zich voordoen. Het omvormen van gazon naar bloemrijk grasland en het bermbeheer aanpassen zodat er bloemrijke bermen ontstaan is ook geen gigantische opgave.

Graslandvlinders die zich prima thuisvoelen in natuurlijk openbaar groen, v.l.n.r., boven: icarusblauwtje, groot dikkopje, kleine vuurvlinder, oranje zandoogje & bruin zandoogje, onder: oranjetipje, argusvlinder, zwartsprietdikkopje, bruin blauwtje & hooibeestje

In de idylles van De Vlinderstichting wordt gewerkt met inheemse, meerjarige soortenWe zien gelukkig dat bij veel gemeenten biodiversiteit belangrijker wordt. Op allerlei plaatsen zijn er initiatieven om door inrichting en beheer van het groen er meer kleur en leven in te krijgen. Uiteraard is een stad geen natuurgebied en er moet nadrukkelijk rekening worden gehouden met al de functies die de stad en het groen daarin vervullen, maar daar is inmiddels al erg veel ervaring mee opgedaan. Een van de sleutelfactoren is dat er gewerkt wordt met inheemse soorten. Onlangs nog bleek uit onderzoek van Maarten Immerzeel dat inheemse zaadmengsels veel beter zijn om biodiversiteit te krijgen dan de zogenaamde carnavalsmengsels met uitheemse soorten. In de idylles, bloemrijk grasland voor vlinders, bijen en mensen, die door De Vlinderstichting inmiddels al op meer dan zestig plekken zijn ingezaaid, wordt daarom altijd gewerkt met meerjarig, inheems en liefst ook streekeigen materiaal. De idylles worden vaak aangelegd op zeer soortenarm grasland en gazon en daar is inzaaien de methode om snel de gewenste bloemrijkdom te krijgen. Maar, om biodiversiteit in de stad te krijgen hoeft er echt niet altijd ingezaaid te worden. Op braakliggende stukken, vooral als de bodem zandig is, kun je het ook gewoon aan de natuur overlaten en binnen de kortste keren hebben zich daar allerlei soorten planten en dieren gevestigd. Zo is er een speciaal stadsnatuurreservaat bij het Natuurhistorisch in Rotterdam waar de natuur helemaal haar gang kan gaan en daar ontstaat een heel bijzonder gebiedje.

Uit deze voorbeelden blijkt dat het stedelijk gebied zeer waardevol kan zijn voor veel soorten planten en dieren, als we er maar rekening mee houden. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de kansen die er zijn in onze eigen achtertuinen!

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting