Blinde bij (Eristalis tenax), vrouwtje.

Kleumende zweefvliegen

EIS Kenniscentrum Insecten
27-OKT-2010 - Het is wisselvallig herfstweer. Onweer, storm en hagelbuien worden afgewisseld met momenten van zon, die het op beschutte plekjes nog heel aangenaam kunnen maken. Sommige zweefvliegen weten dit ook. Zij koesteren zich in het zonnetje, terwijl de zomer al voorbij is. Maar waar vliegen ze eigenlijk nog rond in deze tijd van het jaar?

Bericht uitgegeven door EIS-Nederland op [publicatiedatum]

Het is wisselvallig herfstweer. Onweer, storm en hagelbuien worden afgewisseld met momenten van zon, die het op beschutte plekjes nog heel aangenaam kunnen maken. Sommige zweefvliegen weten dit ook. Zij koesteren zich in het zonnetje, terwijl de zomer al voorbij is. Maar waarom vliegen ze eigenlijk nog rond in deze tijd van het jaar?

Blinde bij, vrouwtje (foto: Roy Kleukers)Zweefvliegen zijn zomerdieren. In de herfst zie je ze nog maar weinig. Voor de meeste soorten zit het er op: er is gepaard, de eieren zijn gelegd, het leven is voorbij. De vliegen sterven, hun larven overwinteren en pas in het voorjaar komen nieuwe zweefvliegen tevoorschijn. Maar op een zonnige herfst- of winterdag blijken er toch nog een paar te zijn: een blinde bij (Eristalis tenax) zit zonnend op een geel herfstblad, een snorzweefvlieg (Episyrphus balteatus) snoept van de bloemen van een klimop. Hebben deze zweefvliegen zich vergist? Zijn ze niet te laat om hun leven nog zin te geven?

De blinde bij en de snorzweefvlieg zijn twee van de weinige soorten zweefvliegen die als volwassen vliegen de winter doorbrengen. In de herfst vindt de paring plaats, waarna de mannetjes sterven. Bevruchte vrouwtjes zoeken een droog en beschut plekje op om de winter door te brengen, bijvoorbeeld achter boomschors of in muurspleten. Soms zitten ze met tientallen tot honderden bij elkaar in bunkers, gierkelders of grotten. Op zonnige herfst- en winterdagen verlaten sommige vliegen hun schuilplaatsen om zich te warmen in de zon, schijnbaar in de hoop dat het voorjaar is aangebroken.

Snorzweefvlieg (foto: Roy Kleukers)In het vroege voorjaar zijn de blinde bij en de snorzweefvlieg de eerste zweefvliegen die zich laten zien. Ze zitten op zonnige plekjes, op krokussen of bloeiende hazelaars. In dit seizoen zie je vrijwel uitsluitend vrouwtjes, die meteen kunnen beginnen met de eileg. Hierna sterven ze, waarna het enkele weken duurt voordat de eieren zich, via het larve en popstadium, tot nieuwe zweefvliegen hebben ontwikkeld.

De blinde bijen en snorzweefvliegen die op zonnige herfst en winterdagen te zien zijn, hebben zich dus niet vergist. Hun larven zijn vermoedelijk niet of beperkt in staat om de Nederlandse winter te overleven, dus overwintering door de volwassen vliegen is een strategie waarmee ze de winter kunnen trotseren. Zo heeft hun leven toch nog zin.

Tekst: Menno Reemer, European Invertebrate Survey Nederland (EIS)
Foto's: Roy Kleukers (EIS)