Recept voor stropen

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]

In winter en voorjaar is stropen de manier om nachtvlinders te zien te krijgen. Door een heerlijk zoet en vaak alcoholisch mengsel op bomen te smeren lok je de vlinders en kun je ze bekijken en op naam brengen. Hier een recept.

Op dit moment kun je in ieder geval drie soorten uilen verwachten als je gaat stropen. Zwartvlekwinteruil, bosbesuil en wachtervlinder zijn de hele winter actief, als de nachten niet te koud zijn. Over een aantal weken, in maart, zijn zo’n tien soorten voorjaarsuilen (pdf; 1,1 MB) te verwachten. Je hoeft er niet ver voor weg want ze zitten bij jou in de tuin. Je moet ze alleen even lokken om ze te zien te krijgen. Hier het recept voor stroop. Maak het nu, dan kun je in maart volop stropen.

1. De belangrijkste ingrediënten zijn stroop of appelstroop, suiker en appelmoes of geprakte overrijpe bananen. Daarnaast worden allerlei alcoholische versnaperingen verwerkt, maar dat is een persoonlijke keuze.
2. Doe de (appel)stroop in een forse pan. In dit voorbeeld worden 5 potjes gebruikt omdat er een voorraad voor een aantal maanden wordt gemaakt.
3. Voeg 1 kg suiker en een pot appelmoes toe en verwarm dit tot de suiker goed is opgelost, het hoeft niet persé te koken.

4. Laat het mengsel afkoelen tot handtemperatuur en drink in de tussentijd twee trappistbiertjes die je voorzichtig in een glas schenkt, zodat alle droesem onderin de fles achterblijft (denk erom: bij 1 potje appelstroop is ook 1 bodem droesem voldoende). Als het mengsel is afgekoeld kun je de droesem aan de stroop toevoegen.
5. Laat een of meer dagen staan en je zult zien dat de stroopmassa goed gaat gisten (er ontstaan allemaal belletjes op de stroop).
6. Verdeel de massa over kleinere potjes die je goed af kunt sluiten. Als de massa dik is kun je, voor het in de potjes te schenken, even voorzichtig verwarmen.
Vlak voor het gebruik kun je nog een klein scheutje alcohol toevoegen (bijvoorbeeld rum of ouzo) en eventueel wat water om de goede dikte te krijgen. Het mag niet te dun zijn, dan druipt het allemaal van de boom, maar wel ‘smeerbaar’. Op een warme avond (dat is in de winter boven de 5 graden Celsius), ga je in de schemering met een potje en kwast op pad en smeert plekken van ongeveer 15x15 centimeter op bomen of andere harde oppervlakten.

Na een uur ga je de plekken af en beschijnt ze voorzichtig met een zaklantaarn en hoopt dat er nachtvlinders op zitten. Je kunt het nu al doen, maar in de loop van maart heb je de meeste kans op succes. Er is een zoekkaart voorjaarsuilen (pdf; 1,1 MB) te downloaden waarop de verschillen tussen tien voorjaarsuilen staat uitgelegd. Geef je waarnemingen door aan Waarneming.nl of Telmee.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting