libellenroute tellen

Libellenmeetnet weer van start

De Vlinderstichting
2-MEI-2019 - Vanaf 1 mei worden de monitoringroutes van het Meetnet libellen weer geteld. Op honderden locaties gaan vrijwilligers op pad om vaste routes te doorlopen en er de libellen te tellen. Doordat dit jaar in jaar uit op dezelfde manier gebeurt, krijgen we een goed beeld van hoe het met de libellen gaat.

Een algemene soort als de azuurwaterjuffer wordt in de algemene routes meegenomenHoewel de zon het de laatste dagen een beetje laat afweten, is een flink aantal libellensoorten al weer verschenen. De winterjuffers zijn al eieren bij het water aan het leggen, maar ook veel andere voorjaarssoorten vliegen al weer rond. Niet alleen de vuurjuffer is actief, ook de variabele waterjuffer is al in flinke aantallen te vinden. De smaragdlibel was op sommige plekken afgelopen week al massaal uit aan het sluipen en de glassnijders, viervlekken en eerste witsnuitlibellen zijn ook al gezien. Het wordt dus weer tijd om routes te gaan tellen. Zo’n libellenroute loopt meestal langs het water. Dat kan een sloot of ven zijn, maar ook een vijver in een stadspark of een sloot in het boerenland. De bedoeling is dat eens in de twee weken de telling plaatsvindt. Dat hoeft niet op een vaste dag te zijn, maar wel op een moment dat de weersomstandigheden gunstig zijn. In de handleiding wordt precies aangegeven wanneer je mag tellen en met welke omstandigheden niet. Dat is natuurlijk bedoeld om te zorgen dat de libellen wel goed actief zijn als je telt, anders zeggen de resultaten niet zoveel.

Voor zeldzame soorten, zoals deze bosbeekjuffer, worden soortgerichte routes geteldEr zijn twee typen routes, de algemene en de soortgerichte. Algemene routes worden het hele seizoen, van 1 mei tot eind september, geteld. Hier gaat het om alle libellen die er voorkomen. Soortgerichte routes zijn speciaal uitgezet op plekken waar bijzondere soorten voorkomen. Deze routes worden driemaal geteld in de vliegtijd van die soort. Soortgerichte routes zijn sterk geclusterd rondom de libellenrijke laagveengebieden (Weerribben, Groene Hart), waar onder andere groene glazenmaker en gevlekte witsnuitlibel worden geteld. Daarnaast zijn de voorkomens van bosbeekjuffer en speerwaterjuffer te herkennen in Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant. De algemene routes liggen redelijk verspreid over Nederland, maar enkele provincies zijn nog sterk ondervertegenwoordigd. Extra algemene routes zijn dan ook zeer welkom, vooral in regio’s waar nog geen of weinig routes liggen (Groningen, Friesland, Drenthe, Flevoland, Zeeland en Limburg). Extra soortgerichte routes zijn welkom voor beekrombout (Limburg, Overijssel), bosbeekjuffer (Limburg), kleine tanglibel (Kerkrade), maanwaterjuffer (Drenthe, Veluwe, Noord-Brabant), sierlijke witsnuitlibel, speerwaterjuffer (Noord-Brabant), venglazenmaker, venwitsnuitlibel (Drenthe) en zuidelijke oeverlibel (Limburg).

Hier kunt u de handleiding voor het meetnet (pdf; 0,7 MB) downloaden met alle informatie over de routes en de tellingen. Wilt u ook een of meer routes gaan tellen, neem dan contact op met de coördinatoren van het meetnet.

Het Landelijk Meetprogramma Libellen wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV en is onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring

Tekst & foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting