Raad en Daad bij de uitvoering van het Programma Natuur
OBN NatuurkennisDe uitvoering van het Programma Natuur is een grote uitdaging. In de praktijk lopen beleidsmakers en terreinbeheerders vaak tegen concrete vragen aan. Bijvoorbeeld: welke beheermaatregel is in deze specifieke situatie het meest effectief? Welke locatie is het meest kansrijk voor herstel? Om hen te ondersteunen heeft Kennisnetwerk OBN het loket Raad & Daad in het leven geroepen. Beheerders en beleidsmakers stellen hun vraag aan Kennisnetwerk OBN. OBN beoordeelt of de vraag relevant is voor het Uitvoeringsprogramma Natuur (UPN) en schakelt vervolgens experts in van de deskundigenteams. Via een kortlopend kennisproject beantwoorden zij de vraag zo concreet mogelijk, aan de hand van de kennis en ervaring die al voorhanden is. De resultaten worden openbaar gemaakt, zodat andere beheerders en beleidsmakers er ook van kunnen leren. Heeft u ook een kennisvraag over de uitvoering van het Programma Natuur? Neem dan contact op met Geert van Duinhoven g.vanduinhoven@vbne.nl.
Raad en Daad 1: Hellingbossen van Limburg
De Zuid-Limburgse hellingbossen zijn van oudsher rijk aan bijzondere soorten. Door veranderend beheer en de overmaat aan stikstof hebben de meeste bossen zich tot een dicht opgaand bos ontwikkeld en is de kenmerkende flora en fauna verdwenen. In de jaren tachtig hebben terreinbeheerders al op enkele plekken hakhoutbeheer geherintroduceerd. Op die plekken is uiteindelijk de typische flora en fauna weer teruggekeerd. De vraag voor de provincie was nu echter: waar liggen de kansrijke plekken om dit traditionele bosbeheer weer te introduceren? Het Deskundigenteam Heuvellandschap heeft op basis van actueel voorkomen van soorten en grondeigendom in korte tijd een kansenkaart gemaakt. De provincie Limburg gebruikt deze nu om plekken aan te wijzen waar ze de hellingbossen gaat herstellen.
Lees het volledige advies: Eiken-Haagbeukenbos in het Heuvelland - Kansrijke herstellocaties middenbosbeheer (pdf; 4,7 MB).
Raad en Daad 2: Krulzuring in de polder
Natuurmonumenten heeft op een aantal percelen in de Eemlandpolder in Utrecht het beheer helemaal afgestemd op weidevogels. Tot voor kort ging dat prima, maar nu komt er opeens overal krulzuring op en de agrariërs die de percelen maaien, vinden het maaisel daarom steeds minder geschikt als veevoer. Wat moeten we doen, vroeg Natuurmonumenten aan het OBN. Op basis van een veldbezoek en bodemmonsters concludeert het Deskundigenteam Cultuurlandschap dat verdere verschraling tot een gras-kruidenmix voldoende zou moeten zijn om een groot deel van het zuringprobleem op te lossen. Voor een deel zijn de typerende soorten al mondjesmaat aanwezig, zoals pinksterbloem en smalle weegbree, maar doelsoorten als veldzuring, echte koekoeksbloem, rood zwenkgras en reukgras ontbreken meestal nog. Om daadwerkelijk op het gewenste plant-beschikbare fosfaatniveau te komen, is het nodig om nog ongeveer tien jaar verder te verschralen, schatten de onderzoekers in. Het is dus waarschijnlijk een tijdelijk probleem waar Natuurmonumenten mee te kampen heeft.
Lees het volledige advies: Dominantie van krul- en ridderzuring in de Eemlandpolder (18,5 MB).
Raad en Daad 3: Optimalisatie van de rioolwaterzuiveringsinstallatie
Waterschap Rijn en IJssel is van plan de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) in Winterswijk aan te pakken. Het gezuiverde water stroomt namelijk vanuit de installatie in de Groenlose Slinge, een meanderende beek met een belangrijke functie als ecologische verbindingszone. In 2027 moet het water dat de installatie verlaat voldoen aan hogere kwaliteitsnormen. De grootste uitdaging is om de hoeveelheid fosfor in het water omlaag te krijgen. Om dat te bereiken zijn fikse investeringen nodig. Daarom vroeg het Waterschap aan Kennisnetwerk OBN om eerst een vooronderzoek te doen. Welke ecologische verbeteringen kunnen er verwacht worden als de beste zuiveringstechnieken worden ingezet? De onderzoekers concluderen dat de investeringen in de RWZI zeker zullen leiden tot een verbetering van de waterkwaliteit in de Groenlose Slinge. Die verbetering zal alleen niet voldoende zijn om de ecologische doelen te bereiken. Daarvoor is een combinatie van maatregelen nodig. Instroom van probleemstoffen vanuit onder andere de landbouw moet aangepakt worden. Daarnaast vragen de waterstroming en het slib op de bodem aandacht. Pas als het hele beeksysteem voldoende op orde is, zal vergaande extra zuivering van het rioolwater leiden tot de gewenste ecologische winst.
Lees het volledige advies: Optimalisatie RWZI Winterswijk (pdf; 3 MB).
Tekst: Sofia Opfer, Kennisnetwerk OBN
Foto's: Sofia Opfer; Guido Verschoor; Haije Valkema; B. Tragter