Klapekster met prooi

Siberische Noordelijke Klapekster na 113 jaar herontdekt

Naturalis Biodiversity Center
22-OKT-2022 - Meer dan een eeuw lang lag een exemplaar van de Noordelijke Klapekster onopgemerkt in de collectie van Naturalis, geëtiketteerd als 'gewone' Klapekster. Door middel van recent DNA-onderzoek aan het verenkleed is vastgesteld dat het om de Noordelijk Klapekster gaat, en wel om de Siberische ondersoort. Het is de eerste, en vooralsnog enige, Noordelijke klapekster die in Nederland is waargenomen.

Op 25 november 1909 kwam in het toenmalige Rijksmuseum voor Natuurlijke Historie – wat nu Naturalis is – een klapekster binnen. Antonius Smulders, woonachtig in Nuenen in Noord-Brabant, verzamelde daar het exemplaar. Toen dacht men dat het om een ‘gewone’ klapekster ging, een zangvogel die tot de jaren 1950 regulier broedde in Nederland. Recent DNA-onderzoek laat zien dat het om een andere soort gaat.

Prikkeldraden en prikkelstruiken

Klapeksters zijn zangvogels die jagen op onder andere reptielen en amfibieën. Ze staan ook wel bekend als blauwe klauwier. En net zoals andere klauwieren, bewaren ze hun voedsel voor slechte tijden op prikkeldraad en doornstruiken. De klapekster werd tot enkele jaren geleden verdeeld in diverse ondersoorten. Maar met de komst van DNA-analyses is circa vijftien jaar geleden duidelijk geworden dat binnen de klapekster-groep sprake is van meerdere aparte soorten. Een van deze ‘nieuwe’ soorten is de Noordelijke Klapekster, die ook enkele ondersoorten kent. 

De herontdekte Siberische Noordelijke Klapekster in de collectie van Naturalis

Vaste plaats op Nederlandse lijst

De Israëlische vogelaar Reuven Yosef en kunstenaar Martin Brandsma zagen in 2014 de desbetreffende vogel al liggen in de collectielades van Naturalis. Zij dachten dat het waarschijnlijk om een Noordelijke Klapekster ging. Het onderzoek werd in 2020 nieuw leven ingeblazen door Justin Jansen, gast-onderzoeker bij Naturalis. Met een monster van de vogel kon Peter de Knijff, hoogleraar Populatie- en Evolutiegenetica, al binnen enkele maanden het vermoeden van Yosef en Brandsma bevestigen. Smulders had in november 1909 een Noordelijke Klapekster verzameld, en wel de ondersoort Lanius borealis sibiricus. 

Zoals het gaat bij de determinatie van bijzondere soorten, werd deze voorgelegd aan de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna. De commissie neemt op basis van het dossier een beslissing of de determinatie correct is en of het dier op eigen kracht in Nederland is gearriveerd. De commissie was het eens met de conclusie van het onderzoek van Jansen en De Knijf waarmee de (Siberische) Noordelijke Klapekster een vaste plaats heeft verkregen op de Nederlandse lijst. 

Extra bijzonder

Normaliter broedt de Noordelijke Klapekster in het oosten van Siberië, Rusland en de meeste noordelijke delen van China en Mongolië. De soort overwintert zuidelijker, tot in China, Korea, Mongolië, Rusland, noordelijk Japan en westelijk tot in Kazachstan en Kirgizië. Dit alleen al maakt het exemplaar uit Noord-Brabant extra bijzonder. Bovendien is dit individu pas de tweede bevestigde waarneming van de soort in Europa. 

Dit voorbeeld toont het belang aan van natuurhistorische collecties, zoals die van Naturalis. Nieuwe kennis en technieken geven ons de kans om met andere ogen naar collectie-exemplaren te kijken, soms met verrassende uitkomsten. 

Meer informatie

Tekst: Naturalis Biodiversity Center
Beeld: Robert van 't Zelfde (leadfoto: Klapekster); Naturalis Biodiversity Center