Koolmees jong

Mezensterfte door bestrijding buxusmot? Help mee met het onderzoek!

Vogelbescherming Nederland
30-APR-2019 - Mezen krijgen gif binnen dat wordt gebruikt tegen de buxusmotrups, blijkt nu uit onderzoek. Uw hulp is nodig om dit uitvoeriger te onderzoeken en in de toekomst hopelijk te voorkomen. Geef waarnemingen van dode meesjes daarom alstublieft door.

Kool- en pimpelmezen die leven in buurten waar de buxusmotrups wordt bestreden met gif, krijgen veel soorten bestrijdingsmiddelen binnen. Vaak zijn dat ook nog eens illegale middelen. Dit blijkt uit onderzoek van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM). Mezen zijn nu eenmaal gek op de buxusmotrupsen en voeren ze enthousiast aan hun jongen. 

Mezen voeren hun jongen veel rupsen. Zit de rups vol gif, dan krijgt het mezenjong dit ook binnen

Het CLM en Vogelbescherming willen nu op grote schaal onderzoek uitvoeren naar het verband tussen mezensterfte en het gebruik van gif tegen de buxusmotrups, en vragen daarbij uw hulp. Dit is belangrijk om te voorkomen dat tuinvogels (en veel andere insecten) worden vergiftigd.

Wel 14 soorten gif gevonden in dode mezen

In 2018 heeft het CLM vijf dode jonge mezen onderzocht op plaatsen in de stad waar de buxusmot werd bestreden. Ook vijf dode jonge mezen uit een bosgebied, waar geen bestrijding plaatsvond, zijn onderzocht. In totaal zijn wel 14 verschillende gifsoorten gevonden in de onderzochten mezen. Heel concreet waren dit negen insecticiden (middelen om insecten te doden): chlorantraniliprole, DDT, fipronil, imidacloprid, indoxacarb, permethrin, spinosad, spiromesifen en thiamethoxam; drie fungiciden (middelen om schimmels te doden): azoxystrobin, fluopyram en propiconazole); één biocide (een stof die veel verschillende soorten levende wezens doodt): DEET en één synergist: piperonyl butoxide, een stof die de afbraak van pyrethrinen tegengaat.

Het is opvallend hoeveel (illegale) gifstoffen mensen gebruiken om onder andere de buxusmotrups te bestrijden

Meer gifstoffen in de stadse mezen

Uit het onderzoek bleek dat de ‘stadsmezen’ een veel groter aantal bestrijdingsmiddelen bevatten dan de ‘bosmezen’: gemiddeld 2,8 tegenover 0,8. Dit is duidelijk weergegeven in de onderstaande grafiek. Hier staat ook een losse kolom voor de middelen om insecten te doden (insecticiden), omdat mensen die waarschijnlijk gebruiken om de buxusmotrups te bestrijden. De onderzoekers vonden 2,2 soorten insecticiden per mees in de stad vergeleken met 0,2 insecticiden in het bosgebied. Ook een groot verschil dus.

Het gemiddeld aantal pesticiden en insecticiden in onderzochte dode mezen uit natuur en stad

Opvallend: de meeste van de gevonden middelen zijn niet eens toegelaten om door particulieren tegen buxusmot gebruikt te worden. Het zijn dus illegale gifstoffen. Bekijk voor meer informatie het hele onderzoeksrapport (pdf: 1.1 MB).

Mezensterfte in de nestkast door gif?

Dit jaar gaat het CLM het mezenonderzoek op een grotere schaal uitvoeren en vogelbescherming ondersteunt dit onderzoek. Het is namelijk nodig om meer dode jonge mezen te onderzoeken, om te kunnen zeggen of het gebruik van gif tegen de buxusmot kan leiden tot een verhoogde sterfte van jonge mezen in de nestkast.

Vindt u dode meesjes in plaats van een vrolijk uitvliegend clubje? Meld het dan!

Meld dode meesjes!

Als u in uw tuin plots veel dode (jonge) mezen vindt én u of de buren hebben gif gebruikt om buxusmotten te bestrijden, geef het dan door aan Roy Gommer of Adriaan Guldemond van het CLM. Hun contactgegevens vindt u hier, samen met meer informatie over het bewaren van de meesjes voor onderzoek naar gif. In overleg met u zullen ze bepalen of de meesjes geschikt zijn voor het onderzoek.

Vogelbescherming zet de uitkomsten van dit onderzoek natuurlijk in om onze kool- en pimpelmezen beter te beschermen!

Tekst: Adriaan Guldemond i.s.m. Vogelbescherming Nederland
Foto's: Shutterstock; Hans Lebert, Vogelfotogalerij