Groot glasmuiltje 2

Groot glasmuiltjes genieten van exotisch voedsel

Stichting ANEMOON
13-OKT-2008 - Het groot glasmuiltje rukt op in Nederland. De laatste jaren vinden steeds meer sportduikers deze opmerkelijke schelpdiertjes in de Zeeuwse Delta. Meestal in de zomer en het vroege voorjaar. Voor 2000 was het diertje een zeer bijzondere verschijning in de Nederlandse wateren. Momenteel zit er een recordaantal in de centrale Oosterschelde. Laatst vonden duikers er wel 10-15 per duik.

Bericht uitgegeven door ANEMOON op maandag 13 oktober 2008

Het groot glasmuiltje rukt op in Nederland. De laatste jaren vinden steeds meer sportduikers dit opmerkelijke schelpdiertje in de Zeeuwse Delta. Meestal in de zomer en het vroege voorjaar. Voor 2000 was het diertje een zeer bijzondere verschijning in de Nederlandse wateren. Momenteel zit er een recordaantal in de centrale Oosterschelde. Laatst vonden duikers er wel 10-15 per duik.

Het groot glasmuiltje, Lamellaria perspicua (Linnaeus, 1758) is een opmerkelijk maar tevens ook onopvallend weekdiertje met een lengte van circa 2 cm. Het behoort tot de mariene Gastropoda. Dit zijn de huisjesslakken uit het zoute water. Het schelpje (huisje) is, in tegenstelling tot bijna alle huisjeslakken, bij levende dieren niet zichtbaar. De mantel van het weekdier is volledig over de schelp gegroeid. Terwijl voor de meeste huisjesslakken de schelp een uitwendig skelet vormt, heeft deze soort dus een inwendig skelet. De windingen van de schelp zijn uiterst progressief in grote. Dit geeft de schelp een karakteristieke opgeblazen vorm. De wand van de schelp is flinterdun. Daardoor is het zeer breekbaar. Dit is, naast het zeldzaam voorkomen van de soort, ook een verklaring voor het zeer zeldzaam aanspoelen van schelpen op de Nederlandse kust. De kleur van de huid is meestal licht geelbruin. Samen met de ruwe oppervlakte structuur zorgt dit ervoor dat het een goed gecamoufleerd, onopvallend weekdiertje is.


Foto 1: Groot glasmuiltje in de Oosterschelde


Foto 2: De inwendige schelp van het groot glasmuiltje

Het groot glasmuiltje is bekend van enkele plaatsen uit de Noordzee en sinds het begin van deze eeuw ook van de Zeeuwse Delta. Daar is het de afgelopen jaren met een opmerkelijke opmars bezig. Voor 2000 was dit weekdier op de Nederlandse kust een zeer zeldzame verschijning. De laatste acht jaren echter worden er steeds meer groot glasmuiltjes door sportduikers waargenomen. De meeste waarnemingen zijn in de zomer en het vroege najaar gedaan. Op dit moment zit er zelfs een record aantal glasmuiltjes in de centrale Oosterschelde. Recent zijn er door sportduikers 10-15 glasmuiltjes per duik gevonden. Zij werden altijd aangetroffen op een specifieke soort zakpijp. Het is een samengestelde druipzakpijp, Didemnum sp.. Hoewel we het nog niet met zekerheid weten betreft het zeer waarschijnlijk Didemnum vexillum, een exoot die oorspronkelijk uit Nieuw-Zeeland komt. Deze soort heeft zich met behulp van de scheepvaart over een groot deel van wereld verspreid. Het groot glasmuiltje eet niet alleen deze exoot maar hij legt ook eitjes in de samengestelde zakpijpkolonie.


Foto 3: Exotische druipzakpijp; het voedsel van het groot glasmuiltje.

Het is opvallend dat deze druipzakpijp ook massaal in de Grevelingen en het Veerse meer voorkomt, terwijl het glasmuiltje hier nog steeds niet is waargenomen. Mogelijk is het om nog onduidelijke redenen sterk afhankelijk van getijde water. Of hebben de larven van het glasmuiltje de ingangen tot deze Delta wateren gewoon nog niet gevonden? Het groot glasmuiltje is ook niet bekend van de Waddeneilanden. Buiten Nederland komt het groot glasmuiltje algemeen langs de westelijke kustgebieden van de Britse eilanden voor. Tevens is hij waargenomen op de West-Europese kust tot aan Noord Noorwegen, IJsland, de Kaap Verdische Eilanden, de Middellandse zee, het Caribische gebied en de Oostkust van Zuid-Amerika (bron o.a. www.iobis.org).

Tekst en foto’s: Peter H. van Bragt, Stichting Anemoon