Japanse duizendknoop

Natuur op de stoep: Japanse duizendknoop

Hortus botanicus Leiden
4-SEP-2022 - Van gevierde sierplant tot gevreesde indringer, dat is het verhaal van de Japanse duizendknoop. Het is een invasieve exoot. Wij mensen hebben het er met ons gegraaf en gesleep met grond zelf naar gemaakt. Nu alom gehaat en gevreesd, lijkt hij toch ook enkele goede eigenschappen te hebben. De plant is jong goed eetbaar. De bloemen leveren in de nazomer voedsel aan insecten.

Met een hoogte van maximaal drie meter is dit niet bepaald een stereotiep stoepplantje. Het is nu haast ondenkbaar, maar ooit was de Japanse duizendknoop (Fallopia japonica) een zeer gewaardeerde nieuwkomer in Europa. De gerenommeerde Duitse plantkundige Von Siebold introduceerde de soort als sierplant in de eerste helft van de 19e eeuw vanuit Japan in Europa, om precies te zijn bij ons in Leiden. De plant werd zeer gewild en vanuit zijn kwekerij verspreid over vele tuinen.

Japanse duizendknoop als stoepplant

Japanse duizendknoop, oorsrponkelijk een gewilde sierplant

Invasief

Later werden precies die eigenschappen waar hij eerst om gewaardeerd werd – het robuuste wortelstelsel, het dichte bladerdek, het gemakkelijke vermeerderen door stekken – juist als negatief gezien. De wortels en nieuwe scheuten tasten infrastructuur aan. Elk stukje wortel of stukje steel met een knoop kan uitgroeien tot een nieuwe plant, die een heel veld met uitsluitend Japanse duizendknoop vormt, inheemse planten verdringend. Hij werd – en wordt – bestempeld als invasieve exoot, plantaardig staatsvijand nummer één.

Zaad op komst

De Japanse duizendknoop is een invasieve exoot. Nieuwe plekken bereikt hij door ons gesleep met grond en door het weggooien van tuinafval met stukken wortel en stengel van deze plant erin. Zelfs maaimachines verspreiden stengels. Eenmaal gevestigd kan hij enorm uitbreiden door z'n ondergrondse wortelstelsel. Elk klein stukje wortel of stengel kan bovendien voor nieuwe planten zorgen. Omdat Von Siebold alleen vrouwelijke planten ter beschikking had, vinden we tot nog toe alleen vrouwelijke planten in Nederland. Die vormen zonder stuifmeel geen zaad. Daar lijkt verandering in te komen. Een ondersoort van de Japanse duizendknoop, ongevaarlijk geacht, want niet woekerend en laagblijvend, wordt aangeboden als tuinplant met vrouwelijke én mannelijke exemplaren. De mannelijke exemplaren kunnen de vrouwelijke planten van de Japanse duizendknoop bevruchten. Een extra bedreiging, want dan kan de Japanse duizendknoop zich ook nog via zaad verspreiden.

Japanse duizendknoop in bloei

Japanse duizendknoop, bloemen van dichtbij

Familie

Japanse duizendknoop

De Japanse duizendknoop wordt vaak als de enige boosdoener van de grote duizendknopen gezien, maar is het zeker niet altijd. Hij heeft familieleden, andere duizendknopen, die op hem lijken en net zo invasief lijken te zijn. De Afghaanse duizendknoop (Persicaria wallichii), Sachalinse duizendknoop (Fallopia sachalinensis) en bastaardduizendknoop (Fallopia x bohemica) worden nogal eens aangezien voor een Japanse duizendknoop.

De meeste stoepplanten worden niet groot. Ze zijn ofwel van nature kleine planten, ofwel blijven laag door ongunstige omstandigheden zoals betreding. Maar tegen muren kunnen de stoepplanten die dat in zich hebben flink uitgroeien. De Japanse duizendknoop heeft dat zeker in zich, hij kan daar tot de indrukwekkende hoogte van wel twee tot drie meter uitgroeien. Er zijn dus stoepplantjes die groter worden dan jij zelf.

Lastige eigenschappen

De wortels van de Japanse duizendknoop zitten diep in de grond en zijn stevig en krachtig. Dat waardeerde men in de negentiende eeuw, het hield erosie tegen. Maar uit die wortels schieten vele krachtige stengels op, zo krachtig dat ze elk smal kiertje waar ze doorheen groeien, verbreden en zo fundamenten, leidingen en plaveisel kunnen aantasten. 

Japanse duizendknoop, eetbaar voor ons maar nog weinig gegeten door inheemse dierenDe vele stengels en het eerst zo geroemde dichte bladerdek zorgen voor een monocultuur van Japanse duizendknoop. De inheemse planten worden verdrongen. De verspreiding van de Japanse duizendknoop verloopt ongehinderd, onze inheemse dieren hebben de plant (nog?) niet ontdekt als voedselbron.

Positieve eigenschappen

Als je de berichten over deze plant leest, is er niets goeds aan. We zochten naar eigenschappen van de Japanse duizendknoop die we kunnen waarderen.
Smaak is persoonlijk, maar de plant is bepaald niet lelijk. Als hij bloeit, in de nazomer, zijn de bloemetjes aantrekkelijk voor de mens en met de nectar die ze produceren ook voor insecten. In Azië worden aan de plant geneeskrachtige eigenschappen toegedicht.

Doorsnede stengel Japanse duizendknoop

De jonge scheuten van de Japanse duizendknoop blijken goed eetbaar en lekker te zijn, ze smaken ongeveer als rabarber. Op internet zijn vele recepten te vinden. Je kan van dezelfde plant verschillende keren per jaar oogsten. Na enkele jaren oogsten raakt de plant uitgeput en vermindert de groeikracht. Hij woekert dan niet meer. Maar ook met intensief oogsten en maaien zul je de Japanse duizendknoop nooit uitroeien. Zodra je stopt met oogsten en maaien is de plant in korte tijd weer net zo vitaal als voorheen.  

Op het bord of onder de microscoop

Kunstenaar en microscopist Rob van Es bekeek deze veelbesproken plant onder de microscoop. Hij schrijft: "Op een dwarsdoorsnede van een stengel kun je zien dat de Japanse duizendknoop een taaie rakker is. Net onder de huid meandert een doorlopende band met goudkleurige cellen. Dit zijn steencellen vol looistof en kristallen. Ze heten steencellen omdat ze keihard zijn. En omdat ze zo hard zijn, maken ze de groeiende stengels star. Het kan nog zo hard waaien, deze stengels blijven recht overeind staan. Die ‘muur’ van steencellen is meteen ook een verdedigingswal voor de tere vatenbundels die daar net onder liggen. Deze vatenbundels bevatten buisjes voor het transport van water en van suikerrijk voedsel dat in de bladeren via fotosynthese is gemaakt."

Doorsnede bladnerf Japanse duizendknoopJapanse duizendknoop, nerf tegen een donkere achtergrond met oplichtende kristallen

"Ook bijzonder is de opvallend gehoekte nerf in het blad. Geen idee wat de functie van deze hoekige vorm is. In de doorsnede van de bladeren, maar ook in de nerf zelf, zie je relatief grote kistallen liggen. In de nerf duwen ze zelfs de langwerpige palissadecellen weg (waar groenkorrels zonne-energie omzetten in suiker). Aan de onderzijde van het blad zie je veel open ruimtes tussen de cellen waar – afgesloten door huidmondjes – gassen in en uit kunnen stromen."

Volg dus allen het bekende Engelse motto: If you can’t beat them, eat them. Of, bekijk hem goed, op de stoep of onder de microscoop. Geniet van de schoonheid, maar wees voorzichtig in de omgang met deze invasieve exoot.

Tekst: Ton Gordijn, Hortus botanicus Leiden, met een bijdrage van Rob van Es
Foto's: André Biemans; KU Leuven; Rob van Es

Naschrift plantenkenner Niels Eimers:

"Ik hoor vaak dat leken niet begrijpen waarom we zo moeilijk doen over een invasieve plant. Gewoon afmaaien en klaar toch? Ik zou graag goed benadrukken dat reguliere bestrijding met intensief en meerdere jaren gif spuiten en maaien geen effect heeft op de plant. En dat uitgraven zeer intensief en duur is omdat de wortels zo diep en uitgebreid geworteld zitten. En dat de planten en de verwijderde grond door speciale destructiebedrijven moet worden vernietigd/behandeld. Bestrijding is ongelooflijk arbeidsintensief en duur."