landkaartjes primair

De voorjaarsvorm van het landkaartje zien?

De Vlinderstichting
22-APR-2019 - Het landkaartje heeft de laatste tijd, mede door klimaatverandering, drie generaties per jaar. De eerste generatie vliegt vanaf begin april; op dit moment is de kans om ze te zien het grootst. Zoek vooral op plekjes in de buurt van bomen en struiken waar fluitenkruid bloeit.

Een vrouwtjeslandkaartje zet haar eitjes afDe eerste landkaartjes verschenen eind maart, maar pas half april kwamen er meer en werd dit vlindertje verspreid door heel Nederland gemeld. De komende drie tot vier weken is de voorjaarsgeneratie nog aanwezig. Deze is te herkennen aan de oranje kleur met donkere lijnen en vlekken. De volgende generaties, die in juli en september verschijnen, zijn zwart met een witte band. De vlinders die nu vliegen gaan op zoek naar een partner; de vrouwtjes zetten daarna hun eitjes af op grote brandnetel. Dat is de plant waarop de rupsen zijn gespecialiseerd: de zogenaamde waardplant. Andere planten lusten ze niet. Een vrouwtje zet tientallen eitjes bijeen op een blad. Ze plakt de eitjes netjes in eistrengetjes van zo’n vijf tot tien eitjes. Soms zijn er flink wat van die strengetjes op een blad. Als de rupsen uitkomen kun je de lege eistrengen nog vinden, maar je moet er snel bij zijn, want het blad verdwijnt als sneeuw voor de zon in de rupsenmagen. In de loop van juni zijn de rupsen volgroeid en verpoppen ze. Een paar weken later, in juli, komt de volgende generatie tevoorschijn.

Links: waarnemingen van landkaartje vanaf 2015; rechts: voorjaarsvorm op fluitenkruid

Voorjaarsvorm landkaartje op fluitenkruidLandkaartjes komen overal in Nederland voor, maar zijn niet zo talrijk als koolwitjes of dagpauwoog. Ze hebben voorkeur voor plekken met bomen en struiken en, in het voorjaar, met bloeiend fluitenkruid. Daar zie je niet vaak vlinders op drinken, maar landkaartjes zijn er gek op. Als de temperatuur 20 graden of hoger is, zijn ze volop actief: op de goede vliegplaatsen kun je er dan wel tien of meer tegenkomen. Die goede vliegplaatsen vind je in natuur- en bosgebieden, maar ook in natuurlijk beheerde stadsparken en recreatiegebieden. Je kunt landkaartjes ook wel eens in je tuin treffen, maar het is zeker niet een echte tuinvlinder. De laatste vijf jaar zit het landkaartje weer een beetje in de lift, nadat de soort het tussen 2000 en 2010 moeilijk had en duidelijk achteruit ging. We zijn heel benieuwd hoe de soort de hete droge zomer van vorig jaar is doorgekomen en of hij, ook dit jaar, weer een goed jaar zal hebben.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Kaartje: NDFF