De klaprozen in de duintuin van PWN staan in volle bloei

Boswachter Joeri showt Duintuin vol inspiratie

PWN
31-JUL-2023 - Met een slim aangelegde tuin help je de natuur. Om anderen te inspireren, heeft PWN aan de rand van Nationaal Park Zuid-Kennemerland een voorbeeldtuin aangelegd. Publiek is hier vanaf volgend voorjaar welkom, maar boswachter Joeri licht vast een tipje van de sluier op. "Kijk eens wat er allemaal al opkomt!"

Intieme hoekjes, kronkelende paden, weinig steen, speelse hoogteverschillen, een vijver én een watertappunt: boswachter Joeri staat midden in de voorbeeldtuin van drinkwaterbedrijf en natuurbeheerder PWN. Deze zogeheten Duintuin is afgelopen winter en voorjaar aangelegd en lijkt op het eerste gezicht nog wat kaal. Maar schijn bedriegt. Wie goed om zich heen kijkt ziet overal plantjes uit de grond schieten en kleine beestjes rondkruipen en -vliegen. De klaprozen staan in volle bloei.

Wie goed om zich heen kijkt, ziet overal in de duintuin kleine beestjes rondkruipen en -vliegen

Joeri vertelt: “De zaden die we gezaaid hebben, hebben nog even tijd nodig om te ontkiemen. Maar kijk eens wat hier allemaal al uit de grond opkomt!” Hij wijst naar een stuk grond aan de rechterkant van de tuin: een deel dat bewust niet is ingezaaid. “Wat je hier ziet is allemaal spontaan opgekomen. De zaden zaten al in het duinzand.”

De Duintuin is samengesteld uit verschillende soorten grond, net als Nationaal Park Zuid-Kennemerland zelf. Links van de tuin vind je de zogenaamde zeereepkant. Het zand aan deze kant heeft een andere samenstelling dan het zand aan de rechterkant van de tuin. In dat zand zitten meer voedingsstoffen, vergelijkbaar met grond van de binnenduinrand. Het verschil in bodemsoort creëert ruimte voor een diversiteit aan planten. Zo groeien aan de zeereepkant planten die voedselarme grond nodig hebben, zoals slangenkruid en ossentong.

Zwartsprietdikkopje op Ossentong

Natuurlijke tuin op een bijzondere plek

Boswachter Joeri heeft de tuin namens PWN aangelegd om anderen te inspireren op een meer natuurlijke manier te tuinieren, met inheemse planten uit de omgeving. Joeri: “Inheemse planten hebben echt meerwaarde voor de natuur, daar zie je echt zoveel meer insecten op. Vergelijk ze zelf maar eens met bijvoorbeeld een hortensia. Daar zie je niet of nauwelijks insecten op zitten. Hoogstens om even uit te rusten of te zonnen, maar niet voor de nectar of stuifmeel.”

Het oppervlak aan tuinen in Nederland is immers groter dan alle natuurgebieden bij elkaar. En als we die tuinen natuurlijker inrichten, dan maakt dat echt verschil. Niet alleen voor de planten en dieren uit de omgeving, maar ook verzacht zo’n tuin de effecten van klimaatverandering en draagt hij bij aan voldoende drink- en grondwater. 
De voorbeeld-Duintuin van PWN is dan ook gelegen op een toepasselijke plek, vlak bij het bezoekerscentrum in Overveen in Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Tot 2002 was deze plek onderdeel van de drinkwaterwinning in de Kennemerduinen. Een aantal gebouwen in de achtergrond, waaronder een prachtige oude watertoren, herinnert nog aan die tijd. Net als de hoogteverschillen in het landschap. Vroeger lag hier namelijk een sprang, een laag gelegen plek waar water vanuit hoger gelegen gebieden naar toe werd geleid om vervolgens te worden opgeslagen.

Een vijver is dan ook het middelpunt van de voorbeeld-Duintuin. In en op het water zijn allerlei kleine beestjes te zien, waaronder schaatsenrijders. Libellen scheren boven het wateroppervlak, terwijl aan de overkant een kwikstaartje drinkt. Joeri vertelt enthousiast: "Het water in de vijver komt rechtstreeks uit ons duinmeer ’t Wed. Ik ben heel benieuwd welke waterplanten hier straks opkomen.”

Ons PWN-leerteam heeft insectentotems van de kale beukenstammen in het duin gemaakt

Tweede leven voor gebruikt materiaal

Bij de aanleg van de tuin is bewust veel gebruik gemaakt van bestaand, gebruikt materiaal. Joeri: “De stenen die hier liggen, lagen eerst op de Grote Markt in Haarlem. We hebben ze hier wat verder uit elkaar  geplaatst, zodat er ruimte tussen de voegen ontstaat. Hier kunnen dan ook planten groeien. En de ronde bank daar is gemaakt van oude stoeptegels."

Blikvangers zijn ook de kale beukenstammen uit het duin. "Ons PWN-leerteam heeft hier insectentotems van gemaakt”, vertelt Joeri. “In de kleine gaatjes nestelen solitaire bijen, bijen die alleen leven in plaats van in groepen. Het duurt elf maanden voordat de bijen in het nest volwassen worden en uitvliegen. Vervolgens leven ze enkele weken. Dit verschilt per soort. Sommige bijen of wespen overwinteren. Hoewel sommige dieren zoals de specht de nesten plunderen, zijn ze gelukkig met veel. En wat veel mensen niet weten: de meeste soorten bijen nestelen in de grond.”

Sommige bijen en wespen overwinteren in de insectentotems

Een bloeiende Duintuin vraagt geduld

Sommige insectensoorten zijn afhankelijk van specifieke planten voor hun voortbestaan. Deze planten worden waardplanten genoemd. Een voorbeeld van een kenmerkende plant voor Nationaal Park Zuid-Kennemerland is het duinviooltje. De kleine parelmoervlinder is van deze plant afhankelijk en het zou dus mooi zijn als deze straks ook in de Duintuin te zien is. Joeri: "Het blijft een verrassing welke planten hier uiteindelijk zullen opkomen. Afhankelijk van de omstandigheden duurt het voor sommige zaden één of zelfs twee jaar voordat ze ontkiemen.”
Niet voor niets laat de openstelling van de Duintuin voor publiek dus nog op zich wachten tot het voorjaar van 2024. Vanaf dan is hier waarschijnlijk nog veel meer moois te zien. Joeri: “Ik kijk uit naar bezoekers die hier straks inspiratie op komen doen voor hun eigen tuin. Want hoe geweldig zou het zijn als steeds meer mensen kiezen voor inheemse planten, zodat de originele natuur uit de buurt – en in dit geval van Nationaal Park Zuid-Kennemerland – zich steeds verder verspreidt!"

Boswachter Joeri heeft de duintuin namens PWN aangelegd om anderen te inspireren op een meer natuurlijke manier te tuinieren

Tuintips van boswachter Joeri

Tip 1: “Wie zelf een tuin wil aanpakken om de natuur een handje te helpen, kan het beste beginnen met een grondtest. Zo’n test is verkrijgbaar bij het tuincentrum en kun je nu al doen. Zo kun je ontdekken welke grond in jouw tuin ligt, welke planten daar goed gedijen en een plan van aanpak maken."

Tip 2: “Een zaadmengsel zaaien klinkt makkelijk, maar zaadmengsels bevatten vaak dominante zaden die andere zaden kunnen verdringen. Daarom raad ik aan om planten per soort te zaaien, en dan uiteraard van inheemse planten die van nature in de directe omgeving voorkomen.”

Meer informatie

Tekst: Mathilde Lawalata, IVN & PWN
Foto's: Mathilde Lawalata (leadfoto: klaprozen in de Duintuin)