Een eisnoer van de Millennium wratslak © Peter H. van Bragt

Witte rozen onderwater in de Zeeuwse Delta

Stichting ANEMOON
6-JUL-2008 - In de zomer van 1999 werd op de Noordelijke pijler van de Zeelandbrug, bij Zierikzee, op circa 7 meter diepte een grote bruine zeenaaktslak gevonden. Het bleek een soort te zijn die toen nog niet eerder op de Nederlandse kust was waargenomen. Dat jaar werden al meerdere exemplaren in de Oosterschelde aangetroffen en in de jaren rond de millennium wisseling explodeerde het aantal van deze soort in de Oosterschelde op dramatische wijze. In 2001 en 2002 was het geen uitzondering dat sportduikers er honderden tijdens één duik hebben gezien. De spectaculaire opkomst van deze nieuwe soort rond de millennium wisseling heeft aan de basis gelegen aan de Nederlandse naam die hij heeft gekregen: de millennium wratslak. De wetenschappelijke naam is Geitodoris planata.

Bericht uitgegeven door ANEMOON op zondag 6 juli 2008

In de zomer van 1999 werd op de Noordelijke pijler van de Zeelandbrug, bij Zierikzee, op circa 7 meter diepte een grote bruine zeenaaktslak gevonden. Het bleek een soort te zijn die toen nog niet eerder op de Nederlandse kust was waargenomen. Dat jaar werden al meerdere exemplaren in de Oosterschelde aangetroffen en in de jaren rond de millennium wisseling explodeerde het aantal van deze soort in de Oosterschelde op dramatische wijze. In 2001 en 2002 was het geen uitzondering dat sportduikers er honderden tijdens één duik hebben gezien. De spectaculaire opkomst van deze nieuwe soort rond de millennium wisseling heeft aan de basis gelegen aan de Nederlandse naam die hij heeft gekregen: de millennium wratslak. De wetenschappelijke naam is Geitodoris planata.


Foto1: De millennium wratslak © Peter H. van Bragt

Het duurde niet lang voordat de millennium wratslak ook in het Grevelingenmeer werd aangetroffen en zich verder naar het noorden verspreidde richting de Waddenzee. Nu is hij is ook al rond Helgoland gesignaleerd. In de Zeeuwse delta is het nu een algemeen voorkomende soort die het gehele jaar wordt waargenomen. Op de Nederlandse kust is het exclusieve voedsel van deze zeenaaktslak een dunne gele korstspons die veel op Japanse oesters voorkomt. De wetenschappelijke naam van de spons is Mycale microcanthoxaea; hij luistert ook naar de Nederlandse naam gele korstspons.

De millennium wratslak is te herkennen aan zijn grote kieuwkrans en de aanwezigheid van in grootte zeer gevarieerde wratten op de mantel. De grootste wratten zijn opvallend wit. Dit zijn zuurklieren waar zwavelzuur wordt opgeslagen. Dat zuur produceren ze uit het spons materiaal dat ze eten. De stervormige witte structuur rond die witte wratten zijn de aanvoerkanalen waarmee de zuurklieren gevuld worden.

Hij groeit in het voorjaar uit tot zijn maximale afmetingen. In de Oosterschelde zijn exemplaren tot 12 cm lengte aangetroffen. In het late voorjaar, en dat is dus rond deze tijd, gaan de slakken zich massaal voortplanten. De dieren zijn hermafrodiet: ze bezitten tegelijkertijd zowel de mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken en geslachtscellen. Bij de paring bevrucht het éne exemplaar de andere en onmiddellijk ook de ander de één. Een zeer effectieve paringsprocedure die bij alle zeenaaktslakken voorkomt.


Foto 2: Een eisnoer van de Millennium wratslak © Peter H. van Bragt

Na de paring worden de eieren in dikke geleiachtige banden in golvende rozetten op diverse substraten, maar meestal op oesters, afgezet. Op dit moment kunnen we die mooie witte rozen in grote aantallen overal in de Oosterschelde en Grevelingenmeer aantreffen. De doorsnede van deze spiralen is maximaal 5-6 cm. Door deze afmetingen en de spierwitte kleur zijn ze onder water zeer opvallende en onmiskenbare verschijningen. Na enkele weken komen de eitjes uit. De larven ontwikkelen zich snel en in het najaar zijn er al jonge individuen te zien. In de winter groeien ze langzaam om in het voorjaar weer snel tot hun maximale grootte uit te groeien en aan de paring te beginnen. Als de eisnoeren zijn afgezet sterven de volwassen dieren. Ze worden dus niet ouder dan één jaar.

Tekst en foto’s: © Peter H. van Bragt, stichting Anemoon