Je wordt er niet vrolijk van, alle berichtgeving en rapporten over hoe slecht we op koers liggen om de wereldwijde uitstoot van CO2 terug te dringen. Zeker niet als je je al jaren verdiept in wat de gevolgen van klimaatverandering voor Nederland kunnen worden, en dus weet hoe omvangrijk die zijn. Zeker als we de afspraken uit Parijs van 2015 niet halen en de wereldwijde opwarming van de Aarde niet weten te beperken tot anderhalf of maximaal twee graden Celsius.
Ondertussen is er voor Nederland veel werk aan de winkel om te zorgen dat we droog en veilig in West-Nederland kunnen blijven wonen. De gevolgen van klimaatverandering, die sowieso al gaan optreden, zullen namelijk echt grootschalig om ingrijpen vragen de komende decennia. In de figuur hieronder uit het Deltaprogramma zijn vier toekomstscenario’s te zien. In het verleden is daarbij vaak gekozen voor puur technische maatregelen met dammen en dijken. De veiligheid nam toe, maar de natuur verdween onder de dijk of achter een dam zonder getij. Daarmee kwam er ook minder groene ruimte voor burgers om te recreëren en nam de leefbaarheid af. Hoe gaan we voorkomen dat we op dit pad doorgaan met de maatregelen die we nu moeten nemen tegen het hoge water?
Is er niet een alternatief, waarmee we het veilig houden, maar tegelijk de natuur herstellen en de kwaliteit van de leefomgeving verbeteren? Voor de Rijn-Maasmonding heb ik me daar jaren met collega’s in verdiept en studies naar gedaan. Deze heb ik nu samen met ARK Natuurontwikkeling in een toekomstperspectief gevat. Wat blijkt is dat we de stijgende zeespiegel kunnen opvangen met grootschalige natuurontwikkeling achter de huidige dijken, door daar getijdenpolders en getijdenparken te laten ontstaan. Daar kunnen kwelders zich ontwikkelen en zal slib en zand neerslaan. Het land gaat dan weer in hoogte groeien, in plaats van te blijven dalen.
De Rijn-Maasmonding natuurlijker, veiliger en leefbaarder (Bron: ARK Natuurontwikkeling & Wereld Natuur Fonds)
Doorrekeningen laten zien dat dit werkt, goedkoper is dan dijken versterken en meer aantrekkelijk en natuurlijk landschap oplevert. Iets waar een groot gebrek aan is, voor mensen en dieren. En dat is geen gelegenheidsargument: op heel veel plekken in Nederland is er een tekort aan natuurlijk landschap, ook op het platteland. Te weinig rustige wandelgebieden waar je ongestoord tot rust kunt komen, een ommetje kunt maken zonder constant op het verkeer te hoeven letten en waar je in een groene natuurlijke omgeving bent. Er is zo weinig ruimte voor recreatie, dat het terug te zien is in de cijfers over ziekte, mentaal welzijn en arbeidsverzuim. Ook voor de natuur is er te weinig ruimte; in de Rijn-Maasmonding is überhaupt bijna geen natuur van een natuurlijke riviermonding meer te vinden. Denk aan gorzen, biezen, kemphanen, zalm, haring en zandbanken en strandjes. Met traditionele klimaatadaptatie verdwijnt die laatste deltanatuur definitief uit ons land. En niet alleen in de Rijn-Maasmonding, ook in de rest van de Zuidwestelijke Delta en het Waddengebied speelt dit. En op een iets andere manier ook langs de rivieren en meren, en in Limburg langs de beken.
Het goede nieuws is dus dat we de trend kunnen omdraaien naar meer natuur, en daarmee meer mogelijkheden voor mensen om in een natuurlijk landschap te wonen en recreëren. Langs de Nieuwe Maas in Rotterdam met getijdenparken en een minder diepe Nieuwe Waterweg, langs het Haringvliet met waterkerende landschappen.
Maar durven we er ook voor te kiezen? Dat we het natuurlijker en meer leefbaar maken? Hoe en wat dan precies, en hoe ziet dat er dan uit? Waar is draagvlak voor en waarvoor niet, en waarom dan niet? Wereld Natuur Fonds en ARK Natuurontwikkeling hebben een toekomstperspectief gemaakt om dat beeld te schetsen en te onderbouwen wat er zou kunnen met natuurlijke oplossingen. Nu gaan we graag met burgers en andere partijen in gesprek, om te horen en onderzoeken wat men daarvan vindt. De bevindingen nemen we mee naar beleid en politiek. Want de komende jaren vindt er belangrijke besluitvorming plaats over de toekomst van Nederland en de Rijn-Maasmonding, het Deltaprogramma regisseert dat. Maar ze nemen de kansen die wij zien, niet vanzelf mee. Wat wij voorstellen, vraagt veranderingen; en alle verandering is moeilijk. Ze zijn gewend het anders te doen; technici en beleidsmakers zijn daarom huiverig. Mensen houden niet van verandering; politici zijn daarom terughoudend. Verandering kost tijd en geld; ondernemers, burgers en industrie zijn daarom soms tegen. Toch willen wij zorgen dat de kansen die er liggen om het ook natuurlijker en meer leefbaar te maken, worden gehoord en worden meegenomen.
Meer informatie
- Op de pagina over de Rijn-Maasmonding op de website van ARK vindt u het toekomstperspectief en informatie over hoe we in dialoog gaan
- Kijk voor de Limburgse situatie ook eens op Natuurkracht.org
Tekst: Bas Roels, Wereld Natuur Fonds
Beeld: Edwin Paree (leadfoto: Rijn-Maasmonding vanuit de lucht); Beeldleveranciers-Carof; Ark Natuurontwikkeling & Wereld Natuur Fonds