Kluut

Hedwigepolder nu al vogelparadijs

Vogelbescherming Nederland
12-SEP-2023 - "Binnen een week was het raak!” Henk Castelijns kan zijn enthousiasme over de ontwikkelingen rond de bijna beruchte Hedwigepolder niet onderdrukken. Na jaren en jaren soebatten, stroomde op 25 oktober 2022 het eerste Westerscheldewater de polder binnen. “We zijn toen met onze vogelwerkgroep De Steltkluut direct begonnen met regelmatige tellingen. Op 1 november hadden we al 1256 wintertalingen."

Castelijns is een goede bekende in het gebied. Met de vogelwerkgroep en ook als vrijwilliger voor Het Zeeuwse Landschap telt hij al heel lang de vogels in de regio. “Sinds de jaren negentig tellen we al op het Verdronken land van Saeftinghe. Dat ligt, ondanks de naam, veel hoger dan de Hedwigepolder. In Saeftinghe wordt met ieder tij een beetje slib afgezet, terwijl de Hedwigepolder al sinds 1907 droogligt. Toen de dijk werd doorgestoken kwam in de polder dus direct heel veel water met slib binnen. Het getij is hier in de Delta vrij extreem. Er is een verschil van gauw vijf meter. We zagen binnen de kortste keren dus ook al geulen ontstaan door de sterke stroming in de slikvlakten.”

Rechtsonder Hedwigepolder. Linksboven een stuk Verdronken land van Saeftinge. Situatie van enkele jaren geleden

Waterbeestjes en onkruiden

Met het slib en het getij kwamen ook de waterbeestjes de polder binnen. “Daar zie je inmiddels de kluten op foerageren”, vertelt Castelijns. “Maar die enorme aantallen wintertalingen kwamen in het begin vooral af op de zaden van de akkeronkruiden die nu onder water verdwenen.”

Stormachtige ontwikkelingen

Castelijns is enorm opgetogen over de snelle ontwikkelingen in de aantallen vogels in de voormalige polder, maar tegelijk ook weer niet verrast. “We hadden al een klein beetje ervaring met dit soort processen”, vertelt hij. “In de jaren zestig was er een dam door een stuk van het Verdronken land van Saeftinghe gelegd. Die brak in 1990 door en werd niet hersteld, waarna het Sieperdaschor ontstond. Ook daar zagen we stormachtige ontwikkelingen met grote aantallen wintertalingen en kluten.”

Explosie van voedsel

Castelijns was afgelopen zomer wel positief verrast door de grote aantallen bergeenden. “Bijna vijfduizend telden we er begin juni. Dat zijn waarschijnlijk allemaal vogels die onderweg waren naar de ruigebieden in de Westerschelde en werden aangetrokken door het voedsel op de slikvlakten. Ook de enorme aantallen kluten zijn allemaal doortrekkers. Die profiteren net als de bergeenden van de gigantische rijkdom van macrofauna. Dat zijn de kleine waterbeestjes die in eerste instantie nog niet heel veel concurrentie of rovers kennen in het gebied. De aantallen waterdiertjes en daarmee de hoeveelheid voedsel voor kluten kan dan bij wijze van spreken exploderen.”

Wintertaling

Gejuridificeerd

Ook Harm Dotinga, senior jurist en voormalig projectleider voor de Westerschelde bij Vogelbescherming Nederland, is niet echt verbaasd dat deze oude polder zo snel al de belofte waarmaakt. “Het dossier ‘Hedwige’ is twintig jaar lang enorm gejuridificeerd”, zag jurist Dotinga. “Daarbij werden ook dingen geroepen als dat ontpoldering helemaal niets zou opleveren voor de natuur. Wij hebben altijd volgehouden dat dit wél het geval zou zijn, en dat zien we nu dus ook voor onze ogen gebeuren.”

Onomkeerbaar

Nu het slib dan daadwerkelijk neerdaalt op de voormalige landbouwgronden, is ook het juridische stof neergedaald. “Gelukkig!”, voegt Dotinga daaraan toe. “De winst voor de natuur is op deze plek nu onomkeerbaar. Maar daarmee is het nog niet klaar. In 2005 is afgesproken dat er minimaal zeshonderd hectare ontpolderd zou worden voor natuurherstel in de Westerschelde. Dat was al een minimum. Met de ontpoldering van de Hedwigepolder is daar driehonderd hectare van gerealiseerd. De rest is nu met kleine, vooral buitendijkse maatregelen ingevuld. Maar eerlijk gezegd denken wij dat dat helemaal niet toereikend is om de problemen van het estuarium écht op te lossen”, zegt Dotinga.

Bergeenden

Eerste stap

Die problemen rond de Westerschelde draaien voor een deel om het uitdiepen van de vaargeul, om de haven van Antwerpen bereikbaar te houden. “Maar in bredere zin draait het om veel meer dan dat”, benadrukt Dotinga. “Het estuarium zit nog steeds in een keurslijf als gevolg van inpoldering, bedijking, de aanleg van haven- en industrieterreinen én de verdieping van de vaargeul. Het natuurlijke evenwicht is daardoor verstoord en grote arealen met slikken en schorren zijn verdwenen. Let wel: het gaat hier om een Europees beschermd Natura 2000-gebied. Ontpoldering van de Hedwige was een goede eerste stap, maar echt natuurherstel kan alleen plaatsvinden als het estuarium nog meer ruimte krijgt. Ik sluit dus niet uit dat we op de langere termijn opnieuw land zullen moeten ontpolderen om het estuarium meer natuurlijke ruimte te geven. Maar dat blijft, op zichzelf begrijpelijk, een gevoelig punt in de regio.”

Beheerder onbekend

Ondertussen blijven Castelijns en zijn collega’s van de vogelwerkgroep onvermoeibaar tellen. “Er is vreemd genoeg nog geen besluit genomen over wie het beheer van de voormalige polder gaat uitvoeren. Als we daarop moeten wachten, zijn heel veel belangrijke ontwikkelingen in de aantallen vogels al voorbij.”

Waar zijn de zwarte ruiters?

Castelijns verwacht dat de aantallen wintertalingen en kluten de komende maanden nog flink zullen doorstijgen. “Onze ervaring op het Sieperdaschor leert dat die aantallen in oktober en november het hoogst zullen zijn. Wat ik wel mis zijn de zwarte ruiters. Maar ik hoor ook uit het Eems-Dollardgebied dat daar veel minder worden gezien dan in vroegere jaren, dus dat is waarschijnlijk niet iets dat met deze regio te maken heeft.”

Zwarte ruiter

Lastig voorspellen

Voor de komende winter verheugt Castelijns zich al op grote aantallen bonte strandlopers. “Die zijn sowieso kenmerkend voor dit deel van de Westerschelde. Het zouden er zomaar eens enkele duizenden kunnen worden. En daarna is het wachten hoe snel het slib zal gaan begroeien. Dan zullen pioniers als kluten verdwijnen en smienten en krakeenden het gebied gaan bevolken. Maar het blijft natuur. En in de biologie is voorspellen altijd lastig!”

Tekst: Rob Buiter Vogelbescherming Nederland
Foto's: Ger scheurkogel (leadfoto: kluut); Google Earth; Pixabay; Piet Munsterman, Saxifraga, Rik Kruit, Saxifraga