Formica truncorum. Stronkmier

Bijzondere mieren ontdekt in Salland

18-NOV-2013 - Wel eens gehoord van de deuklipsatermier en de stronkmier? Mierendeskundigen waren verheugd met de ontdekking van deze twee zeldzame soorten op heideterreintjes in het Eerder Achterbroek.

Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]

Wel eens gehoord van de deuklipsatermier en de stronkmier? Mierendeskundigen waren verheugd met de ontdekking van deze twee zeldzame soorten op heideterreintjes in het Eerder Achterbroek.

De boswachters in het Eerder Achterbroek willen bij het beheer van hun terreinen graag rekening houden met de vele soorten mieren die hier leven. Daarom vroegen zij een aantal landelijke mierendeskundigen om advies. Tijdens hun inventarisatie dit najaar ontdekten zij maar liefst zestien verschillende soorten. Boswachter Daan Vreugdenhil: "Behalve veel voorkomende mieren zijn ook een aantal zeldzame soorten gevonden, zoals de deuklipsatermier en de stronkmier."

Stronkmier (foto: Ab H Baas)

Bosmieren
De deuklipsatermier en de stronkmier zijn bosmieren. De stronkmier is het zeldzaamst. Hij komt alleen maar voor in de omgeving van Ommen, waar hij ook nog eens sterk achteruit gaat. “Deze bosmieren hebben een open bos of heideterrein nodig. Ze zijn afhankelijk van bomen met bladluizen, die je in open bossen vooral vindt. Op veel plekken groeien bos en hei dicht. Verder zijn de nesten van deze mieren erg gevoelig voor plaggen en maaien en lopen ze bij begrazing kans te worden vertrapt,” aldus boswachter Vreugdenhil.

Veehoeders
Bosmieren zijn jagers en veehoeders, vertelt de boswachter. Vee? Hij legt uit: “Met vee bedoelen we de bladluizen. De werksters slepen die bladluizen naar hun nest. Die houden ze vanwege de honingdauw, een zoete uitscheidingsstof die heel voedzaam is voor de mieren. Ze kunnen de luizen zelfs ‘melken’ door met hun voelsprieten op het achterlijf van de luizen te trommelen. Echte ‘melkveehouders’ dus!”

Stronkmier (foto: Ab H Baas)

Beschermende maatregelen
Om deze zeldzame mieren te beschermen, volgen de boswachters adviezen op van de mierendeskundigen. Boswachter Vreugdenhil: "We zullen de heideterreintjes waar deze mieren voorkomen slechts in beperkte mate plaggen. Ook laten wij de schapen niet langer op deze plekken grazen. En verder zorgen wij voor voldoende bodemreliëf, zodat de mieren makkelijker nesten kunnen bouwen. Hopelijk gaat het dan de goede kant op met deze soorten!"

Bron: Natuurmonumenten
Foto's: Ab H Baas, Saxifraga