Haematopus ostralegus. Scholekster

De scholekster: onze nieuwe stadsvogel?

Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)
2-APR-2019 - Het gaat slecht met de scholekster in Nederland: het broedsucces aan de kust en in weilanden is zo laag dat de populatie sterk afneemt. Wel broeden scholeksters steeds vaker in de stad. Maar daar zijn nieuwe bedreigingen, en over deze nieuwe manier van broeden is nog te weinig bekend. Daarom begint de Stichting Onderzoek Scholekster een nieuw ‘citizen science’ onderzoek: Scholeksterophetdak.nl.

In de afgelopen decennia is het aantal broedgevallen van scholeksters meer dan gehalveerd. Deze ‘Bonte Piet’ met zijn zwart-witte verenpak, karakteristieke oranjerode snavel en roze poten broedt van oudsher aan de kust en in weilanden. Maar daar is hun broedsucces al lange tijd veel te laag. Een lokale studie in Assen laat zien dat het aantal broedende vogels in stedelijke gebieden toeneemt. Ook is daar het broedsucces aanzienlijk hoger. Platte daken bedekt met grind of korte vegetatie bieden goede camouflage voor de eieren. En als de jongen uitgekomen zijn, kunnen de ouders in gazonnetjes en andere groenstroken vaak voldoende voedsel vinden.

Deze vier scholekster-eieren liggen goed gecamoufleerd tussen het grind op het dak

Overlevingskans

Maar broeden op hoogte brengt ook risico's met zich mee. Direct nadat de jongen uit het ei zijn gekomen, gaan ze op pad. De ouders zoeken voedsel en voeren de jongen, totdat ze het kunstje hebben afgekeken en zelf eten kunnen vinden. Maar met een nest op het dak is het een stuk lastiger om de ouders te volgen. Als ze naar beneden vliegen, moeten de jongen de sprong wagen. Hoe hoger het dak, hoe groter de kans dat ze niet heelhuids de grond bereiken. Ook het soort ondergrond waarop ze vallen maakt uit voor de overlevingskans.

Heeft het dak een opstaande rand, dan blijven de jongen gedwongen boven terwijl de ouders voedsel halen. Maar dan ligt uitdroging op de loer, want zonder beschutting of water om in af te koelen kan de temperatuur op zo'n plat dak gedurende de zomer flink oplopen. Het enige vocht dat ze dan kunnen binnenkrijgen is via het voedsel dat de ouders meebrengen. Soms denkt een kuiken een schuilplek gevonden te hebben, maar dan blijkt het om een regenpijp te gaan waar het jong in verdwijnt. En ook op de grond moeten ze opletten. Anders lopen ze het gevaar overreden te worden door langsrazend verkeer of slachtoffer te worden van katten.

Een scholekster met drie kuikens. Op de achtergrond zie je een stuk gaas dat voorkomt dat de jongen in het riool verdwijnen

Help de scholeksters

Je kunt de scholeksters in de stad op verschillende manieren helpen. De broedende ouders zijn erg gevoelig voor verstoring. Zorg er dus voor dat je geen dakwerkzaamheden uitvoert tijdens het broedseizoen. Het dak kun je voor scholeksters inrichten door te zorgen voor beschutting, en door regenpijpen af te dekken met een kraaienkap of een stuk gaas. Zo voorkom je dat de jongen uitdrogen of in het riool verdwijnen.

Deze tips en meer komen van de nieuwe website Scholeksterophetdak.nl. Dat is vooral ook de plek waar je de nesten bij jou in de buurt kunt melden. Hoe hoog is de broedplek en om wat voor soort dak gaat het? Is er genoeg schaduw? Zijn de ouders geringd? Het is erg nuttig om dit soort waarnemingen te ontvangen, liefst om de paar dagen. Want specifiek en gericht onderzoek naar scholeksters die broeden op daken is nog nooit eerder op landelijke schaal gedaan.

Het meerjarige onderzoek is een initiatief van de nieuw opgerichte Stichting Onderzoek Scholekster, en wordt mede gesteund door Sovon Vogelonderzoek Nederland, NIOO-KNAW en Vogelbescherming Nederland. Met de gegevens die burgers invoeren over het nest op hun dak kunnen we deze prachtige vogels helpen overleven in ons land. En met zijn vrolijke ‘te piet’-gekwetter wordt het nog levendiger in onze steden!

Tekst: Rafael Martig, Stichting Onderzoek Scholekster en Magali Frauendorf, NIOO-KNAW
Foto's: Mark Zekhuis, Saxifraga (leadfoto: scholekster); Geert de Vries; Rinus Dillerop