houtpantserjuffer klein

Houtpantserjuffers zoeken in de winter

De Vlinderstichting
10-DEC-2009 - De houtpantserjuffer is een echte nazomerlibel. Vrijwel alle dieren zijn inmiddels verdwenen, maar toch is de soort de komende maanden prima op te sporen. De houtpantserjuffer overwintert namelijk als ei en de sporen daarvan zijn goed te vinden.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting op donderdag 10 december 2009

De houtpantserjuffer is een echte nazomerlibel. Vrijwel alle dieren zijn inmiddels verdwenen, maar toch is de soort de komende maanden prima op te sporen. De houtpantserjuffer overwintert namelijk als ei en de sporen daarvan zijn goed te vinden.

De vrouwtjes van de houtpantserjuffers boren gaatjes in de bast van bomen en struiken en leggen in augustus en september vlak onder die bast hun eitjes (zie foto rechts). Dat gaat soms om honderden eitjes bij elkaar. Ze kiezen daarvoor niet zomaar een boom of struik, maar altijd één waarvan de takken vlakbij of liever nog boven het water hangen. Die eitjes blijven de hele winter in rust, en in het voorjaar, begin april, komen de larfjes eruit gekropen. Zij laten zich vallen en hopen dan in, of in ieder geval vlakbij, het water terecht te komen. Ze kunnen zich met allerlei springende bewegingen wel wat verplaatsen, maar een meter of twee is voor zo’n klein diertje van een paar millimeter natuurlijk al veel te ver. Eenmaal in het water kunnen ze zich verder ontwikkelen.



De sporen van die ei-afzetting zijn goed te vinden op allerlei bomen en struiken. De soort boom of struik lijkt niet echt van belang. We hebben de sporen gevonden op meer dan 40 verschillende soorten. Ook andere planten die in de winter wat houtig worden, zoals kattenstaart en brandnetel, worden wel door de houtpantserjuffer gebruikt. Het meest worden eitjes gevonden op wilg en els, maar dit komt vooral omdat juist deze veel langs het water staan. Je kunt vanaf de kant de eisporen (foto links) vrij goed vinden en zeker met een verrekijkertje kom je een heel eind. Als het nog gaat vriezen deze winter kunnen ook allerlei plaatsen waar je normaal niet komt op de aanwezigheid van eitjes worden gecontroleerd. Het watertype lijkt nauwelijks van belang te zijn: ze zitten zowel bij sloten, poelen en plassen als langs de grote rivieren. De enige voorwaarde is dat er bomen of struiken langs het water staan.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting