Bosdoorntje

Het bosdoorntje, terug van nooit weggeweest

EIS Kenniscentrum Insecten
28-MEI-2011 - In mei werd voor het eerst sinds 1975 het bosdoorntje weer in Nederland waargenomen. Deze soort is overal in Noordwest-Europa sterk achteruitgegaan en stond in Nederland als uitgestorven op de rode lijst. Sinds 2000 zijn er 47 soorten sprinkhanen en krekels in Nederland waargenomen.

Bericht uitgegeven door EIS-Nederland op [publicatiedatum]

In mei werd voor het eerst sinds 1975 het bosdoorntje weer in Nederland waargenomen. Deze soort is overal in Noordwest-Europa sterk achteruitgegaan en stond in Nederland als uitgestorven op de rode lijst. Sinds 2000 zijn er 47 soorten sprinkhanen en krekels in Nederland waargenomen.

Bosdoorntje (foto: Roy Kleukers)Het bosdoorntje is een vrij kleine bruine sprinkhaan die geen geluid maakt. Het opsporen van dit sprinkhaantje is daarom niet gemakkelijk. Daarbij komt dat ze erg lijkt op de andere doornsprinkhanen. Het is daarom niet verrassend dat dit sprinkhaantje jarenlang ‘kwijt’ is geweest.

Tot halverwege de vorige eeuw was het bosdoorntje van enkele plekken op de Veluwe bekend, maar door het dichtgroeien van schrale vegetaties in lichte bossen is ze op veel plaatsen verdwenen. Nadat ze jarenlang niet was waargenomen werd ze in 1999 op de Rode lijst geplaatst als uitgestorven.

Dit jaar werd het bosdoorntje door Bram Omon ontdekt tijdens vegetatieonderzoek op de Hoge Veluwe. Het betreft een kleine populatie op heischraal grasland in licht loofbos. Komende maanden wordt onderzocht of er nog meer populaties aanwezig zijn. De huidige populatie is dusdanig klein dat bijvoorbeeld een heibrand kan zorgen voor het alsnog verdwijnen van de soort. Met aanvullende beheermaatregelen is het misschien mogelijk om de populatie in omvang te laten toenemen en veilig te stellen voor de toekomst.

Meer weten over insecten?
Kom vandaag, zaterdag 28 mei, naar het publieksfestival van de INSECTENexperience van 10:00 tot 17:00 uur op de Campus van Wageningen University. Leuk voor het hele gezin.

Tekst en foto: Roy Kleukers, EIS-Nederland