Annemarie bij haar collectie sporen

'Spoorzoeken geeft een extra dimensie aan een natuurwandeling'

Provincie Noord-Brabant
13-JUN-2019 - Pootafdrukken, eet- en prooiresten, holen, nesten, uitwerpselen en braakballen… Annemarie van Diepenbeek uit Veghel weet er álles over. Ze staat dan ook bekend als de ‘moeder der spoorzoekers’ en inspireert anderen door middel van lezingen, workshops en met haar praktische veldgidsen.

Annemarie verzamelde zelf haar kennis over diersporen. "Sinds veertig jaar heb ik een grote belangstelling voor zoogdieren. Die zijn schuw en veelal in de nacht actief. Daarom ben ik sporen gaan zoeken. Waar leven ze, wat eten ze, hebben ze jongen? Het vinden van sporen werd uiteindelijk voor mij een doel op zich. Ik weet nog hoe mijn liefde voor sporen ontstond. Dat was tijdens een excursie op de Groote Heide. Ik vond een zwarte gevlochten keutel met een puntje eraan. Ik was benieuwd van welk dier het was. In de bibliotheek sprong ik een gat in de lucht bij het vinden van ‘Elseviers diersporengids’. Blijkbaar vonden meer mensen het interessant om over diersporen te lezen."

Inventarisatiemethode

NAnnemarie van Diepenbeek is altijd op zoek naar sporena tien jaar vrijwilligerswerk voor de toen nog jonge vereniging Das en Boom, ging Annemarie zich ook interesseren voor reptielen en amfibieën en steeds meer over hun sporen schrijven. "In het pre-digitale tijdperk was het moeilijk om sporenvondsten te controleren. Inmiddels stuur je met de waarneming eenvoudig een foto mee. Zo kunnen de sporen direct gecheckt worden. En van een aantal soorten kennen inmiddels ook de controleurs de sporen. Sporengidsen helpen daarbij." In de tweede helft van de jaren 80 wordt Annemarie steeds vaker gevraagd om lezingen te geven over haar passie en bevindingen. "Inmiddels kon ik doosjes met een breed scala van sporen tonen. Ook ben ik bewuster gaan fotograferen. Zo kon ik mijn enthousiasme en kennis over sporen beter overdragen aan anderen."

Extra dimensie

Het spoorzoeken is een manier van leven geworden voor Annemarie. "Mijn man en ik kiezen altijd natuurrijke vakantiebestemmingen, kijken anders naar onze omgeving en de natuurwereld biedt me veel leuke, nieuwe contacten. Ik ben altijd met de natuur en het documenteren van vondsten bezig. Ik maak foto’s, aantekeningen en vergelijk deze met eigen documentatie en andere literatuur. Spoorzoeken geeft een extra dimensie aan een natuurwandeling. Het dier zie je niet, maar je kunt je het leven van het dier wel verbeelden. Dankzij patronen van dieren ontdek ik dingen, maar ze roepen ook nieuwe vragen op. Ik ga op zoek naar de antwoorden en daarbij doe ik extra kennis op. Hierdoor valt me ook in het veld weer meer op. Theorie en praktijk blijven elkaar zo aanvullen. Dat maakt spoorzoeken verslavend. Ik vind het heel leuk om andere mensen op die manier te leren kijken naar sporen. Door mijn lezingen, workshops en boeken kunnen meer mensen zelf aan de slag met spoorzoeken."

Monnikenwerk

Het duurde even voordat Annemarie een boek wilde uitgeven. "Nadat ik een cursusboek voor de KNNV en IVN in elkaar geknipt en geplakt had, kwam in 1989 de vraag van KNNV Uitgeverij voor een boek, maar ik vond dat ik nog te weinig kennis had. Tien jaar later, waarvan drie jaar schrijven, lag mijn eerste boek dan toch in de winkels. Twintig jaar veldonderzoek samengevat in vierhonderd pagina’s." Het boek werd een groot succes. Naast de vijf gebonden uitgaven van de KNNV bracht Natuurmonumenten twee eigen drukken uit. Ook verscheen in 2010 een tweede gids over zoogdieren in Europa, die ze samen met andere auteurs schreef. Op dit moment werkt ze aan een nieuwe veldgids Diersporen met uitbreiding van soorten en spoortypen uit heel Europa. Deze verschijnt in oktober 2019. Het is monnikenwerk, waardoor haar geliefde vrijwilligerswerk bij de IVN-amfibieënwerkgroep in Veghel, het monitoren van dassenburchten in de Maashorst voor de Brabantse Dassenwerkgroep en haar bijdrage aan het Bunzing- en Boommarterproject tijdelijk moet wijken. "Ja, daar heb ik wel wat moeite mee. Maar twee weken relmuissporen verzamelen in Duitsland doet me dan weer erg goed. Ik heb eindelijk takken met ringsporen gevonden. Deze kan ik mooi toevoegen aan mijn sporencollectie!" Die collectie is enorm én museumwaardig. Dat beseft Annemarie ook. "Mijn werkkamer puilt uit. Ik hoop dan ook dat een museum het over wil nemen. Er zitten unieke objecten uit heel Europa bij. Completer ga je het niet krijgen!"

Tekst: Saskia Meijs, provincie Noord-Brabant
Foto's: Marc Bolsius (leadfoto: Annemarie van Diepenbeek bij haar collectie sporen)